Gunter Royen uit Borgloon specialiseerde zich in het vellen van moeilijke en gevaarlijke bomen. Gunter is de derde generatie in dit familiebedrijf dat ver buiten de regio een aanspreekpunt is voor de meeste omliggende kastelen en parken op vlak van boomwerken. Stielkennis en discretie zijn de drijvende krachten achter het succes het bedrijf.
Gunter Royen: ‘Ik heb eerst biotechniek gestudeerd en later A1 aan de tuinbouwschool hier in de buurt, beter bekend als de PIBO. Ik heb mijn A1 niet afgewerkt. Ik wist al snel dat ik mee in het bos wou werken dus het behalen van dat papiertje was geen meerwaarde voor mijn toekomst.’
Gunter: ‘Mijn grootvader is langzaamaan oldskool gestart in de jaren ’50-‘60. Alles was nog met de bijl te doen omdat er toen nog weinig met de kettingzaag gewerkt werd. In die tijd werden er ook maar twee tot drie bomen per dag gekapt. Iets later zijn dan de eerste kettingzagen hier beginnen opkomen. Ik heb zelf nog een van de eerste exemplaren die je met twee man moest vasthouden. We hebben een kleine twee jaar met drie generaties mogen samenwerken. Maar kort daarna heeft mijn grootvader leukemie gekregen en is hij overleden. Mijn vader en ik hebben dan alles met twee verdergezet. Ongeveer 16 jaar geleden heeft mijn vader een werkongeval in het bos gehad. Een dode boom viel om en is recht op hem gevallen. Het was een tragisch ongeval: toen het gebeurde, stond ik daar maar enkele meters vanaf. Hij is toen in mijn armen gestorven. Dat was écht heel hard die periode.’
Gunter: ‘Het heeft vooral heel veel moed gevraagd. De klanten waar we op dat moment voor bezig waren, hadden ook gevraagd of ik dit werk nog alleen wou verderzetten. Iets in mij wou het afwerken voor mijn vader. Mijn takenpakket bestond vooral uit het ontdoen van takken en mijn vader nam het omzagen op zich. Ik had geen betere leerschool dan het voorbeeld van mijn vader. Hij had een goede reputatie in de sector. Na het afwerken van dat karwei viel er ook een enorme last van mijn schouders. Op die manier ben ik dan verder blijven werken. Het voelt een beetje zoals op een paard kruipen nadat je er heel heftig en onverwachtsbent afgevallen. Je moet je angst overwinnen. Het blijft natuurlijk wel nazinderen. Hij zit vaak in mijn gedachten en ik denk nog veel terug aan zijn manier van werken.’
Gunter: ‘Ik heb mij wel een hele tijd alleen gevoeld. Ik vond het moeilijk om samen te werken met iemand anders dan mijn vader. Ik heb het heel lang gezien als een soort vervanging voor mijn vader. Emotioneel was dat wel echt moeilijk. We hadden op dat moment ook aardbeien die we kweekten op de boerderij, dat was grotendeels in handen van seizoenarbeiders. Een van hen had mij toen de vraag gesteld om eens mee op de werf te gaan en dat is heel goed meegevallen. Hij is toen jaren bij mij in dienst geweest tot hij terug naar Polen ging. Daarna ben ik altijd met twee à drie mensen in het bos blijven werken.’
Gunter: ‘Ik heb een jonge zelfstandige die regelmatig inspringt. Hij wou graag de stap zetten naar zelfstandig zijn, maar vond het moeilijk omdat hij angst had niet genoeg werk te hebben. Hij richt zich meer op klinkerwerken nu. Wanneer ik hem morgen bel dan zal hij wel tijd maken om mij te helpen. Ik heb nog een vaste werknemer en andere zelfstandige medewerkers in het bedrijf.’
‘De laatste zeven jaar is het boomkappen op zich fel achteruitgegaan. Je moet altijd rekening houden met ‘schoontijden’ waar alles vanaf begin april stilligt rond de natuurgebieden. ANB (Agentschap Natuur & Bos) vraagt je niet of je de schoontijd kan overleven. Andere steun kan je nergens verwachten, dus dan ga je tegelijk nieuwe werken aannemen natuurlijk en meer de particuliere toer opgaan. Vroeger haalde ik 80-90% uit de bossen en 10% uit particulieren. Nu is het bijna andersom met de nadruk op het winterseizoen. Door deze switch is er veel meer zekerheid en vooral beter loon naar werken.’
