Tussen Kerstmis en Nieuwjaar trokken we naar de Golfclub des Fagnes in Spa. Deze club, die ondertussen 90 jaar bestaat, situeert zich op een hoogte van 360 meter en dat vereist een aangepaste aanpak. De zerofytowetgeving wordt hier aangegrepen als een kans om zich nog meer te richten op kwalitatief werk. Een uitgesproken troef voor dit golfterrein zijn de talrijke bronnen uit de omgeving die voor voldoende water zorgen, ook tijdens drogere periodes. We hadden een gesprek met Raymond Ruelle, een van de beheerders van de club en tevens ook de verantwoordelijke voor het parcours en de infrastructuur. Onze tweede gesprekspartner was Steve Parotte, de greenkeeper.
De 18-holesbaan van Spa werd in 1930 aangelegd onder leiding van de bekende architect Simpson. Zoals de meeste golfbanen van die tijd werd dit parcours ontwikkeld in een bosrijke omgeving. De charme van weleer biedt een zekere oerdegelijkheid, maar levert ook een aantal problemen op bij het dagelijkse onderhoud. Op dit moment telt de club zowat 570 leden die ook regelmatig komen spelen. Daarnaast heeft ze ook leden die niet noodzakelijk spelen. Doordat er geen geld meer gevraagd wordt bij het toetreden tot de club is het aantal leden duidelijk gestegen. Maar de club telt ook een groot aandeel oudere, trouwe leden. Raymond Ruelle vervolgt: ‘We proberen op regelmatige tijdstippen nieuwe leden aan te werven. Het blijft echter moeilijk om jongere mensen aan te trekken, zeker in de leeftijdsklasse van 25 tot 35 jaar. Jongeren komen hier regelmatig spelen, maar eens ze met hun hogere studies beginnen en daarna werk vinden, hebben ze er geen tijd meer voor. We proberen ook initiatielessen te organiseren met scholen, maar deze geven meestal de voorkeur aan sporten die meer in de kijker staan. We moeten daar gezamenlijk iets proberen aan te doen als we onze toekomst veilig willen stellen.’
Het onderhoudsteam voor de golfbaan bestaat uit één hoofdgreenkeeper en vijf greenkeepers. Tijdens de zomermaanden worden ze bijgestaan door één of twee werkkrachten met een tijdelijk arbeidscontract.
Raymond Ruelle: ‘We proberen zoveel mogelijk in eigen beheer uit te voeren. Enkel de grotere werkzaamheden, zoals de volledige heraanleg van een hole bijvoorbeeld, worden uitbesteed. De laatste drie jaar hebben we ook beroep gedaan op een externe firma om een aantal bomen te vellen en te snoeien tijdens de wintermaanden. Dit gaat dan om een omvangrijk project in een sterk bebost gebied, een taak waar wij niet voor uitgerust zijn. Verder voeren we bijna alles zelf uit. Daardoor kunnen we onmiddellijk actie ondernemen als er iets hapert en kunnen we het werk uitvoeren op het ideale moment. Soms kan het zijn dat het ’s morgens te koud of te vochtig is om een bepaald werk uit te voeren, maar dat het een paar uren later wel mogelijk is in veel betere omstandigheden. Met externe firma’s werken biedt ons minder flexibiliteit.’
Deze golfclub bevindt zich op een hoogte van 360 meter en is daarmee ook de hoogste van België. Raymond Ruelle: ‘Het betekent echter ook dat het seizoen één maand later begint in het voorjaar, en één maand vroeger eindigt in het najaar. Om maar een idee te geven: verleden jaar hebben we nog sneeuw gehad op 12 mei. Over heel het jaar gezien is er ook meer vorst. Omdat de weersomstandigheden sterk kunnen verschillen met deze in andere delen van het land is het hier meer dan noodzakelijk om op het juiste tijdstip actie te ondernemen om onnodige risico’s te vermijden.’
Zoals bij alle golfbanen die zijn aangelegd in de eerste helft van de vorige eeuw werd er nauwelijks rekening gehouden met het onderhoud achteraf. De komst van de zerofytowetgeving maakt de zaken er niet eenvoudiger op. Raymond Ruelle: ‘We hebben het roer volledig moeten omgooien. Fytoproducten waren een gemakkelijke hulp want het effect was gegarandeerd en de golfbaan lag er perfect bij. Iedere golfspeler heeft graag een mooie grasmat, dus het liep perfect. We hebben onze aanpak volledig moeten aanpassen en dat maakte dat we ook externe hulp moesten inroepen. Ten eerste vertrouwen we op Frédéric Cahay, onze externe consulent. Hij maakt een jaarlijks basis interventieplan op met de belangrijke werkzaamheden en interventies. Daarnaast komt hij ook elke woensdag langs om te zien hoe het terrein verder evolueert. Hij reikt ons talrijke oplossingen aan die hijzelf vergaard heeft tijdens zijn buitenlandse reizen, in zijn studietijd en uit de praktijk bij andere golfclubs.
