Kortrijk is echt een stad die continu bezig is met vernieuwing, maar wel met respect (en steeds meer aandacht) voorgeschiedenis, toerisme, kunst en evenementen. Dat dit loont, blijkt wel uit het feit dat de stad sedert 2017 deel uitmaakt van het UNESCO Creative Cities Network. Ook bij het managen van de openbare ruimte en het wagenpark wordt ingespeeld op innovaties en duurzaamheid.
Kortrijk heeft een zeer rijk verleden en ontstond uit een Romeinse woonkern die op de kruising van de rivier de Leie en twee Romeinse heerbanen lag. In de middeleeuwen groeide de stad, mede door een bloeiende vlas- en lakennijverheid, uit tot een van de welvarendste steden van Vlaanderen. De stad is ook bekend als de ‘Groeningestad’ of ‘Guldensporenstad’ door de Guldensporenslag die op 11 juli 1302 plaatsvond op de Groeningekouter bij Kortrijk. Tevens werd er in 1820 het Verdrag van Kortrijk getekend dat de huidige grens vastlegde tussen ons land en Frankrijk.
Momenteel is Kortrijk echt een centrumstad in het zuiden van West- Vlaanderen. Prominent is natuurlijk de rivier de Leie die dwars door het historische centrum van de stad stroomt. Kortrijk telt momenteel circa 78.000 inwoners, waarmee het na Brugge de grootste stad van de provincie West-Vlaanderen is. Het ligt 25 kilometer ten noordoosten van de Franse stad Rijsel, waarmee het een transnationaal Eurodistrict vormt. Daarbij gaat het om de Frans-Belgische Eurometropool Rijsel-Kortrijk- Doornik, waar gezamenlijk ruim twee miljoen mensen wonen.
Vandaag is stad Kortrijk bekend vanwege haar textielindustrie, als winkelstad en door haar centrumfunctie op het vlak van sociale werkplaatsen, dienstverlening en onderwijs. Belangrijk moment in de geschiedenis, zeker wat de openbare ruimte betreft, was in 1962 het autovrij maken van de Korte Steenstraat als eerste autovrije winkelstraat in ons land. Inmiddels is een groot deel van de historische binnenstad volledig omgevormd tot verkeersvrij voetgangersgebied. Zowel het historische centrum als het omliggende gebied wordt in delen continu vernieuwd en gemoderniseerd. Daarbij wordt sterk rekening gehouden`
met het rijke verleden van de stad. Zo vond begin juli dit jaar de officiële opening plaats van het belevingsmuseum Kortrijk 1302. Naast deGuldensporenslag wordt er in het belevingsmuseum aandacht gegeven aan het ontstaan van het Graafschap Vlaanderen. Een derde focus is het onderwerp ‘Op weg naar symbolen van identiteit’, waarbij het gaat om het identiteitsgevoel van iedere Vlaming dat zo duidelijk verbeeld wordt in het symbool van de Vlaamse Leeuw.
Een andere zeer recente gebeurtenis is de inhuldiging van de nieuwe Reepbrug en het park op Buda-eiland. Wie te voet of met de fiets van Overleie naar het stadscentrum wil of omgekeerd, kan dat nu ook doen via de Reepbrug. De gloednieuwe fiets- en voetgangersbrug over de Leie werd deze zomer officieel in gebruik genomen. Fietsers raken langs beide kanten van de Leie op en af de brug via ruime fietsliften die inmiddels operationeel zijn. De Reepbrug verbindt de Nijverheidskaai met de westelijke tip van het Buda-eiland, waar op dezelfde dag ook het nieuwe stadspark met speeltuin, ligweide en volkstuin werd geopend. Volgens Dominique Ketels, verantwoordelijk voor het openbare domein van Kortrijk, heeft de stad bij de Leiewerken fors ingezet op architectuur en de kwaliteit van de openbare ruimte. ‘Het resultaat zijn nieuwe groene ruimtes en kades, zoals bijvoorbeeld Buda Beach, het ecologisch park Kortrijk Weide, de verlaagde Leieboorden en andere unieke, beeldbepalende bruggen. Ook de Reepbrug past in het rijtje.’ Zo is bij de Collegebrug tussen het wateroppervlak en de brug zeven meter ruimte om schepen met maximaal drie containerlagen door te laten. De brug heeft een overspanning van 62 meter. Vorig jaar is het beroemde Begijnhof gerestaureerd en officieel geopend. Dit gaat onderdeel uitmaken van een groot parkgebied in de stad.
Met de openstelling van de Reepbrug is tevens ook het nieuwe park op de westelijke tip van het Buda-eiland opengesteld voor het publiek. Het nieuwe park heeft een grote speelzone, een zuidgerichte ligweide en er is opnieuw ruimte voor stadstuinieren, waarbij burgers van Kortrijk zelf een stukje openbaar domein mogen bijhouden. Leielekkerland, de stadslandbouwactiviteit die voor de heraanleg plaatsvond op de tip van Buda, kreeg opnieuw een plekje in de zone tussen de historische kloostermuur en de Reepbrug. Ketels: ‘In het park worden ook nog bloemenweides ingezaaid en komen er grassen zoals op Buda Beach. Nieuwe fiets- en wandelpaden vanaf de Budastraat leggen de link naar de nieuwe brug en verder naar de Kasteelbrug. Op het uiteinde van de tip geeft een uniek platform in bamboehout een weids uitzicht over de Leie.
