Op een grillige zaterdagochtend begin oktober zijn we gaan uitwaaien aan het zeetje. Als bestemming viel de keuze op het bedrijventerrein de Noordvaart in Nieuwpoort. We stapten op de geur van de koffiekoeken af bij Pieter Veramme waar de koffie die morgen om 7 uur klaarstond. Rond de tafel zaten ook Jean-Marie & Anja Ameele, broer en zus van het voormalige aannemingsbedrijf Ameele, waar Pieter in 2014 het materieel van overkocht.
Overlater is fier op overnemer
‘Bijna 15 jaar geleden begon Pieter als 18-jarige met zijn eigen grondverzet- en aannemingsbedrijf. In 2014 kocht hij het materieel over van aannemingsbedrijf Ameele uit Westende, een aankoop waarmee hij zijn bedrijf ineens naar een hoger niveau bracht.’
Anja en Jean-Marie Ameele en hun vader besloten om eind 2014 hun aannemingsbedrijf annex containerdienst te stoppen en het materieel te verkopen.
Anja Ameele: ‘In 2014, vader was al een stuk in de 70, besloten we om de zaak van de hand te doen. We hebben onze klanten laten weten dat we gingen stoppen en ons materieel te koop gezet. Daar heeft Pieter op gereageerd. Hij was destijds een concurrent en geïnteresseerd om een groot deel van het materieel te kopen.’
Pieter Veramme: ‘Als jonge tiener stond ik geregeld bij Jean-Marie in zijn kraan. Ergens keek ik wel naar hem op. Hij is een perfectionist op zijn machines en zijn werk en dat trok mij aan. Op mijn 18 jaar ben ik zelf begonnen. Ik heb eerst een jaar of drie met mijn machines in onderaanneming gewerkt om de stiel te leren. Daarna ben ik zelfstandig werk beginnen aannemen en van dan af waren aannemer Ameele en ikzelf eigenlijk concurrenten geworden. Destijds deed Ameele transport, containerdienst en particuliere grondwerken in het deel van de provincie West-Vlaanderen ten zuiden van Oostende zeg maar. Toen hij stopte, voelde het voor mij als het moment om een omslag in mijn bedrijf te maken. Ik beperkte mij toen nog tot kleine tuinaanleg, graszoden leggen, hagen aanplanten, afsluitingen plaatsen, klinkerwerken … Door een deel van hun machines over te nemen zag ik de kans om in het grondwerk te geraken. Ikzelf had toen enkel een graafkraan en een trekker met dumper. Het eerste wat ik bij hen kocht, was een trekker met oplegger. Ik heb zelfs een paar jaar bietentransport voor de suikerfabriek gedaan.’
Groeipijnen
Pieter: ‘Op dit moment volgen de werven elkaar iets te kort op. Dat is natuurlijk goed voor de zaak, maar soms zouden we graag eens ademruimte hebben. We hebben hier op de koer geregeld herstellingen en onderhoud dat we kunnen uitvoeren en op onze sorteerplaats kunnen we ons ook wel een tijdje zoet houden. 90% van onze herstellingen en onderhoud doen we zelf. Voor complexere dingen roep ik dan wel externe hulp in. Zelf onze machines onderhouden is ook onze winst hé. Je ziet de machine van een andere kant als je ook het onderhoud doet. Als je er enkel mee werkt, zie je maar één kant. Problemen worden sneller opgespoord en aangepakt. Als je zelf iets moet herstellen dan ben je ook voorzichtiger als je met die machine moet werken. Het is ook niet slecht dat een medewerker eens een dagje mee sleutelt, dat geeft meer affiniteit met de machines. Je merkt dat ze er daarna anders mee omgaan.’
Werken aan het ‘zeetje’ heeft zo zijn eigenheden
Terwijl we op de vernieuwde website enkele foto’s bekijken van werven in opbouw, komen we in contact met de plaatselijke ‘euvels’ waar grond- en aanlegwerk aan de kust mee te kampen krijgt.