Daarnaast volgen we al een tijdje de vergaderingen van de GAB. Het laat ons toe om, naast de gewonnen informatie, ook in contact te blijven met andere greenkeepers die geregeld met dezelfde problemen zitten. Op ons eigen terrein voeren we ook kleinschalige testen uit om te zien wat in de praktijk werkt en wat niet. Het is immers niet omdat iets in Laag-België werkt dat dat bij ons ook het geval zal zijn. Er is nog heel wat te doen omtrent zero fyto en ik ben ervan overtuigd dat we binnen enkele jaren over heel wat alternatieve producten zullen beschikken zodat het onderhoud terug eenvoudiger zal verlopen. We zitten nu in een overgangsfase waarin het nog wat zoeken en verloren lopen is. Tot nu toe blijven de fairways voor de grootste problemen zorgen omdat er geen selectieve producten bestaan zoals dat bijvoorbeeld wel het geval is voor de greens. We moeten ook een knop durven omdraaien en de natuur voor een deel haar gang laten gaan, iets wat tot voor kort nog ondenkbaar was op een golfbaan.’
De regio rond Spa wordt gekenmerkt door talrijke bronnen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het mineraalwater met dezelfde naam. Als gevolg daarvan is de watervoorziening over het algemeen geen probleem. Raymond Ruelle vervolgt: ‘Bij droogte pompen we grote hoeveelheden water op om aan de waterbehoeften van het parcours te voldoen. Zelfs tijdens een min of meer intensieve watertoediening daalt het niveau van de vijver nauwelijks. Als gevolg hiervan hebben we gekozen voor een beregeningssysteem dat niet alleen water levert aan de greens, maar ook aan de tees en fairways. Omdat de beschikbaarheid van water geen probleem is, hebben we tot nu toe nog niet moeten investeren in een uitgekiend systeem om water beter te beheren en te doseren, geld dat we voor andere investeringen konden gebruiken.’
De Golfclub des Fagnes koos ervoor om zoveel mogelijk werk in eigen beheer uit te voeren. Bijgevolg investeerde de club in de nodige machines. Bij de investeringen ligt de nadruk niet zozeer op de modernste machines, maar wordt er eerder gekozen voor betrouwbaarheid van het materieel en eenvoud in gebruik. Omdat het parcours vrij hellend en ongelijk is, hecht de club veel aandacht aan maaiers met onafhankelijkemaaielementen. Raymond Ruelle vervolgt: ‘Onze werkomstandigheden zijn doorgaans moeilijker dan op een gewoon parcours en de machines zien hier veel meer af. Voordat we een machine kopen, wordt deze ook bij voorkeur getest door onze greenkeepers. Zij moeten er tenslotte dagelijks mee rijden en ze moet hen ook bevallen. Verder speelt het financieel aspect uiteraard een rol en daarnaast moeten de machines eenvoudig, gemakkelijk in onderhoud en betrouwbaar zijn. We hebben geen voorkeur voor merken. Vroeger was er wat Toro op het terrein, maar in de loop der jaren zijn er vooral John Deere machines bijgekomen. We kiezen immers voor de doeltreffendste en meest aangepaste machine in functie van onze werkomstandigheden. Onlangs hebben we ook een nieuwe vertikuteerder met opvangbak gekocht. Investeren in degelijke machines zorgt ervoor dat we het niveau van het parcours verder kunnen laten evolueren. Tegelijkertijd ligt de capaciteit ook een stuk hoger waardoor we nog efficiënter kunnen werken.’
Raymond Ruelle besluit: ‘Naar de toekomst toe moeten we voortdurend blijven leren en openstaan voor nieuwe technieken en producten. Alleen zo kunnen we het parcours verder uitbouwen en up-to-date houden. Onze leden zijn veeleisend en het is dan ook niet altijd eenvoudig om tegelijk aan de nieuwe wetgeving te voldoen en iedereen tevreden te stellen. Maar we werken er iedere dag aan!’