Ook het historische centrum van Kortrijk gaat momenteel volledig op de schop. Alle straatmeubilair en alle straatjes in de historische binnenstad worden compleet vernieuwd. Alles wordt teruggebracht in de oorspronkelijke stijl met kasseien als bestrating. Naast het feit dat Kortrijk zoals gezegd onze eerste stad was met een autovrije winkelstraat, is in 2019 de volledige historische stadskern een officiële fietszone geworden. Dit houdt in dat het autoverkeer de fietsers niet mag inhalen. Hiermee was de stad een van de eerste Europese steden die een dergelijke zone invoerden. Volgens Nico Clement, onder meer verantwoordelijk voor de wegen en fietspaden van Kortrijk, is de stad echter meer dan alleen geschiedenis, toerisme en fietsstad. ‘In het zuiden van de gemeente zijn ook nog grote stukken waar agrarische bedrijven liggen. Van alles wat dus binnen de gemeentegrenzen van de stad.’
Op vlak van onderhoud van de openbare ruimte, zowel de straten, de fietspaden als het groen, wordt door Kortrijk het meeste uitbesteed aan aannemers. Volgens Ketels en Clement worden vooral de grote klussen uitbesteed. Reden is dat aannemers precies de juiste machines kunnen inzetten en wat sommige werkzaamheden betreft meer kennis hebben dan het openbaredomeinenteam van de stad zelf. Vandaar dat 75 procent van alle werkzaamheden wordt uitbesteed aan aannemers, zoals nu bijvoorbeeld de volledige vernieuwing van de binnenstad. Ketels: ‘Als stad hebben wij dus alleen herstelploegen, geen aanlegploegen. Wat we bijvoorbeeld wel zelf doen, is het plaatsen van de vele kunstwerken en beelden in de stad. Dit kunnen we zelf aan en omdat dit goedkoper is, zullen we dat ook doen.’
‘Ook schromen de burgers van Stad Kortrijk zelf niet om de medewerkers van het Team Publieke Ruimte aan het werk te zetten. Vorig jaar kwamen er maar liefst 5.405 meldingen binnen van burgers voor wat de openbare ruimte betreft. Dat kan gaan van een stoeptegel die scheef ligt tot een tak die ergens gevaarlijk overhangt. En dan moet je bedenken dat we de meldingen die we tijdens evenementen binnenkrijgen nog niet eens meegerekend hebben.’ Andere momenten waarop de medewerkers van de openbare domeinen actief zijn, is tijdens evenementen.
Inmiddels is Stad Kortrijk al sterk geëlektrificeerd. Zo zijn de werfwagentjes van MAN, Iveco en Renault al elektrisch en van alle handtoestellen is al zowat 50 procent op accu volgens Ketels. Ook de robotmaaiers die op de sportvelden draaien die in beheer zijn van de stad zijn uiteraard elektrisch. Kortrijk werkt voornamelijk met Husqvarna. Ketels: ‘Vooral omwille van de goede prijs-kwaliteitverhouding. Wij kopen overigens alles in op aanbesteding.’ De zitmaaiers van de stad zijn nog wel op benzine. Deze zijn in bezit van de groenafdeling van de stad. Het groenteam is momenteel erg druk met watergeven aan de vele planten- en bloembakken in de stad. Omdat Kortrijk erg toeristisch is, moet het er natuurlijk altijd puik uitzien.
‘Ook schromen de burgers van Stad Kortrijk zelf niet om de medewerkers van het Team Publieke Ruimte aan het werk te zetten. Vorig jaar kwamen er maar liefst 5.405 meldingen binnen van burgers voor wat de openbare ruimte betreft. Dat kan gaan van een stoeptegel die scheef ligt tot een tak die ergens gevaarlijk overhangt. En dan moet je bedenken dat we de meldingen die we tijdens evenementen binnenkrijgen nog niet eens meegerekend hebben.’ Andere momenten waarop de medewerkers van de openbare domeinen actief zijn, is tijdens evenementen.
Wat de stad ook zelf doet sinds 2017 is de voetgangerbewegwijzering. Het gaat om een uitgebreide en gedetailleerde bewegwijzering voor alle voetgangers en toeristen in de stad. Volgens Ketels is dit een belangrijk iets voor de stad en vervangen de gemeentewerkers een beschadigd bord meteen. Door het landelijk gebied van Kortrijk loopt overigens ook een netwerk: het Trage Wegen-netwerk. Ook dat is belangrijk voor het toerisme van de stad volgens Ketels. Het Trage Wegen-netwerk bestaat uit mooie zand-, grind- en betonwegen. De betonpaden zijn in de oorlog nog aangelegd door de Duitsers en nu profiteren de toeristen ervan.
