Machinedealer Jacobs Maurits: van dealer tot importeur

7 november 2020
Peter Menten
Peter Menten

Met de nodige afstand in gedachten trokken we midden april naar tuinmachinedealer Jacobs Maurits in Moorsel bij Aalst. We wilden weten wat de impact op je zaak is als je naast machinedealer voor een bepaalde regio ook Goldoni-importeur voor de Benelux wordt. Guido Jacobs tekende immers vorig jaar met Goldoni een overeenkomst voor de verdeling van dat merk voor de Benelux. Komt daarbij nog eens de coronacrisis én het feit dat de machines die hij importeert uit Italië komen. Zaakvoerder Guido Jacobs vertelde hoe hij zijn zaak door deze woelige coronawateren loodst en geeft achtergrond bij het Goldoni-verhaal.

Familiezaak

Het huis Jacobs Maurits is in de streek van Aalst al decennialang hét adres voor machines voor tuin & park en voor tuinbouw. Moorsel ligt in een streek waar sierteelt en groenteteelt voor het inkomen zorgen. Dat verklaart ook de sterke focus op compacttractoren en motoculteurs. Omdat half maart de meeste bedrijven moesten sluiten, draait de zaak nu zonder medewerkers. Guido, zijn echtgenote en zijn zoon Jan zorgen ervoor dat de handel technisch en administratief blijft lopen. Werken onder deze omstandigheden geeft aan hoe je met een klein groepje gemotiveerde mensen veel gedaan kunt krijgen. Tijdens ons gesprek rinkelde de telefoon aan één stuk door.

Jacobs Maurits en de import

Guido Jacobs: ‘In januari 2019 is ons importeurschap officieel van start gegaan en hebben wij van EuroGarden de bestaande stock onderdelen en machines overgenomen. We voeren naast Goldoni ook Carbogreen in, een merk dat zich specialiseerde in overtopfrezen en nauw samenwerkt met Goldoni.’

GreenTechPower: ‘Geraak je aan voldoende machines?’

Guido: ‘Ik heb op dit moment meer dan 20 machines die geleverd moeten worden. Onlangs kreeg ik een aanbod van een dealer uit Italië die overstock had. Daarmee kon ik dan een groot deel van mijn klanten bedienen. Het is puzzelen, maar als iedereen wat meewerkt dan schieten we al een heel eind op. Ondertussen kijk ik ook verder, want mijn streefdoel is om mijn klanten verder te helpen. Zo kwam ik erachter dat Goldoni bijvoorbeeld transmissieleverancier is van Barbieri, een ander merk van motoculteurs, dat in de zuiderse landen wordt verkocht. Langs die weg heb ik ook nog mogelijkheden om mij te depanneren, mochten klanten hun machine heel dringend nodig hebben. Ik heb hier net een Barbieri gekocht met een tweecilinder in en daarmee kan ik klanten die op hun nieuwe machine wachten eventueel depanneren. De productie van Barbieri zit lager in Italië, waardoor ze daar konden verderwerken terwijl de rest van het land lam lag. Barbieri heeft een overstock aan tweecilindermotoren van Lombardini waardoor het die samen kan bouwen met de Goldoni- transmissie tot een evenwaardige motoculteur. Technisch en qua prijs zit ik dan met nagenoeg dezelfde machine. Dat is nu de service die ik aan mijn klanten kan bieden.’

GTP: ‘En wisselstukken?’

Guido: ‘Wisselstukken worden heel vlot uitgeleverd: we zitten nu op 14 dagen, wat vroeger een week was. Normaal is het maandag bestellen en donderdag geleverd. Dat zit nu op twee weken. Ze hebben een soort wisseldienst nu: een week werken, een week thuis en zo met twee ploegen die elkaar afwisselen. En in het weekend niks. Die twee ploegen zien elkaar niet. Bij onderdelenleverancier Cermag heb ik mijn onderdelen ook op een week. Zoals het er nu naar uitziet, zullen we eerder in juni onze volgende machines geleverd krijgen omdat nu de voorrang aan wisselstukken werd gegeven.’

GTP: ‘Voor wanneer voorzie je een herstart van de productie in Italië?’

Guido: ‘Bij Goldoni zitten ze nu (half april) te wachten om te kunnen beginnen. Het probleem zit bij Lombardini, dat al stillag sinds midden februari. Daar zal de heropstart veel moeite vragen en langer duren dan bij de andere bedrijven. Tijdens de productie zijn er bij Lombardini veel mensen besmet geweest en zijn er zelfs enkele overleden. Bij Goldoni is er niemand ziek geweest en kon de fabriek gewoon verder. Dan is de heropstart makkelijker. Die typische tweecilinder-motoculteurdiesels die hier veel gevraagd zijn, die worden in Italië gebouwd. Daarvoor hebben we Lombardini nodig.’

GTP: ‘Hoe past het importeurschap in jullie dealerverhaal?’

