Gluren bij de buren: gaat Nederland sneller in de energietransitie in de groensector?

Omdat we de indruk hebben dat Nederland op vlak van energietransitie bij de beste leerlingen van de klas wil zijn, gingen we in september vorig jaar een willekeurige dealer opzoeken om te peilen hoe hij dé transitie in Nederland ervaart. Ons oog viel op Leo Meiburg en zoon Maurice die in het Nederlandse Wijchen een […]

14 augustus 2024

Omdat we de indruk hebben dat Nederland op vlak van energietransitie bij de beste leerlingen van de klas wil zijn, gingen we in september vorig jaar een willekeurige dealer opzoeken om te peilen hoe hij dé transitie in Nederland ervaart. Ons oog viel op Leo Meiburg en zoon Maurice die in het Nederlandse Wijchen een mechanisatiebedrijf voor de groensector runnen. Het werd een gesprek van mogelijkheden en kansen, maar ook een waarschuwing tot meer bewustzijn van waar we mee bezig zijn.

GreenTechPower: ‘Hoe loopt de verkoop van accumachines bij jullie?’

Leo Meiburg: ‘In de vermogens tot pakweg 40 cc kunnen alle tuin & park machines op accu de vergelijking met een benzineversie goed aan. Afhankelijk van het soort werk dat je ermee doet, heeft elk zijn voor- en nadelen. Bij alle handgereedschap wat boven die 40 cc gaat, is de accu nog niet toereikend of zou de machine zodanig zwaar zijn dat ze moeilijker hanteerbaar wordt. Een doorslijper bijvoorbeeld is zwaar, en op accu is die niet meer te manoeuvreren voor iemand die daar hele dagen mee moet werken. Techniek heeft ergens zijn grens. Wij hebben hier voor deze verstedelijkte regio Nijmegen machines in de verhuur staan, maar allemaal op brandstof, omdat ze anders vermogen tekortkomen. Zware bladblazers, motorzagen, bosmaaiers … Dat is het technisch aspect waar we nu nog altijd rekening mee moeten houden.’

GTP: ‘En op vlak van ecologie en veiligheid?’

Leo: ‘Ik heb goede contacten met de brandweer van Nijmegen. Langs die weg blijf ik op de hoogte van de risico’s van accu’s in handen van mensen die deze niet kunnen inschatten. Die kritische noot, die kraken wij ook. Batterijen laden zonder toezicht mag ik niet meer van de verzekering. We hebben net een opslagkluis besteld voor lithiumaccu’s. Wij moeten onze klanten ook gaan vertellen dat ze straks alle accu’s in een kluis moeten gaan opslaan. PGS 15 (publicatiereeks gevaarlijke stoffen) kennen we als de regelgeving voor opslag van brandstoffen. Deze wordt nu uitgebreid naar PGS 37-2, een stuk wetgeving dat de opslag van lithiumbatterijen gaat reguleren. Omdat er in Nederland een aantal ernstige branden met lithiumaccu’s is geweest (Picnic, Stella-fietsenfabriek …) merken we dat de verzekeringen nu heel kritisch hun risicoanalyse aan het maken zijn: wie ben jij, waarmee ben je bezig …’

‘Wij hebben gekozen om te gaan werken met Seefion- opslagkluizen. Deze kluizen zijn als eerste getest door het gerenommeerde Duitse testinstituut MPA Dresden en houden een eventuele accubrand en -explosies binnen de kluis. Ze zijn getest op lithiumionbrand en de overdruk die vrijkomt. Het belangrijkste is de overdruk: die moet weg kunnen bij een lithiumbrand. Een echte batterijkluis is gebouwd op het principe van een brandkast.’