Gunter: ‘Nee, door het werk van generatie op generatie hebben we toch een redelijk klantenbestand opgebouwd waaronder bijna alle omliggende kastelen. Hier kom je niet zomaar als eerste de beste aan de bak en we proberen die naam uiteraard hoog te houden. Luisteren naar opa’s wijze woorden, ‘Doe je werk alsof het voor jezelf is en de klanten zullen vanzelf naar je toekomen’, heeft ons geen windeieren gelegd. Vaste klanten met grote tuinen, openbare besturen en andere tuinaannemers weten dit ook te appreciëren. En dan doet de positieve reclame de rest van het werk. Ik heb sinds enkele jaren een zaak van een oudere man overgenomen met daarin machines zoals kranen en een dieplader. Hij deed snoei- en velwerken in het leger en na een inloopproef waren zij vrij snel overtuigd om met mij verder te gaan.’
Gunter: ‘Ja zeker, maar dan vooral in onderaanneming voor kopers of opkopers van houthandelaars. Je kreeg dan telefoon met de vraag om een lot af te zagen, meestal populier maar soms ook hardhout Maar je merkt wel dat het fel begint te minderen. Ik zie dat er zich een tekort aan hout aan het ontwikkelen is. Het probleem is dat men na het kappen van bomen geen nieuwe bomen plant maar inheemse bomen en struiken zet. Vooral op de gronden van openbare besturen en natuurpunt. Dus het boomkappen op zich is voor mij persoonlijk een uitstervende zaak. Ik merk dat het aantal echte boomkappers hierdoor zeer beperkt aan het worden is. Velen voelen zich geroepen, maar het harde werk en deels die ‘schoontijd’ en regeltjes maken ons beroep er niet echt aantrekkelijker op.’
Gunter: ‘De laatste tijd wel, maar in mindere mate. Een zelfstandige boomkapper kan zich daarmee niet bezighouden want dan gaat hij zijn eigen klanten voorbijlopen. Aanvragen van nabij of kennissen die neem ik altijd wel nog aan, maar echt voltijds in de handel stappen daar pas ik voor. Je moet er immers ook de nodige contacten voor leggen met het buitenland vanwege het krimpend aantal zagerijen in België.’
Investeren in hoogtewerkers
Gunter: ‘Ik heb dan mijn eigen hoogtewerkers gekocht. Eerst een kleine Manitou met hefmast en nadien een grotere. Door de privé- en andere grote werken heb ik dan een Avant Leguan gekocht die tot 17 meter gaat. Recent heb ik er een van het merk Teupen bijgekocht van 30 meter met de focus op de grote bomen. Nu kunnen we alle werken aan.’
Gunter: ‘In onze branche is dat niet de investering waard. Onze kettingzagen bijvoorbeeld hebben kracht nodig en die kan je enkel uit een benzinemotor halen. Vroeger kon je 6 tot 7 jaar met een Stihl type 66 doen, terwijl nu na 1-2 jaar het al op zijn einde zit met een type 661. Die elektronisch gestuurde machines zouden beter zijn voor de uitstoot, maar als je er drie moet kopen om de kwaliteit van de voorgaande te evenaren, wat is hier dan nog het voordeel voor het milieu? In de echt drukke veljaren van weleer konden we 1 tot maximum 2 jaar zagen met een Stihl van het type 081. Toen was de machine volledig op door de hoeveelheid werk die ermee werd verzet. Voor dergelijk zwaar werk gaan ze niet snel zulk een krachtige batterij kunnen aanbieden. We kiezen ook al van het begin voor het merk Stihl. We zijn hier echt heel tevreden van. Bovendien heb ik zelf al zoveel onderdelen liggen die ik kan hergebruiken.’
Gunter: ‘Ja, vooral doordat het materieel zo sterk in prijs is gestegen en de leverbaarheid van onderdelen vaak achterophinkt, ben ik blij destijds flink geïnvesteerd te hebben. Terwijl beginnende collega’s nog veel materieel moeten huren heb ik zo goed als alles staan waardoor ik net een scherpere prijs kan bieden aan mijn klanten. Ik heb bijvoorbeeld enkele activiteiten in de landbouw waarvoor ik al een tractor had aangekocht die ik nu mee voor mijn bosbouwwerken gebruik. Daardoor worden de kosten extra verdeeld en moet je weer geen zware investeringen doen. ‘Mijn hoogtewerkers verhuur ik op de dagen dat ik er zelf niet mee werk. Zo betalen die zichzelf terug en ik zit net onder de gangbare verhuurprijs waardoor het aantrekkelijk is voor collega’s om deze te huren. Hoe meer je in eigen beheer hebt, hoe efficiënter je kan werken. Bij verhuurcentra moet je altijd rekening houden met je uren. Een dag extra houden is een dag extra betalen, en als dit niet in de offerte zat dan scheur je je broek aan het werk. Deze flexibiliteit laat me toe om kort na of tijdens een storm een spoedinterventie uit te voeren.’