Guido: ‘Onze zoon Jan zit mee in de zaak, de andere twee kinderen niet. Het feit dat er opvolging is, heeft er ook voor gezorgd dat we het Goldoni-importverhaal zijn opgestart. Onder normale omstandigheden ben ik twee dagen per week op de baan voor Goldoni omdat we heel de Benelux en het noorden van Frankrijk tot voorbij Rijsel bewerken. Goldoni is eigenlijk al veel langer ons huismerk. Omdat het merk in de loop van 1964 zijn importeur kwijtraakte, hebben vier dealers, waaronder wij, besloten om samen Goldoni-machines te kopen. Onder ons vieren hebben we gezamenlijk uitgepakt met een stand op het landbouwsalon op de Heizel. In 1970 is dat importeurschap dan naar EuroGarden, het toenmalige De Saint-Hubert gegaan. In 2018, bijna 50 jaar later, hebben wij dan de gesprekken met Goldoni opgestart om de import zelf te gaan doen. Goldoni-machines vragen een aparte behandeling: aanpassen in functie van de klant, de nodige hulpstukken zoeken … Daar kun je als grootimporteur niet aan beginnen. Elke machine is maatwerk en vraagt een hoge servicegraad.’

GTP: ‘Hoe pakt de coronacrisis uit voor een kersverse importeur?’

Guido: ‘Met het Goldoni-verhaal erbij valt de crisis nogal mee. We verliezen uiteraard omzet in onze winkel, want die moeten we gesloten houden. Naar particulieren ligt het moeilijker want die mogen we niet ontvangen. Maar professionelen die kunnen op afspraak komen afhalen en investeringen blijven grotendeels doorlopen. Internationaal gezien wordt de handel stevig bemoeilijkt, machines en onderdelen zijn langer onderweg en zo. Dat is een feit. Ik blijf daar echter positief bij. Klagen haalt je energie weg, dus we roeien met de riemen die we hebben. We hebben onze wisselstukken die nog draaien en machines worden nog geleverd. Wat in Italië of hier op stock is, kunnen we uitleveren. Dat is in deze tijd zeker een meerwaarde. Op zich is het een nichemarkt, deze motoculteurs en tractoren. We zoeken hoe we als machinedealer meerwaarde kunnen blijven bieden en door deze crisis worden we eens wakker geschud. Ik realiseer mij al langer dat het handgereedschap op accu een internetproduct gaat worden en dat je daar als importeur- verdeler geen toegevoegde waarde meer kunt bieden. Ik voorzie dat we in machines tot pakweg 400 euro (de particuliere machines) een stuk omzet gaan verliezen aan het internet, maar dat men in alles wat daarboven gaat de weg naar de tuinmachinedealer wel gaat blijven vinden. Ik zie daar nog eerder een groei komen. De grotere machines met gespecialiseerde toebehoren, die kopen de professionele gebruikers niet op internet. Die willen meer werk met voldoening en omzet met minder gedoe. Toen we eind 2018 Goldoni overnamen, werd er een twintigtal machines in de Benelux geleverd. Dat zijn de cijfers die ik van Goldoni gekregen heb bij de overname. Eind 2019 zijn wij gestopt met 54 verkochte motoculteurs en nog 12 in backorder. En in dit voorjaar zitten we al rond de 20 verkocht machines. Maar zoals ik al aangaf: in de verkoop van deze machines kruipt tijd en energie. Nu zitten we in deze periode wat moeilijk qua productie en levering. Ik heb in Duitsland, in Spanje en in Portugal nog wat stock gekocht om mijn klanten verder te kunnen helpen. Uit die landen komen dan eerder de kleinere machines, de eencilinders. Die tweecilinders, dat is een typisch Benelux-verhaal. Vandaar dat de Italianen ook niet zo veel motoren op stock hadden.’

GTP: ‘Dus het importeurschap van Goldoni kwam op het juiste moment?’

Guido: ‘Wij zijn trouw aan merken als we voelen dat de relatie wederzijds is. Wij beperken ons dan ook tot de merken die we echt al lang en goed doen. Was er een ander merk dan Goldoni op ons pad gekomen, dan waren we daar niet op ingegaan. Goldoni is sinds 1964 eigenlijk altijd met onze zaak verbonden geweest. Wij zijn een familiebedrijf en dat is met Goldoni hetzelfde. Ons contact met de familie gaat iets verder dan zakelijk. Bij Goldoni zelf werken er ook hele families die in en rond het stadje Carpi wonen. Bij de afdeling onderzoek & ontwikkeling zit er ondertussen terug iemand van de familie. Ik zie de familie het bedrijf op termijn terug inkopen. Goldoni en de Italiaanse staat hebben nu een soort ‘inkooprecht’ voor de aandelen. In 2015 zou de familie nog zowat 7% van de aandelen in portefeuille hebben gehad en ondertussen zou dat al tot 32% zijn verhoogd. De familie zou graag naar 51% gaan. Nu zijn er terug 3 neven en nichten die de zaak nieuw leven willen inblazen en het bedrijf terug in de familie brengen, de achterkleinkinderen van de stichter. Dat geeft vertrouwen.’

Ook interessant voor jou