Hoe vervoer je gevaarlijke producten?

1 mei 2024
Koen Pans
Koen Pans, De Hovenier en fabrikanten

Elke ochtend gaat iedere arbeidersploeg van eender welk groenbedrijf met de bestelwagen op pad. Verschillende machines worden in de laadruimte gelegd met natuurlijk ook de brandstof voor die machines, zoals bijvoorbeeld 20 liter diesel in een metalen jerrycan, 5 liter benzine in een plastieken en – oh ja – ook nog die kettingzaagolie. Maar mogen we dat allemaal zomaar op die manier vervoeren? En hoeveel mogen we vervoeren?

ADR

Als we gevaarlijke stoffen vervoeren, moeten we ons houden aan de internationale ADR-regels. Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die bijvoorbeeld brandbaar, ontplofbaar, giftig of bijtend zijn. In eerste instantie zijn de ADR- regels bedoeld voor transporteurs die dagelijks met grote hoeveelheden in eigen land of internationaal op de baan zijn. Ze gelden echter ook bij elk transport van gevaarlijke stoffen over de weg voor ieder van ons. Maar er bestaan enkele uitzonderingen.

Particulier

Wanneer je als particulier gevaarlijke producten vervoert voor eigen gebruik heb je een volledige vrijstelling van ADR-regels. Dat betekent niet dat alles kan want er zijn enkele voorwaarden. Zo mag je in totaal tot maximaal 240 liter aan gevaarlijke stoffen vervoeren in recipiënten (jerrycans) van maximaal 60 liter. Die recipiënten hoeven niet aan specifieke vereisten te voldoen, maar ze mogen niet lekken en alles moet goed vastgemaakt worden in het voertuig.

Werksituatie: eigen gebruik

In de professionele sfeer waar je in een werksituatie zit en de gevaarlijke stoffen vervoert om zelf te gebruiken geniet je ook een volledige vrijstelling. Maar wat bedoelt men nu onder ‘vervoeren om zelf te gebruiken’?

Stel een persoon rijdt met een voertuig met machines en brandstof naar een werkplek. Op die werkplek gaat de chauffeur eventueel met collega’s zelf aan de slag met de machines en de brandstof. Met andere woorden: de producten die worden vervoerd, worden gebruikt door de vervoerder op de plek waar hij/zij naartoe rijdt. Dat is de betekenis van ‘vervoeren voor eigen gebruik’. Voor deze groep gelden dezelfde regels als bij particulieren, namelijk dat er geen specifieke recipiënten of verpakkingen nodig zijn, dat de lading goed vast moet staan en dat de verpakking niet mag lekken. Wat betreft de grootte van de verpakking en de hoeveelheid zijn er wel andere regels. Zo mag het recipiënt maximaal 450 liter groot zijn en de hoeveelheid die vervoerd mag worden, hangt af van het product.

Wanneer verschillende soorten producten worden vervoerd, dan moet je de 1.000-puntenregel volgen. Die gaat als volgt. Elk gevaarlijk product is opgedeeld in een bepaalde vervoerscategorie (zie volgende tabel).

Vervoercategorie

Max. hoeveelheid in kg of liter

Omrekenfactor punten

0

0

 

1

20

x50

2

333

x3

3

1.000

x1

4

onbeperkt

 

Aan elke vervoerscategorie is een bepaalde maximaal te vervoeren hoeveelheid gekoppeld.

Dit is hetgeen één vervoerseenheid (voertuig met of zonder aanhanger) mag vervoeren. De meestgebruikte producten die in de groensector worden vervoerd zitten in categorie 2 of 3. Benzine en gas (butaan/ propaan) zitten in vervoerscategorie 2 en diesel zit in vervoerscategorie 3. Als je nu een combinatie van die producten vervoert, moet je de hoeveelheid vermenigvuldigen met de omrekenfactor. De uitkomst tel je samen en die mag niet hoger zijn dan 1.000 punten. Als je bijvoorbeeld een tankcontainer van 450 liter diesel vervoert samen met 5 jerrycans van 25 liter benzine heb je volgende berekening:

  • Voor de diesel hebben we 450 x 1 = 450 punten.
  • Voor de benzine komen we op 5 x 25 x 3 = 375 punten.
  • Samengeteld is dat 450 + 375 = 825 punten.

Dit is minder dan 1.000 en mag dus vervoerd worden in het kader van eigen gebruik zoals hierboven geschetst.

Werksituatie: bevoorrading

Wanneer je in een werksituatie gevaarlijke goederen vervoert niet om ze zelf te gebruiken, maar om ze van punt A naar punt B te brengen, dan doe je aan ‘bevoorrading’. Als er iemand met een voertuig brandstof vanuit de loods naar de collega’s op de werf brengt, maar zelf niet gaat meewerken, of wanneer je een bepaalde hoeveelheid brandstof gaat ophalen bij een verdeler om ze in de loods te stockeren, dan is dat strikt genomen bevoorraden. Dan zit je eigenlijk wel in het echte ADR-transport waar veel strengere regels aan verbonden zijn. Ook hier zijn er uitzonderingen en spreken we van een gedeeltelijke vrijstelling wanneer je binnen bepaalde hoeveelheden blijft.