‘Mijn laatste aanwinst is een stronkenfrees van Vermeer. Inmiddels ken ik het merk goed en ik ben er na zoveel jaar nog steeds tevreden over. Als een merk doet wat het moet doen dan blijf je bij je keuze. Ik investeerde recentelijk nog in een nieuwe bosfrees die volgende maand geleverd wordt.’
Een hart voor landbouw
Gunter: ‘We hadden toen mijn vader nog leefde een boerderij waar we aardbeien kweekten. In de zomer was het boomkappen rustig en dan begonnen de aardbeien, in de winter ging ik met mijn vader mee boomkappen. Het liep mooi in elkaar over. Ik heb dat na zijn dood nog heel lang proberen te combineren, maar op de duur moet je keuzes maken.’
Gunter: ‘Ja die is er nog, maar die blijft in beheer van de familie. Ik heb het telen van aardbeien wel even op hold gezet omdat het zo een intensieve teelt is en we een probleem van huisvesting hadden voor onze seizoenarbeiders. Het materieel heb ik wel nog steeds, met het gedacht van mocht het stilvallen in de bomen, dan heb ik nog steeds iets achter de hand.’
Gunter: ‘Je moet er nog steeds zelf bij zijn. Ik zie dat nu tijdens het boomkappen. Als je met twee ploegen werkt, heeft iedereen zijn eigen werkwijze. De klant kan iets aangegeven hebben en als dat niet doorgegeven is, kan dat nadien wel zuur opbreken. Ik doe de opstart altijd zelf mee en het project dat het ingewikkeldste is daar blijf ik meestal wel bij. Bij het afwerken en opruimen, waar de kans op fouten minder voorkomt, daar kan ik het overlaten aan de medewerkers. Je leert snel wie je iets verder kan laten uitvoeren en wie niet.’
Gunter: ‘Voor mijn administratief werk heb ik nu al een tijdje iemand: die volgt de papieren op en doet de betalingen. De voorbereidingen doe ik wel nog steeds zelf natuurlijk. Maar het kunnen doorgeven en weten dat het in goede handen is, is toch een hele opluchting. Het is door een opgelopen boete dat het besef kwam van oké, daarmee had je iemand kunnen betalen. Het was dus een zeer goeie beslissing.’
‘Voor de offertes is het altijd wel wat puzzelen, maar ik doe ze voornamelijk in het weekend of tijdens de week na mijn uren. De planning is niet traditioneel zoals bij de meeste tuinaanleggers en bosbouwers. Ik werk bijvoorbeeld niet met een agenda. Dat geeft mij te veel stress. Ik heb soms wel werken die vastliggen. Ik maak daarnaast dan een lijst op met de kleinere werken die moeten gebeuren en die plan ik enkele dagen voordien in. Ik plan het begin van de week in en geef dan op tijd een seintje aan de volgende klanten. Klanten worden veeleisender en je moet ze zo snel mogelijk kunnen helpen. Maar je merkt meteen waar je kan schuiven en wat prioritair is.’
Gunter: ‘In principe zouden wij elkaars verlengde kunnen zijn met de natuur als doel. De praktijk loopt echter anders. Ik neem als voorbeeld mijn bouwgrond. Ik wilde bouwen op een stuk grond dat vlak tegen een natuurgebied ligt. Hierdoor kreeg ik een voorstel voor een ruilverkaveling.
Ik had dan een principe-aanvraag ingediend die door alle instanties werd goedgekeurd. Ik deed toen mijn echte aanvraag waarbij één buur heeft tegengetekend. Mijn buurman had net een groot venster geplaatst met uitzicht op het groen: mijn groen.’
