De gemeente Libin is tot ver in het buitenland gekend, onder meer voor het Euro Space Center en het boekendorp Redu. Een groot deel van de oppervlakte van de gemeente wordt ingenomen door bossen, en hout is een belangrijke bron van inkomsten. Wat opmerkelijk is aan Libin is dat tijdens de afgelopen jaren de verschillende gemeentelijke diensten onder de loep werden genomen en voortaan gerund worden zoals een privébedrijf. Een aantal mensen uit de privésector werd aangeworven om de openstaande posten in te vullen. We hadden een gesprek met Anne Laffut, de burgemeester, en Manou D’Almeida, de verantwoordelijke van de technische dienst.
De gemeente Libin strekt zich uit over bijna 14.000 hectare en omvat acht dorpen: Anloy, Glaireuse, Lesse, Ochamps, Redu, Smuid, Transinne en Villance. Burgemeester Anne Laffut vervolgt: ‘De afstand tussen de verschillende dorpen is vrij groot en de gemeente telt niet minder dan 400 kilometer openbare wegen. Het is een echte plattelands- en bosgemeente, met amper 5.400 inwoners, wat neerkomt op circa 35 inwoners per vierkante kilometer.’
‘Als ik de gemeente kort moet omschrijven gebruik ik altijd onze leuze Entre ciel et terre. We zijn vooreerst een groene gemeente die aan de ene kant gegeerd is voor lange wandelingen, het contact met de natuur, even tot rust komen enzovoort. Aan de andere kant speelt de economie ook een grote rol, met vooral het ruimtevaartcentrum van het ESA (European Space Agency) en de verdere ontwikkelingen op economisch gebied. Al bij al is het heel leuk om deze op het eerste zicht tegenstrijdige polen verder te kunnen ontwikkelen zodat ze bijdragen tot het welzijn van Libin.’
Libin is een bosbouwgemeente met maar liefst 9.000 hectare bossen, waarvan ongeveer 6.000 hectare eigendom van de gemeente is. Laffut: ‘De gemeentelijke diensten hebben dus heel wat werk om deze te onderhouden. Onze mensen zijn vrijwel dagelijks bezig met de nodige aanplantingen, de tussentijdse opkuiswerkzaamheden tussen de bomen of het opruimen van omgewaaide bomen. Grotere werkzaamheden worden uitbesteed aan gespecialiseerde aannemers uit de buurt. De gemeentelijke bossen zijn tevens een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente. Traditiegetrouw organiseren we een grote openbare verkoop van grote loten de derde vrijdag van oktober. Er wordt eerst een waardebepaling uitgevoerd door de medewerkers van het DNF (Département Nature et Forêts). Vervolgens worden de loten verkocht, niet per opbod, maar wel per afbod, wat het geheel nog aantrekkelijker maakt. Deze loten worden uitsluitend aan professionele klanten verkocht. Daarnaast organiseren we meestal ook een tweede openbare verkoop in het voorjaar en kunnen er ook nog bijkomende verkopen plaatsvinden, na stormschade bijvoorbeeld. Deze verkopen zijn een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente en vertegenwoordigen meer dan 20% van het jaarlijks budget. Verder zijn ook de jachtrechten een niet te verwaarlozen inkomstenbron.’
Naast de bosexploitatie zet de gemeente volop in op de verdere economische groei van Libin. Laffut: ‘De ESA kwam zich vijftig jaar geleden in Redu vestigen. Ongeveer dertig jaar geleden werd dan het Euro Space Center gebouwd en ondertussen groeide het geheel uit tot een Europese pool voor ruimtevaart. De nieuwe Galaxia-bedrijvenzone legt de nadruk op start-ups in de ruimtevaart en onder meer Galileo kwam zich hier twee jaar geleden vestigen. Van hieruit wordt alle grondgebonden infrastructuur van Galileo op wereldwijde basis beheerd. We mogen terecht fier zijn dat we dergelijke vooruitstrevende bedrijven op ons grondgebied kunnen verwelkomen.’
Libin ontsnapt aan het massatoerisme, maar verwelkomt heel het jaar rond wel een pak toeristen. Laffut: ‘Veel mensen komen naar hier om in onze uitgestrekte bossen te wandelen tijdens de zomermaanden, in het najaar of bijvoorbeeld als het sneeuwt. Het is niet altijd eenvoudig om de verlangens en de beperkingen van de verschillende doelgroepen te laten samenstromen. Daarbij denk ik dan aan de behoeften van de wandelaars en de jagers tijdens de jachtperiode. Voortdurend in dialoog gaan helpt om heel wat misverstanden te voorkomen en een plaatsje voor iedereen te vinden.’
De gemeente telt een aantal hotels en restaurants, maar ook heel wat gites, die het jaar rond drukbezet zijn. Op jaarbasis trekt het boekendorp Redu heel wat toeristen aan en daarnaast is het Mudia (Musée Didactique d’Art) ook een publiekstreffer. Elk weekend valt er wel iets te beleven.
Doordat de gemeente over heel wat bossen beschikt, blijft het nodig om een deel van het hout dat niet in aanmerking komt voor de openbare verkopen optimaal te valoriseren. De gemeente investeerde in 2008 in een grote verwarmingsketel die op houtsnippers werkt en zowel de gemeentelijke gebouwen van warmte en warm water voorziet als een twintigtal privéwoningen in dezelfde buurt. De verwarmingsketel van Schmid heeft een vermogen van 550 kW en doordat er zowel openbare als privégebouwen verwarmd worden, wordt de capaciteit van de verwarmingsketel goed benut. De vraag is overdag immers groter bij de openbare dan bij de privégebouwen, en andersom.
De dienst Openbare Werken telt momenteel rond de twintig medewerkers. Manou D’Almeida vervolgt: ‘We hebben gekozen voor een gezonde mix tussen werken in eigen beheer en werken met onderaannemers. Ik ben van mening dat wat we zelf doen meestal beter uitgevoerd is. Specifiek voor Libin is dat we ons eigen waternet beheren en dus ook onderhouden. Hier kruipt wel veel tijd in: nieuwe aansluitingen voorzien, de bestaande herstellen of onderhouden … Dezelfde ploeg is ook bezig met rioleringswerken en afwateringen.’
‘We beschikken over een goed uitgerust machinepark en voor bepaalde specifieke werkzaamheden of voor machines die we maar sporadisch gebruiken, doen we beroep op een verhuurbedrijf. Op deze manier kunnen onze eigen mensen de werkzaamheden zelf uitvoeren met de meest gepaste machines. Dat gaat meestal sneller en er komt minder administratie aan te pas.’
Tijdens ons bezoek waren de gemeentelijke arbeiders de laatste bermen aan het maaien, terwijl de veegwagen zijn dagelijkse ronde deed in een van de gemeentelijke dorpen.
Manou D’Almeida: ‘Ik werk ondertussen al zeventien jaar voor Libin en ben sinds 2019 verantwoordelijk voor de openbare werken. De laatste jaren hebben we de gemeentelijke diensten sterk gemoderniseerd. Enkele medewerkers zijn vertrokken en we hebben resoluut gekozen om deze te vervangen door mensen uit de privésector. We wilden efficiënter kunnen werken en tegelijk het verouderde imago van gemeentelijke diensten die liever lui dan moe zijn omkeren. We hebben nu een perfect geolied team, dat dan ook bergen verzet. Naast de openbare ruimtes en het groen zijn we ook verantwoordelijk voor het onderhoud van de gebouwen van de gemeente, met onder meer twee sportcentra, vijf scholen en enkele kerken.’