GTP: ‘Dat klinkt vrij sensationeel …’

Leo: ‘Dat is nu net wat ik wil vermijden. Ik vind het onze plicht om mensen en collega’s te informeren hoe ze veilig kunnen omgaan met accutechniek in het algemeen, maar zeker met lithiumbatterijen. De techniek biedt voordelen, maar we moeten onze kop niet in het zand steken. We moeten beseffen dat we veel te nonchalant met explosieve dingen omgaan: telefoons, laptops, camera’s, tools enzovoort. De meeste fabrikanten bouwen hun machines en batterijen op de veiligste manier, maar ook de gebruiker moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Wij hebben hier een close samenwerking met de brandweer en als we horen wat die mensen tegenkomen van lithiumbranden dan is het bewust oppassen geblazen. Een lithiumbrand kun je niet blussen, alleen maar koelen en gecontroleerd laten uitbranden. Zonder paniek te willen zaaien, maar dat besef is er bij 90% van de mensen nog niet.’

‘De mensen moeten consequent zijn. Willen ze 100% op accu, dan zal daar ook een prijs tegenover staan: in geld, in ongemak, maar ook in bewust en veilig moeten omgaan met die dingen. Mocht ik niet geloven in accutechniek, dan zou ik al die investeringen niet doen.’

‘Als ik nieuwe klanten spreek, praat ik over wat wij hier in de service doen. Door te praten over service kan ik mijn zaak op de kaart zetten en het verschil maken.’

Dealer als adviseur naast verkoper en reparateur

Leo: ‘Repareren en machines verkopen is maar een deel van onze job. Ik voel dat het in deze energietransitie onze plicht is, en ook onze troef als dealerbedrijf, om onze klanten te adviseren. Zij zien vaak door de bomen het bos niet meer. Wij moeten de klant helpen om een keuze te maken. Het is aan ons om oplossingen te verkopen en daar hoort ook de brandstof bij. En je moet erover durven praten. Kijk, wij verkopen batterijen, dus moeten we ook over opslag praten en er oplossingen voor aanbieden. Wij zouden een soort brandstof- en accucentrum moeten worden.’

‘Een heel recent voorbeeld. Ik heb hier een klant en die legt kabels. Die zou nu moeten gaan investeren in elektrische minigravers die drie keer zo duur zijn. Dat is economisch niet haalbaar. We hebben met hem meegerekend. Om de CO2-uitstoot te beperken, wil hij de bestaande machines op ecodiesel (diesel gemaakt uit plantaardige afvalstromen) gaan zetten. Deze HVO100* kost 2,7 euro per liter in een 1.000l-vat. De gewone diesel zit nu op ongeveer 1,65 euro per liter. Dus per liter komt dat op ongeveer 1 euro meer. Met het werk dat de minigravers bij de kabellegger moeten doen verbruiken ze 15 liter per dag. Dus 15 euro meerprijs per dag om schoon te draaien en dat met de bestaande investering. Wie kan daar tegen zijn? Wij leveren de HVO100 in dubbelwandige Ecoboxen van 1.000 liter, dus die klant hoeft geen tank te kopen,, niet te laten keuren enzovoort.’

‘Als ik nieuwe klanten spreek, praat ik over wat wij hier in de service doen, omzeggens nooit over machines. Met een machine kan ik enkel concurreren op de prijs, door te praten over service kan ik mijn zaak op de kaart zetten en het verschil maken. Of die euro nu binnenkomt in de verkoop of via de werkplaats, dat is bijkomstig. Een lage prijs wordt vergeten zodra de betaling gedaan is. Het gevoel van een goede service, dat neemt de klant mee. Ik denk dat je juist meer verkoopt door de focus op advies te leggen en niet op machines en reparatie. Dat is lange termijn.’

‘Ik zie onze taak als dealer als volgt. Wanneer je als toonaangevende dealer je klant (openbaar bestuur, tuinaannemer, bosbouwer … ) uitgebreid gaat informeren, dan kan deze op zijn beurt collega’s aansteken en gaat het verhaal vanzelf rond. Maar je moet als dealer eerst een kleine kritische massa informeren. Je moet influencers gaan informeren, daar komt het zowat op neer. De early adopters die het verhaal vanzelf verder brengen.’

