‘Inslurven’ is het vrije woord voor de techniek om biomassa of andere producten op te slaan in folie. Producten opslaan in folie kan een oplossing zijn voor tijdelijk plaatsgebrek of om ze te bewaren of te fermenteren. Het Nederlandse bedrijf Feedtuber verdeelt sinds april ook zijn allergrootste model, de RT, met een capaciteit tot 200 ton per uur. De steden Leeuwarden, Groningen en Utrecht hebben al proefgedraaid met deze bijzondere fermenteermachine. De compleet nieuw ontwikkelde aandrijflijn van de persrotor maakt dat de machine een werk- en transportbreedte heeft van slechts 3 meter.
Feedtuber produceert al ruim 25 jaar machines voor het inslurven van veevoeders en biomassa. In 2015 las Jan-Dirk van der Tol, directeur van Feedtuber, een artikel over Bokashi, wat in het Japans zoveel betekent als ‘goed gefermenteerd organisch materiaal’: ‘Ik was natuurlijk al gewend om allerlei producten zoals gras, perspulp en mais in een folieslurf te conserveren. Ik dacht: als je dus wilt fermenteren dan zijn onze folieslurven, omdat ze volledig dichtzitten, wellicht een optimale manier.’ Hij deed proeven met zijn Feedtuber-inslurfmachines en die bleken zwaar genoeg te zijn om zuurstof uit de folieslurf te persen zodat het mengsel vrij van zuurstof is en perfecte omstandigheden ontstaan om het fermentatieproces te laten plaatsvinden. Door middel van een persrotor wordt allerlei biomassa en organisch materiaal (bijvoorbeeld bermgras of bladeren) in de folieslurf geperst. Een voordeel van folieslurven is dat ze niet afgedekt hoeven te worden. Ze zijn bovendien lekdicht, dus er kunnen geen sappen wegstromen en naar de bodem lekken in de acht tot twaalf weken dat het fermenteerproces duurt.
In april 2019 introduceerde Feedtuber het kleinste model, de Feedtuber FT RM5000. Dit model met rotor had een capaciteit van 50 ton per uur en er kon gewerkt worden met foliediameters van 1,5 en 2 meter. Na de FT RM5000 werd het grotere model, de Feedtuber FT ontwikkeld. Bij deze machine wordt met een schroefvijzel als perssysteem gewerkt. De FT heeft een capaciteit van 150 ton per uur en kan met foliediameters werken van 2 meter, 2,4 meter, 2,7 meter en 3 meter. Voordeel van het FT-model is dat de machine een eigen aandrijving heeft en met een oplegger over de weg vervoerd kan worden. Zo kan onnodig transport van biomassa naar een verwerker worden vermeden. Want in plaats van biomassa over lange afstanden naar een verwerker te transporteren, brengen we namelijk de verwerking naar de biomassa. De bodemverbeteraar kan na afloop van het fermentatieproces vaak ook nog ter plekke worden gebruikt. Ook dat levert een flinke bijdrage aan het terugbrengen van de CO2-uitstoot. De Feedtuber FT RM5000 heeft een Iveco-dieselmotor van 65 kW die het rotorperssysteem aanstuurt. Alle doseersystemen worden hydraulisch en elektrisch aangestuurd.
De Feedtuber en nu dan sinds april 2020 de RT (Rotortuber) zijn ontwikkeld op vraag van veel grote Nederlandse gemeentes twee jaar geleden, die naar een groot model fermenteermachine zochten om grote massa’s groene restproducten te kunnen fermenteren. Bij de ontwikkeling van het huidige grootste model, de RT, is toch weer teruggegaan naar de rotor als perssysteem. Dat komt omdat in proeven met een gewoon Feedtuber-model de vijzel moeite met grof materiaal had. Een rotor kan grof groenafval wel aan.
De Feedtuber RT heeft een DAF Euro 6 motor van 408 pk. De maximale capaciteit is 200 ton per uur. Evenals voor alle andere Feedtuber-modellen geldt ook voor de RT dat hij binnen een kwartier operationeel is. De foliediameters die op de RT passen zijn 2,4 meter, 2,7 meter, 3 meter en 3,6 meter. De folie zelf is dezelfde als degene die gebruikt wordt voor het conserveren van producten. De recycleerbare folie van het type LDPE 4 rekt maximaal onvgeveer 10 procent op. Zodra de persdruk in de slurf hoger wordt dan de remkracht op de machine drukt de Feedtuber zichzelf automatisch naar voren. Omdat het bij het slurfsysteem van Feedtuber om een afgesloten systeem gaat, is er geen sprake meer van geuroverlast en CO2-uitstoot. De prijs van de Feedtuber RT start rond 375.000 euro (excl. btw).
Bij een rotormachine als de RT wil je dat de persrotor, die overdwars in de machine ligt, zo breed mogelijk is. Tegelijk mag de machine niet breder zijn dan 3 meter omdat ze anders de weg niet op mag. Andere producenten losten dit tot nog toe op door de machines 90 graden te draaien als ze de weg op gaan, maar het ombouwen van transport- naar werkpositie en omgekeerd vraagt erg veel tijd. Bij alle Feedtubers is de werk- en transportpositie dezelfde en daarom zijn ze bij aankomst op locatie zeer snel inzetbaar (binnen een kwartier).
Fabrikant van der Tol: ‘Bij een rotormachine moet je er dus voor zorgen dat de aandrijving op de beide zijkanten van de rotor zo smal mogelijk is. Wij hebben hiervoor speciaal een unieke eigen aandrijflijn ontwikkeld. Vanuit een centrale as gaat de aandrijving via een tandwielkast naar de beide zijkanten van de machine. Van daaruit drijft de aandrijving via een in de rotorbuis gebouwde planetaire kast de rotor aan beide zijden aan. Deze speciaal ontwikkelde aandrijflijn is uniek en maakt dat de rotortuber zeer hoge vermogens (tot 408 pk) kan verwerken en dus met een hoge capaciteit materiaal strak in de slurven kan persen.’
Dat Feedtuber bij de RT voor een DAF Euro 6 motor gaat, is een bewuste keuze geweest. Van der Tol: ‘Als je namelijk kijkt naar de omvang van de motor, in dit geval dus een grote Euro 6 motor, kwam deze motor als beste uit de bus. Hij paste als inbouwmaat het beste en werkt perfect samen met een Hydac-koelsysteem. Bij de Feedtuber zijn de meest kwetsbare delen uitgevoerd in (slijtvast) Hardox-staal.