Jean-Marie Ameele: ‘De duinen dat is enorm, je kunt over een afstand van 3 meter makkelijk 2 meter hoogteverschil hebben. We moeten hier dan ook bepaalde technieken toepassen voor beschoeiing. Geen enkel werk is hetzelfde. Bij sommige projecten moeten we creatief leren omgaan met technische innovaties en nieuwe technieken. Dat moeten we dan even uitzoeken waardoor we voor bepaalde werken vaak langer en meer tijd nodig hebben dan op het eerste zicht lijkt. Hier heb je een voorbeeld van zo’n totaalproject dat begint met het bouwrijp maken van het terrein, het uitgraven van oude en leggen van nieuwe riolering, het plaatsen van keerwanden, gieten … tot het verwerken met de groenaanleg. De beplanting op zich besteden we uit. Nog zo’n pittig detail: de grond waar we hier op lopen, is grotendeels zand. Als je daar zo’n dag in rondgezeuld hebt, dan voel je je beenspieren wel. En voor de afwisseling hebben we, verder naar het binnenland toe, nog eens de zware klei.’
Pieter: ‘Als wij zo’n aanvraag krijgen voor een totaalproject tot en met de beplanting, dan vragen we het plan van een tuinarchitect en dat voeren wij dan uit. In de meeste gevallen komt de klant via de architect tot bij ons voor het infrastructuurwerk.’
Bloed kruipt waar het niet gaan kan: aannemerij blijft aantrekken
Jean-Marie: ‘Ik was zinnens om na de stopzetting van onze zaak iets totaal anders te gaan doen. Daar kon ik niet aarden en vrij snel ben ik hier bij Pieter terug in de stiel gekomen. Hier zit ik een groot gedeelte van de tijd op de kraan en ga geregeld met Pieter mee om projecten op voorhand te bekijken.’
Pieter: ‘Ik zal aanvullen: hoofdzakelijk doet Jean-Marie de totaalprojecten. We hebben twee ploegen. Jean-Marie doet een werk van A tot Z, maar grotendeels in de privéwerken. Je kunt zijn functie omschrijven als werfleider, eigenlijk zowat hetzelfde als wat hij destijds in het eigen familiebedrijf deed.’
Pieter: ‘Het gebied van De Panne tot Middelkerke is voornamelijk residentieel gebied. Daarin liggen De Panne, Oostduinkerke, Nieuwpoort,Westende: gemeentes waar veel gebouwd en gerenoveerd wordt. In deze regio staan heel wat verouderde villa’s met een grote lap grond errond, dus elk project dat we daar aannemen, houdt heel wat werk in. Bovendien zitten wij hier met veel hoogteverschillen en zaken als keerwanden zijn bijna niet weg te denken: grondverzet betekent hier nog iets. Door de verouderde infrastructuur zijn rioleringswerken schering en inslag. Allemaal werken die onder de grond zitten, veel opzoekwerk vragen en waar je weinig visueel resultaat van merkt. Maar ze moeten wel gebeuren. Je weet wel waar je begint, maar niet wat er tijdens de werken nog bijkomt. Dat maakt dat werven vaak meer tijd vragen dan eerst geschat. Hier zijn ook veel woningen die tweede verblijven zijn dus heel vaak moeten we factureren aan mensen die in het binnenland wonen. Als je bijvoorbeeld naar Diksmuide af gaat, het binnenland dus, dan merk je een ander soort cliënteel, dat andere eisen aan het werk stelt.’