GTP: ‘Hoe krijg je dat serviceverhaal bij de klant in het drukke leven dat je hebt?’

Leo: ‘Je kunt het voor jezelf zo druk maken als je zelf wilt. Kijk, wij hebben de luxe dat we een heel aantal klanten hebben in de professionele markt. Daarbij zitten onder meer grote aannemingsbedrijven die wij de hele service uit handen nemen. Dat verhaal kunnen we gewoon plannen als we voldoende handjes hebben. Als het drukker is dan sleutelen mijn zoon Maurice en ik zelf mee en zijn we op dat moment minder gericht op de verkoop. Maar ook daar leren we dan iedere keer weer bij. Dat zorgt voor het contact met de realiteit.’

Op zich zijn er HVO-dieselbrandstoffen met een aandeel van 20 tot 100%. Met elk hun eigen kostprijs gaande van 2,35 à 2,40 euro tot meer. Dat maakt dat men hier de vergelijking maakt en puur naar prijs kijkt. Gebruikers die de totale berekening durven maken in verband met ecologie, prijs van de totale investering en kostprijs per draaiuur, die komen meestal op HVO100-diesel of ecodiesel uit.

‘Groene toer’-avond

Leo: ‘We willen een ‘groene toer’-avond organiseren. Ik vraag bijvoorbeeld aan een professionele klant om mensen uit te nodigen. Dan kom ik voor die mensen over een bepaald onderwerp praten, zonder enige commerciële inslag. Op deze manier kunnen we mensen uit hun kot halen. Dat gecombineerd met wat eten en drinken en gewoon in werkkledij, een uurtje of iets meer luisteren en weer weg. Dat is niet altijd makkelijk te regelen, maar het loont voor iedereen de moeite. Zij leren van ons en wij leren van hen. Er zijn heel wat vragen over de transitie in de markt en we merken dat mensen het oppikken. De markt is zoekende en de media maken het zeker niet duidelijker. Vandaar deze informatiemomenten.’

Filosoferen over de toekomst … vanuit de praktijk

Leo: ‘Hier in de regio besteden gemeenten 95% van de werken uit aan aannemers. Zij krijgen een eisenpakket van de gemeenten waaraan ze op vlak van emissie moeten voldoen. Wij zijn hier in Nederland wat hard aan het lopen op vlak van vergroening door accutechniek en ik vrees dat we onszelf gaan tegenkomen. Ik zie de risico’s op brand en meer storingen die je niet in 1, 2, 3 oplost. Haal bijvoorbeeld maar eens een defecte driedelige elektrische cirkelmaaier uit het veld.’

‘We hebben hier in de regio een project van dijkversteviging dat volledig elektrisch wordt uitgevoerd. Met grote graafmachines en vrachtwagens gaan ze de hele dag accu’s op en neer rijden. En waar en hoe worden die accu’s geladen? Er zijn 400 accu’s besteld van 1 m3 groot, en er wordt in de buurt een gigantisch laadstation gebouwd dat ook met dieselgeneratoren wordt opgeladen. Het is misschien goed als testproject, maar het is geen schoon verhaal. Als we alle openbare werken elektrisch op accu gaan uitvoeren, dan hoef ik geen tekening te maken bij de kostprijs, noch in geld noch op ecologisch vlak. Als de extra kostprijs niet in evenredigheid gaat staan met de ecologische winst, dan vrees ik dat we als samenleving nog rare ogen gaan trekken. We gaan er met de maatschappij op verarmen, op een paar rijken na die er goed aan verdiend hebben.’

‘We zijn gewoon de pedalen kwijt. Amsterdam bijvoorbeeld kocht recent 37 nieuwe dieselvoertuigen, terwijl onderaannemers in de stad verplicht op accu moeten rijden of werken. De loodgieter die in de stad het toilet komt repareren moet elektrisch rijden, anders komt hij de stad niet in.’

