Wat bedoelen we met ‘de virtuele oppervlakte van een gazon’ en hoe bepaal je de juiste maaicapaciteit van je grasrobot?
De maaicapaciteit van grasrobots wordt uitgedrukt en vergeleken in oppervlakte. De tijd die een robotmaaier nodig heeft om een gazon met een bepaalde oppervlakte te maaien hangt echter af van de vorm van het terrein, het aantal obstakels, de helling(en), de graslengte, de maaihoogte, de dikte van het gazon, het type gras, de werkbreedte van de maaier enzovoort.
Naast de tijd die nodig is om een gazon te maaien is het ook belangrijk om rekening te houden met het aantal maaibeurten per week dat nodig is om een perfect gazon te behouden. Dat aantal maaibeurten hangt af van de groeisnelheid van het gazon. Die wordt dan weer beïnvloed door heel wat andere factoren: grassoort, grondsoort, bemesting, temperatuur, licht, doorlaatbaarheid van de bodem, betreding én ook de maaifrequentie. Omdat elk gazon verschillend is, rekenen we alles om naar een virtuele oppervlakte. Die geeft een beter beeld van de nodige maaicapaciteit.
Een vergelijkend voorbeeld
Een grasveld is doorgaans 7.500 m2 groot. Als het om een professioneel voetbalveld gaat, is de ondergrond meestal ideaal, want het gazon wordt intensief bemest en van water voorzien. Om een dergelijk grasveld netjes te onderhouden zijn pakweg drie maaibeurten per week nodig. In bovenstaand voorbeeld, waarbij 7.500 m2 dan drie keer per week gemaaid moet worden, komen we uit op een virtuele oppervlakte van 3 x 7.500 m2 = 22.500 m2.
In het geval van een amateurvoetbalclub die het gazon niet of zelden bemest, waar geen of weinig irrigatie toegepast wordt en waar de ondergrond in veel gevallen minder gevoed wordt, zal het voldoende zijn om het gazon één keer per week of soms zelfs maar om de tien dagen te maaien. Dit hangt ook af van het type maaier. Het amateurvoetbalveld dat slechts één keer per week gemaaid hoeft te worden, zou je volgens die redenering als virtueel 7.500 m2 kunnen beschouwen.
Als we nu in hetzelfde amateurvoetbalveld van 7.500 m2 groot (en dus virtueel ook 7.500 m2) tien ‘eilanden’ met obstakels zouden zetten, zoals bijvoorbeeld bomen, bloemencirkels en dergelijke, dan zou je vermoeden dat de robot minder oppervlakte moet maaien. Op zich is dat ook zo, alleen gaat er nu veel meer tijd verloren om aan de randen van de eilanden te vertragen, te stoppen, te draaien en terug te vertrekken. Deze manoeuvreertijd kan de robot niet gebruiken om te maaien. Zonder die eilanden zou de machine gewoon rechtdoor kunnen rijden. Afhankelijk van het aantal eilanden en hun respectievelijke oppervlaktes en vormen kan het zinvol zijn dat we de oppervlakte van deze eilanden meetellen in de totale grasoppervlakte. Dus stel dat het veld 7.500 m2 meet en er 3 eilanden in liggen van elk 1.000 m2. Dan zou je puur op oppervlakte aannemen dat het gazon 7.500 m2- (3 x 1.000 m2) = 4.500 m2 groot is. De virtuele oppervlakte zal daarentegen nog steeds rond de 7.500 m2 liggen. Afhankelijk van de grootte, de vorm en de complexiteit van de eilandjes zou de virtuele oppervlakte in sommige gevallen zelfs nog hoger kunnen uitkomen!
Bezettingsgraad
We spreken van een ‘virtuele’ oppervlakte omdat ze van zoveel factoren afhangt en niet exact te berekenen is. Het helpt ons om de juiste machines te selecteren en het hele jaar door een perfect gemaaid gazon te garanderen. Daarnaast is het ook heel belangrijk om rekening te houden met de bezetting van het terrein. Je moet je afvragen op welke momenten er gemaaid kan worden.
We houden daarbij rekening met de momenten waarop het terrein bespeeld zal worden, maar ook wanneer er wordt beregend. En mogelijks zijn er nog activiteiten die het gazon bezetten waardoor het niet mogelijk is dat een grasrobot op dat moment over het veld zou rijden. Mag er ’s nachts gemaaid worden? Dat is de afweging die je moet maken. Het kan mogelijks impact hebben op nachtdieren of buurtbewoners. Bovenstaande factoren verkorten ook de tijd die een robot kan maaien. Doorgaans wordt de totale maaicapaciteit bereikt door de klok rond en zeven dagen op zeven te maaien en te laden. Stel dat je het gazon voor 25% bezet doorheen de dag en dat je gedurende 8 uur, tijdens de nacht, niet wil maaien. Dan blijft er van de 24 uur nog 12 uur netto maaitijd over, dus 50% van de dag of de week (24 uur – 8 uur rust – 25%*16u). Dan dien je de totale maaicapaciteit van de machine te halveren (of de virtuele oppervlakte te verdubbelen). Concreet betekent dit dat je een maaier moet aanschaffen die het dubbele van de oppervlakte aankan.
Het is ook belangrijk om deze oefening te maken voor de toekomst, want het is niet omdat je vandaag maar twee uur per dag op een veld speelt dat dit in de komende jaren ook zo zal blijven. Je kan best uitgaan van de toekomstige maximaal verwachte bezetting om te bepalen welke machine geschikt is.
Jammer genoeg zien we in de praktijk nog regelmatig voorbeelden waarbij gezondigd werd tegen bovenstaande inzichten. Dat resulteert dan in een slecht maairesultaat en ontevreden gebruikers. Onterecht wordt de robot dan als ‘geen gepaste oplossing’ gezien, maar de oorzaak ligt eigenlijk bij de verkoper of diegene die de machine heeft gekozen.