Transitie betekent beweging en overgang naar iets anders. Om kort uit te leggen wat er speelt, willen we beginnen met het verhaal van de kikkers in warm water. Een kikker is immers een amfibie die zich perfect aan zijn omgeving kan aanpassen. Dezelfde eigenschap die de mens ook heeft.
Een bioloog die geïnteresseerd was in de effecten van temperatuurstijging heeft eens een experiment uitgevoerd met kikkers om te testen waar hun temperatuurgrens ligt. De eerste kikker deed hij in een ruime glazen kom met koud water. De glazen bol was ondiep. De kikker zou er gemakkelijk uit kunnen springen. De glazen kom zette hij op een zacht vuurtje. Vervolgens verhoogde hij de watertemperatuur telkens met 5 graden Celsius en bij elke temperatuursverhoging stopte hij er een andere kikker bij in. Hoe warm het water ook werd, de kikkers bleven allemaal zitten. Op een zeker moment stopte de bioloog weer een kikker in het inmiddels erg warme water. Maar deze kikker sprong er onmiddellijk weer uit. Hij probeerde met nog een andere kikker, maar er gebeurde precies hetzelfde. De kikkers die nog steeds in het hete water zaten, waren inmiddels helemaal suf geworden. Niet in staat om ook maar iets te doen. Hier stopte de bioloog zijn experiment. Anders zouden ze door oververhitting zijn omkomen.
Het verhaal van de gekookte kikker kan op een aantal manieren worden uitgelegd. Wat het in ieder geval aangeeft, is dat veranderingen anders of harder kunnen gaan dan je zelf in de gaten hebt. Dat ze in eerste instantie zelfs ‘comfortabel’ kunnen aanvoelen. Dat is wat ze ‘conditionering’ noemen. Alleen die ene kikker van buiten, die snel weer uit de kom springt, voelde dat er iets mis was. Hertzelfde gebeurt nu met al de veranderingen rondom ons: de temperatuur gaat stapsgewijs omhoog, weinig mensen voelen dat er vanalles schort, en de meesten ‘laten zich koken in het water.’
En nu het verhaal van wat er in de wereld gaande is.
Jan Rotmans, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, is een internationale autoriteit op vlak van duurzaamheid en transitie. Hij verdiept zich al meer dan 30 jaar in ‘transitie’ en probeert de kanteling van de economie en de maatschappij te volgen en in beeld te brengen. Hij voorziet dat het nog een jaar of 10 onrustig blijft en we dan naar een nieuw soort dynamisch evenwicht zullen gaan.
Hij ziet daarbij drie ontwikkelingen: we krijgen een ander economisch fundament, een nieuwe maatschappelijke ordening en een machtswisseling. Doordat deze alle drie samen plaatsvinden en elkaar versterken, zal er een nieuw tijdperk ontstaan dat van onderuit groeit.
Om het van onderuit te kunnen laten groeien tot een krachtige beweging moeten we met elkaar nog meer kennis delen en ontwikkelen.
We lichten deze drievoudige kanteling toe.
Oude orde Nieuwe orde
Traditionele media (tv, radio) Nieuwe media (o.a. internet)
Krantencolumns Blogs
Politieke partijen Bewegingen
Representatieve democratie G-1000 initiatief
Traditionele vakbond Freelancers Union
Grote energiebedrijven Lokale energie-initiatieven
Commerciële banken Financiële coöperaties
Verzekeringsbedrijven Broodfondsnetwerken
Bouwbedrijven 3D-printerhubs
Thuiszorgorganisaties Lokale zorginitiatieven
Oude economie Nieuwe economie
Exploitatie Coöperatie
Centraal Decentraal
Aanbodgestuurd Vraaggestuurd
Fossiel Duurzaam
Vervuilend Schoon
Waarde ontlenen Waarde creëren
Massaproductie Maatwerk
Bezit Gebruik
Globaal Glokaal (globaal & lokaal)
Individuen Gemeenschap
Lineair Circulair
Creativiteit wordt de nieuwe macht
De machtswissel van de nieuwe orde van onderop vormt een nieuwe macht. Macht wordt niet langer alleen bepaald door grootte, omvang of financieel vermogen, maar zal meer en meer overgaan in het vermogen om zich slim, snel en doelgericht te organiseren en in te spelen op veranderingen.
Er vindt een verschuiving plaats van gevestigde en destructieve macht naar innovatieve en transformatieve macht. Vandaag is de gevestigde macht nog superieur in termen van het ‘beschermen’ van de bestaande hulpbronnen: kennis, geld, lobbykracht, fossiele brandstoffen, infrastructuur enzovoort.
Als deze drie veranderingen fundamenteel van aard zijn, en op alle terreinen voorkomen en elkaar in dezelfde richting versterken, spreken we van een verandering van tijdperk. Dat is een unicum dat maar door enkele generaties kan worden ervaren.
Jan Rotmans: ‘Ons menselijk brein is van oudsher, vanuit de evolutionaire ontwikkeling, gericht op stabiliteit en continuïteit. Maar als je zo’n ontwrichtende periode hebt als nu, dan moeten we bijna contra-intuïtief gaan denken en handelen en wordt verandering de constante.’