‘Diesel is een scheldwoord geworden en fossiel is het tweede in de rij. Zonder na te denken is het fout, er kan niet meer over gepraat worden. Als ik het dieselverhaal uitleg aan mijn klanten, dan zeggen ze: ‘ Oh, dat wist ik niet’. Wij kijken klakkeloos naar elektrisch. Wellicht moeten we de gevolgen daarvan met z’n allen eerst uitzweten. Er is geen dialoog meer en er wordt niet meer nagedacht.’

‘Mijn mening alleen is ook niet zaligmakend, maar laten we de dialoog aangaan. Het gaat mis omdat er geen regie is. Daardoor gaan we met z’n allen te snel.’

Leo: ‘Een bedrijf dat bijvoorbeeld met een niet voldoende schone machine rijdt of werkt, kan niet meedoen aan een aanbesteding, want het voldoet niet aan de voorwaarden en mag ook niet meer als onderaannemer werken. Tegen de overheid kan ik dit al zeggen. Straks gaat er een hele club (onder andere kleine aannemers) afhaken omdat ze het financieel niet kan bijhouden. Het resultaat is dat er binnenkort bij bepaalde bestekken maar één of zelfs geen intekenaars meer zullen zijn. Als gevolg daarvan zullen werken niet uitgevoerd worden of zal de prijs fors oplopen. Op termijn gaan enkel de grote aannemers de klus nog kunnen aannemen, maar dan wel tegen woekerprijzen. Tel uit wat hier de winst voor de gemeenschap is.’

Veiligheid: ‘Ook wij hebben het moeten leren’

Leo: ‘We hadden vroeger in de hoek van het magazijn een krat waarin we de defecte lithiumbattterijen verzamelden. Nadat we geïnformeerd raakten over de risico’s ervan hebben we besloten om die weg te halen en te investeren in een kluis. Tijdens het opladen of bij het ongelukkig vallen kunnen deze batterijen ontploffen. Als een klant een machine met een accu meebrengt, dan gaat de accu er onmiddellijk uit en mag hij deze terug meenemen naar huis. Ik hou geen accu’s meer bij. Onlangs bracht er een klant zes accu’s binnen om een nieuwe behuizing erop te zetten dat doen we en hij zette ze gewoon in het rek neer. Nou, daar blijf ik vervolgens ver vanaf. Die moeten straks allemaal bij ons in de opslagkluis.’

Risico’s bij opslag van lithiumionaccu’s

Leo: ‘Met lithiumionaccu’s omgaan vraagt enige voorzichtigheid. Een kleine beschadiging van het huis kan namelijk al voor ontbranding zorgen. Bij het laden neemt dit risico nog toe. Als een accu door gebruik of door een productiefout beschadigd is geraakt, kan er tijdens het laden een kettingreactie ontstaan waarbij de batterij ontbrandt en in het ergste geval zelfs kan exploderen. Het verraderlijke is dat je aan de buitenkant van een accu op het eerste zicht niet kan zien dat deze beschadigd is.

Hoe ontbrandt een lithiumionaccu?

Lithiumionbatterijen zijn opgebouwd uit cellen. Als een cel defect raakt, kan deze ontbranden. Door een scheikundige kettingreactie kan de brand versnellen, kenners noemen dit ‘thermal runaway’. Dit geeft een niet-controleerbare brand waarbij de accu kan exploderen.

Opvallend: weinig schade aan de buitenkant

Na een (geënsceneerde) brand en daaruitvolgende explosies in een kluis (zie foto) was er nauwelijks rook te zien aan de buitenzijde. De rook en gassen die vrijkwamen, werden via het rookgaskanaal en de luchtafzuiging naar buiten afgevoerd.

Voordeel van een kluis

Een goede kluis beschikt over een luchtafvoerkanaal en een poederblusinstallatie. De rook die bij de brand vrijkomt, wordt via dit luchtafvoerkanaal naar buiten gevoerd. De deuren blijven gesloten en de explosies en het vuur blijven in de kast. Dat maakt dat er voldoende tijd is om de brandweer te verwittigen en de brand gecontroleerd te laten ‘uitwerken’

Ook interessant voor jou