De grootte van de recipiënten is hier onbeperkt, maar ze moeten wel gekeurd en getest zijn. Met andere woorden: op de verpakking moet een kenteken of codering staan die vaak in de verpakking gedrukt is en altijd begint met het volgende icoontje:

De recipiënten moeten tevens voorzien zijn van de nodige etiketteringen en markeringen (of signalisatie). Welke deze signalisatie is, vind je terug in het veiligheidsinformatieblad of SDS-fiche (rubriek 14) dat voor elk gevaarlijk product bestaat. Voor benzine is dat een rode ruit met een vlam waarbij de UN-code 1203 van benzine staat. In de ruit staat nog de productklasse van benzine (en diesel) namelijk 3. De markering voor diesel is identiek, alleen is het UN-nummer van diesel 1202.

De maximale hoeveelheden die bij dit soort transport horen, zijn beperkt en volgen de regels die gelden voor het transport zoals hierboven beschreven wanneer je voor eigen gebruik rijdt. Zie hiervoor dus de tabel en volg voor de combinatie van producten de 1.000-puntenregel.

Naast het verplichte gebruik van gekeurde en gemarkeerde recipiënten zijn er nog enkele belangrijke voorwaarden verbonden aan het vervoer voor bevoorrading:

  • Alles moet goed vast staan in het voertuig en er mag niets kunnen
  • lekken, zoals ook bij de andere transporten.
  • Er geldt een totaal rookverbod zowel tijdens het rijden in de wagen als
  • tijden het laden en lossen.
  • De verpakkingen mogen tijdens het transport niet opengemaakt worden.
  • Een kunststoffen jerrycan of tank die gekeurd moet zijn en die eventueel
  • hergebruikt wordt, mag maximaal 5 jaar oud zijn. Die maximale leeftijd
  • geldt enkel voor bevoorrading.
  • Je moet een zaklamp bijhebben om in bepaalde situaties toch alles te
  • kunnen controleren.
  • Er moet een brandblusser ABC van 2 kg aanwezig zijn.
  • Je moet een ingevuld CMR-vervoersdocument bijhebben. Daarop
  • moet altijd de afzender en de bestemming ingevuld zijn, de datum … maar zeker ook de naam van hetgeen je vervoert met de juiste UN-code en aantal verpakkingen. Hier moet je ook de berekening maken i.v.m. de 1.000-puntenregel.
  • De chauffeur moet een beperkte opleiding gekregen hebben. Deze moet doelgericht zijn en mag gegeven worden door iemand van het bedrijf zelf, maar er moet wel bijgehouden worden wanneer de opleiding heeft plaatsgevonden.

Wat met?

  • Wanneer je producten vervoert die buiten deze beschreven transporten vallen, zoals het transport van grotere hoeveelheden, dan val je sowieso onder de volledige ADR-regels en moet je bijvoorbeeld als chauffeur een ADR-certificaat behaald hebben.
  • Voor het transport van gasflessen (onkruidbrander) en ook batterijen (lithiumion) voor eigen gebruik gelden dezelfde regels als voor benzine. Ze zitten in dezelfde vervoerscategorie 2 en moeten op die manier ook in die 1.000-puntenregel samengeteld worden. Bij de bevoorrading moeten er op de flessen en de verpakkingen van batterijen de nodige pictogrammen staan. Omdat de hoeveelheden van gasflessen en batterijen eerder beperkt zijn, zal er meestal geen probleem ontstaan met het overschrijden van hoeveelheden. Let op, hier geldt ook de regel dat de producten goed vast moeten staan in het voertuig.
  • Het transport van gesloten, lege, ongereinigde jerrycans van zowel benzine als diesel behoort tot vervoerscategorie 4 en deze kunnen dus in onbeperkte hoeveelheden vervoerd worden
  • Het vervoer voor eigen gebruik en bevoorrading van pesticiden, smeermiddelen en AdBlue valt buiten de ADR-regels en daar zitten dus geen beperkingen op het transport. Let wel, sommige pesticiden vallen wel onder de ADR-regels. Raadpleeg daarom altijd de SDS-fiche rubriek 14.
  • Alle brandstoffen die dienen voor het aandrijven van het voertuig waar je mee rijdt vallen ook volledig buiten de ADR-bepalingen. Daar zit wel een limiet op van 1.500 liter in de tank van het voertuig zelf en 60 liter in jerrycans die je bij hebt.

Ook interessant voor jou