Een deel van de bermen binnen de gemeente wordt door het Team Publieke Ruimte zelf gemaaid. Ketels: ‘Wij doen met name de veiligheidspunten zoals bij kruispunten in de gemeente en dergelijke. De rest, bijvoorbeeld de grachten en kanalen, doet een aannemer. De bermen die de stad zelf maait, worden onder meer gemaaid met New Holland-tractoren met Vandaele-maaiarm. De bermen worden in de gemeente jaarlijks minimaal tweemaal gemaaid volgens het Bermdecreet van de Vlaamse overheid. Het kanaal Bossuit-Kortrijk dat door de stad loopt, hoeft de gemeente niet zelf te doen, dat valt onder de verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid.’
Depot 102, even buiten het centrum, is een van de nieuwste gebouwen van de Stad. In het gebouw zijn teams van onder meer openbare ruimte, maar ook het evenementen- en gebouwenteam gevestigd. Het gebouw heeft een lange, brede gang aan de achterzijde, waardoor gemeentewerkers snel de benodigde materialen aan beide zijden kunnen laden. Verder zijn er allerlei overkapte delen waar al het gemeentelijk materieel staat als vrachtwagens, caddy’s en busjes. Ook is er een grote herstellingenafdeling waar echt alles gerepareerd kan worden. In de loop van 2023 gaan het Team Publieke Ruimte en het Team Net en Groen echter alweer verhuizen, nu naar hun gloednieuwe depot in het noorden van Kortrijk. De bouwwerken hiervoor zijn inmiddels bezig.
Bij Depot 102 staan ook de CNG-bestelwagens die de gemeente heeft. In totaal gaat het al om twintig voertuigen op CNG. Volgens Clement begon Kortrijk al vroeg over duurzaamheid na te denken, want rond 2012 werden de eerste CNG-auto’s aangeschaft. Vanaf 2013 is de stad gestart met hybride voertuigen, maar de laatste jaren trekt ze volop de kar van volledig elektrische voertuigen, zowel bij personenwagens en bestelwagens als bij speciale voertuigen zoals straatveegmachines. Momenteel is al vijftien procent van het volledige wagenpark elektrisch. In totaal heeft de stad 240 voertuigen. Een van de laatste aankopen zijn de elektrische Renault Kangoos. De gemeente heeft ook speciale auto’s zoals een bakwagen van Iveco, waarmee spullen vervoerd worden tijdens de vele evenementen die in de stad plaatsvinden. Verder bestaat het wagenpark nog uit diesel- en benzine-auto’s en een aantal vrachtwagens. Ook de twee nieuwste 2m3-straatveegmachines van het Zwitserse merk Boschung zijn elektrisch. De twee grotere 4m3-straatveegmachines van RAVO zijn voorlopig nog diesels.
De Stad heeft camions van merken als Scania, DAF en MAN. Verder heeft ze twee kranen: één is voor de begraafplaats om graven te delven en de andere wordt ingezet voor het openbaar domein van de stad. Ketels: ‘Denk bijvoorbeeld aan een oprit vernieuwen of sloopwerkzaamheden.’
In de winterperiode komt het er voor iedere stad in ons land natuurlijk op aan om de stad sneeuw- en ijsvrij te houden. Kortrijk doet dit in eigen beheer. Wegen en fietspaden strooien doet Kortrijk zelf met drie gps-gestuurde zoutstrooibakken die op een containerhaaksysteem zijn opgebouwd. De nieuwste werd dit jaar aangekocht, de andere twee draaien al een aantal jaar mee. Wat de toekomst betreft, zal Kortrijk er zich volgens Ketels en Clement vooral op richten om steeds duurzamer te gaan werken in de openbare ruimte. Ketels: ‘Alle handgedragen toestellen op accu is dus een belangrijk doel, maar niet alleen dat. Ook willen wij waar mogelijk meer elektrische auto’s aanschaffen en eventueel meer elektrische veegmachines van het Zwitserse merk Boschung.’ Momenteel doet Kortrijk ook mee aan een proeftraject waarbij onkruiden bestreden worden met heet water. Voorlopig wordt er getest in functie van een mogelijke toekomstige aanbesteding.
Onlangs verwierf Leiedal, de interlokale vereniging voor streekontwikkeling in Zuid-West-Vlaanderen, in de uitbreiding van het Beneluxpark een laatste eigendom. Kortrijk werkt daar aan een nieuw bestemmingsplan voor het gebied ten zuiden van het Beneluxpark. Dit plan wil de onbebouwde gronden tussen het Beneluxpark en de Elleboogstraat, oorspronkelijk bestemd voor handel en diensten, een nieuwe bestemming geven. Het is de bedoeling meer in te zetten op open ruimte en tegelijk het multifunctionele karakter van deze omgeving te versterken. In de toekomst hoopt Kortrijk er een golfschool te kunnen realiseren. Verder moet het gebied een combinatie worden: open ruimte bieden en een recreatieve functie gaan vervullen. Inmiddels hebben West-Vlaamse families interesse getoond in dit Kortrijkse golfproject. Op 28 april jongstleden lanceerden Leiedal en de Stad namelijk een oproep naar kandidaten voor de aankoop en ontwikkeling van een golfterrein aan het Beneluxpark op ’t Hoge in Kortrijk.