‘In een periode van extreme verandering (zoals nu) zie je altijd polarisatie: dingen worden extremer gesteld en uitvergroot. Mensen worden in kampen verdeeld en tegen elkaar opgezet. We zitten nu in een kantelperiode tussen twee tijdperken in. Dat is te zien aan chaos, turbulentie, onrust, massale ontslagen, hoge werkloosheid, afbraak en toename van conflicten. De kans is groot dat een grote groep mensen niet meekan en dreigt af te haken.’
‘We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk.’
Jan: ‘Ik denk dat het nog een jaar of 10 heel onrustig blijft en dat dan stilaan die nieuwe zienswijzen of inzichten indalen en we naar een nieuw soort dynamisch evenwicht gaan. Dit zijn hypothesen die gebaseerd zijn op eigen ervaringen. Ik ben hier al meer dan 30 jaar mee bezig. De energietransitie, de klimaatdiscussie en wat daaruit volgt, zijn zaken waar ik drie decennia geleden als een van de eersten mee begon.’
‘De ‘nieuwe’ samenleving wordt dan niet per se mooier, maar is beter voorzien op de eisen die de nieuwe tijd stelt. De huidige gevestigde orde is gericht op oude systeemwaarden.’
De waarden van de nieuwe orde zorgen voor een verschuiving van die systeemwaarden naar menswaarden:
Jan: ‘De systemen die we lang geleden hebben opgezet – onderwijs, gezondheidszorg, arbeidsvoorziening – hebben heel lang goed gefunctioneerd. Maar we hebben de neiging tot over-organiseren. Die systemen nemen het dan van ons over en de werking wordt te complex en te bureaucratisch. Op een gegeven moment doorzien we die complexiteit niet meer. De mensen verwijzen dan naar het systeem: wij willen veranderen, maar het systeem maakt het ons onmogelijk, is hun excuus.’
‘Maar: wij zijn het systeem, we hebben het zelf bedacht en opgezet. Wij hebben dus ook het vermogen om dat weer terug te pakken. Dat is de hoop die ik mensen wil meegeven.’
De ‘gevestigde orde’, het regime zoals we dit nu kennen, is nog superieur in het beschermen van bestaande hulpbronnen en zal er alles aan doen om ons te doen geloven dat die systemen tot onze dienst staan. Op die manier houdt ze ons in de greep. Denk bijvoorbeeld aan de berichtgeving rond corona en een vaccin. Dat is ook de reden waarom ‘het systeem’ er nu alles aan doet om de mensen in de pas te houden. In de plaats van zich aan te passen aan de stroom van de tijd probeert het systeem zichzelf halsstarrig overeind te houden met veel machtsvertoon. Dat is eigen aan een verandering van tijdperk.
Jan: ‘Elke grote transitie impliceert een machtswisseling. In deze kwetsbare periode kun je met een slimme groep mensen een doorbraak creëren. Tegelijk moet je ook beseffen dat het een harde strijd is, omdat het om macht gaat. Ik neem nu het voorbeeld van Uber bij de taxi’s en Airbnb. Dat zijn twee formules om dingen heel efficiënt te maken. Maar wil je echt blijvend succes hebben, dan moet je als zo een bedrijf fatsoenlijk met mensen omgaan en hen ook normaal betalen. Als je dat niet doet, maak je je schuldig aan misbruik. Dat kan niet in de nieuwe economie. Die overgang van oud naar nieuw heeft tijd nodig. Het komt hierop neer: als je middelen verspilt, je de klant niet centraal stelt en niet transparant bent, ben je vatbaar voor disruptie.’*
*Disruptie ontstaat als succesvolle bedrijven die geconfronteerd worden met technologische verandering hardnekkig dezelfde keuzes blijven maken als die waarmee ze in eerste instantie succesvol werden. Denk aan Nokia en de smartphone, nadat Apple zijn iPhone lanceerde).
Jan: ‘Centrale systemen voor geld, data, kennis, zorg, muziek, films, energie, verzekeringen, reizen en educatie zijn niet meer nodig. Dat vraagt om radicale innovatie, niet om een breed draagvlak. Radicaal wil zeggen dat aan de bestaande belangen wordt getornd en dat impliceert een machtsverschuiving. Een breed draagvlak betekent toenemende aanpassingen en impliceert dat de bestaande machtsorde intact blijft. Oude wijn in nieuwe zakken. Dat werkt niet: radicale innovatie en een breed draagvlak zijn onverenigbaar.’
N.v.d.r.
Met de wetenschap van wat we hierboven lezen, kunnen we de coronacrisis beter bekijken als een kans om te groeien en open te staan voor veranderingen. Het is tegenover onszelf en de volgende generaties niet fair om nu bij de pakken te blijven zitten en te klagen. We zitten nu in een ‘overgangsfase’ en corona is de versneller. De oude machtsstructuren zijn aan het afbrokkelen en doen er alles aan om zich te manifesteren. Maar de natuur heeft haar eigen wetten en daar kan de mens niet aan tornen.