Pieter: ‘In 2014 zat ik nog op een andere locatie. Nadat we een deel van het materieel van hun hadden overgenomen, hoopte ik om op de voormalige site van Ameele te kunnen werken, maar dat bleek stedenbouwkundig niet mogelijk te zijn. Daarnaast was het niet zo makkelijk om hier een voldoende groot terrein in een bedrijventerrein te vinden. Toch heb ik de knoop doorgehakt en hier in Nieuwpoort dit stuk grond gekocht. Uiteraard doet zo’n aankoop pijn. Je moet het geld neerleggen op het moment dat je het nodig hebt om andere dingen mee te kopen. Nu, anno 2021, ben ik blij dat ik hier zit en alles vergund is. We hebben nu een eigen locatie, we kunnen tijdelijk materiaal stockeren, sorteren, zeven en we hebben een weegbrug.’
Het bleef kriebelen
Pieter: ‘We werken hier met 8 mensen op de werf, mezelf inbegrepen. Daarbij ook nog Anja die deeltijds de administratie regelt. Ook voor ons is het niet eenvoudig om voldoende passend personeel te vinden. Wij zijn in onze sector iets te weinig fier op ons werk. Mensen die onze stiel niet kennen, gaan er vaak van uit dat alles op een vingerknip kan worden uitgevoerd. En dat is nou net niet het geval. Een groot deel van ons werk en onze tijd zit onder de grond en is niet zichtbaar. De afwerking – beton, een plant, gazonrollen – dat geeft direct een mooi beeld. Wat eraan voorafgaat, dat is onmiddellijk uit het zicht.’
‘Je moet als aannemer constant wakker en alert zijn en je grenzen kennen. Onze werven liggen binnen een aanvaardbare straal rond het bedrijf: lokaal is geen holle slogan voor ons. Verderaf gaan rijden is noch voor ons en onze medewerkers, noch voor de klanten een goede zaak. Gemiddeld rijden wij een kwartier naar de werf.’
Jean-Marie: ‘Ook op een werf kan ik verdragen dat de klanten op mijn handen staan te zien. Zo krijgen ze waardering en inzicht voor het werk dat we doen. Zeker als je zo enkele dagen ondergronds werk hebt gedaan. Bijvoorbeeld een put steken, dat vraagt veel voorbereiding en als de klant komt kijken als de put erin gezet wordt, dan lijkt het voor hem een werkje van niks te zijn. Maar ze zien niet wat voorbereidend werk er nodig is eer we zover zijn, ze zien geen opstijgend grondwater en die dingen. Buitenwerk is geen bandwerk: het materiaal ligt niet allemaal binnen handbereik, je moet geregeld naar de camionette, door het zand … Doe dat maar uur na uur. En ’s avonds moet je alles weer inladen. Dat voel je aan je lijf hoor.’
Pieter: ‘Het gebeurt af en toe dat ik in mezelf zeg: waar ben ik toch mee bezig? Dat zijn die momenten dat meerdere dingen tegelijk tegen lijken te gaan. Klanten zijn heel veeleisend en gaan ervan uit dat enkel hun project bestaat. Wellicht is dat ook de trend die in heel de maatschappij zit hé: nu bestellen, morgen geleverd. Wij merken dat ook bij onze containerdienst, dat is een heus puzzelwerk als we met alles en iedereen rekening moeten houden.’
‘Een aannemer had vroeger een koord, een kruiwagen, een schop en een waterpas. Nu heeft zelfs de kleinste aannemer een minigraver, een kipper of een kleine vrachtwagen of een trekker met containerhaaksysteem. Meer mechanisatie en toch hebben we allemaal werk. Er zijn er nog nooit zoveel grondwerkers geweest. Kijk naar al die machines die de laatste jaren verkocht zijn. Aan de andere kant zitten we dan nu geconfronteerd met hoge prijzen voor machines en materiaal, brandstof enzovoort. Aankopen nu lijkt op speculeren, of je koopt bijna uit angst om toch maar je gerief te hebben. En dan de ene prijsstijging na de andere. De vrachtwagen die we vorig jaar gekocht hebben die kunnen we nu met de 30.000 kilometers die erop staan verkopen tegen dezelfde prijs. Zo zijn de prijzen door het dak gegaan.’
Anja: ‘Aanvankelijk heb ik na de verkoop van ons bedrijf zo een beetje de boot afgehouden. Ik wilde mij volledig toeleggen op waar ik destijds voor gestudeerd had: logopedie. Eind 2015, als de laatste machine was verkocht, vroeg Pieter of Jean-Marie bij hem wilde komen werken en uiteindelijk ging die op het aanbod in. Ik ben wel altijd met Pieter en de zaak Veramme in contact gebleven door hem geregeld de nodige info te bezorgen op alle vlakken die met het bedrijf te maken hadden. Eerlijk gezegd, het bleef kriebelen: de drukte van een bedrijf, het af- en aanrijden van machines en vrachtwagens, leiding geven, werk regelen, kortom ik voelde dat die drive nog in mijn bloed zat. Ik had toen iets van: waarom zou ik mijn kennis niet doorgeven?’
‘Vergeet niet dat we ook enkele jaren concurrent zijn geweest. En die dingen moeten toch eerst wat zakken. Vandaar dat ik me pas later echt geëngageerd heb om bij Pieter deeltijds aan de slag te gaan. Fysiek hadden we nog niet echt een locatie als bureau. Doordat Jean-Marie bij Pieter werkte, bleef ik indirect wel een vinger aan de pols houden en besloot ik om de stap te zetten. Ik doe thuis mijn eigen job en van thuis uit doe ik ook een en ander voor Pieter, twee namiddagen per week zit ik hier in Nieuwpoort op kantoor.’
Pieter: ‘Ik was het zo gewoon van alleen te werken en alles op mezelf te doen, met 2 man personeel kon ik dat goed aan. ’s Avonds kwam ik thuis en deed ik mijn administratie. Toch werd het al zwaarder om alles administratief rond te krijgen en de groei van het bedrijf in goede banen te leiden. Die trein rijdt en die blijft rijden hé. Toen Jean-Marie erbij kwam, hebben we dan een tweede ploeg opgestart.’
‘Personeel, veiligheid, structuur, administratie, communicatie, verjonging machinepark, werven proberen binnen te halen, taken mooi afbakenen en afspraken maken, kortom: op al deze vlakken moet je op de gas gaan staan wil je als bedrijf groeien. Ikzelf hou me ondertussen bezig met de zuivere grondwerken, de koer met de recyclage en sorteeractiviteiten, herstellingen aan machines, het bezoeken van klanten en werven.’
Pieter: ‘Dat doe ik in principe. Ik zit meestal op de kraan en een deel van de tijd op kantoor. Maar dat contact met de realiteit zorgt ervoor dat ik weet waar ik mee bezig ben. Ik merk dat het naar een opdrachtgever ook vertrouwen geeft als de zaakvoerder komt kijken: voor mensen voelt het dat ze een aanspreekpunt hebben. Meestal gaan Jean-Marie en ikzelf samen voor een eerste bezoek. Dat is cruciaal omdat er dan al veel informatie wordt uitgewisseld.’
Jean-Marie: ‘En vaak verandert er nog een en ander tijdens de uitvoering van de werf. Een versleten riolering die ineens opduikt bijvoorbeeld. Weoverleggen dan ook met elkaar over hoe de ander het ziet of inschat en dat maakt dat we welafgewogen keuzes kunnen maken en beslissingen nemen.’
Anja: ‘Ik merk dat de werven de laatste jaren in omvang beginnen toe te nemen, er komen mooie projecten naar ons toe. Door hun omvang en complexiteit zijn die moeilijk door één iemand te behappen en daar vullen Jean-Marie en Pieter elkaar goed aan.’
Pieter: ‘De helft zijn particuliere werven, de andere helft bedrijven. En 5% openbare werken. Meer openbare werken, dat is misschien een werkpunt voor de toekomst. Maar we willen nu stapsgewijs groeien en wat we doen ook goed doen.’
Anja: ‘Mond-aan-mondreclame, social media en de website. Als je daar af en toe iets op plaatst dan weten de mensen je wel te vinden.’