‘Zowel steden- als milieubouwkundig werd zijn beroep afgewezen. Ik was dan volledig in orde met heel mijn papierwinkel. Op de provincie moet na klachten op basis van milieu alles opnieuw worden aangevraagd. Daar wijzigde ANB toen zijn advies van positief naar negatief advies. Aan de provincie heb ik toen de vraag gesteld wat ik het beste deed en daar gaf men aan dat het eventueel verstrengd zou worden, maar dat starten wel mogelijk was. Kort nadien werd mijn vergunning dan definitief vernietigd. Toen ik verder ging, bleek alles in mijn voordeel uit te draaien en heeft de tegenpartij de provincie aangevallen en niet mij. Door een procedurefout werd mijn vergunning opnieuw vernietigd en daar stond ik dan met een bouw die al gestart was. De felheid van onze milieuhouders en onze bureaucratie hebben mij al ontzettend veel geld gekost. Bovendien verhinderen ze ondernemers om te ondernemen.’
Gunter: ‘Zeker. Intussen loopt er alweer een nieuwe vergunning voor de boerderij. Maar natuurlijk start dan de hele papierwinkel weer vanaf nul. Bij aankomst op de gemeente werd er mij al meegegeven dat ik beter geen dieren kon vermelden op mijn aanvraag. Vanaf dat men het woord ‘dieren’ ziet, of beter gezegd bij het kabinet van Zuhal Demir, komt de stempel met ‘afgekeurd’ er al op. Dan heb ik de stal maar ingeschreven als loods. De VLM stelde zelf voor om 19 dieren aan te geven waardoor jegeen vergunning nodig hebt. Nu werd de aanvraag voor de zoveelste keer gewijzigd naar een stal met 19 dieren om later uit te breiden als extensief begrazingsproject hier in de vallei van het Limburgs landschap. Ook voor mijn eigen gronden zal het dus afwachten zijn. Mijn droom is wel om hetklein materieel voor tuinbouw dat momenteel in de kelder staat en het groot gerief in de loods hier wat verder samen te brengen. Een degelijke werkplaats en alles op één plaats krijgen: dat is het streefdoel.’
Gunter: ‘Dat klopt. Maar heel beperkt en vooral in akkerbouw. Het gras dat ik maai, is voor de verkoop of voor onze paarden. Nadien grazen dekoeien dan waar ik het gras heb gemaaid. De oude boerderij ga ik niet verderzetten of inkopen. Met de kostprijs kon ik een volledig nieuwe loods zetten. Dan is de keuze wel snel gemaakt. Mijn tuinwerken lopen goed. Door wat ik in de familie heb ervaren met mijn grootvader, vader en nu mijn zieke moeder, besef ik wel dat het leven kort is en dat je nu en dan eens tijd moet nemen voor jezelf. Ik heb ondanks de omstandigheden van de afgelopen jaren mezelf wel altijd 200% gegeven voor het bedrijf om de tegenslagen te boven te komen. Werken is belangrijk, maar daarnaast heb je natuurlijk nog steeds een privéleven.’
Als je zelf niet voldoende betrokken bent, zal het niet 100% zijn hoe de klant het heeft gevraagd. En in dat geval doe je het beter niet.’
Ondernemen in Polen
Gunter: ‘Als ik destijds via mijn seizoenarbeiders hoorde hoe ondernemen in Polen is, dan besef je wel hoe strak de strop hier in België om de halszit. Daar gaat men een aanvraag doen voor een stal met 1.000 koeien en kort erna starten ze met de bouw ervan. Zoiets is ondenkbaar in België. Hier dient men met een bang hart een aanvraag in. In Polen en andere landen beseft men dat landbouw écht belangrijk is. In het begin gooiden ze hier met de subsidies, maar als je dat vergelijkt met nu dan is het elk jaar minder en minder. In landen zoals Polen zie je het dan net weer stijgen. Onbegrijpelijk. Maar waar is dan de logica? Het idee blijft wel in mijn achterhoofd spelen. Als men de aankomende jaren de strop nog meer gaat aanspannen, is de kans groot dat ik vertrek uit België.’
Gunter: ‘Met de plannen die ze hier in Belgie willen doorvoeren in de landbouw hoop ik wel dat de boeren gaan wakker worden. Je voelt wel dat het al meer en meer begint te borrelen zoals bij onze collega’s in Holland. Ik heb enkele maanden geleden meegereden met het zogezegde protest in verschillende steden, maar hiermee gaat er niets bereikt worden. Het is raar dat men vaak zegt: ‘We moeten geen gronden vervuilen voor andere landen’. Maar waarom zouden wij niet mogen uitvoeren terwijl we zelf volop invoeren? Als je alles zou weghalen uit de winkels wat niet van Belgische oorsprong is, blijft er misschien nog 25% van alles over. Alles blijft politiek gestuurd. ‘Wij moeten van Europa’ is een ijdel begrip. Wie is Europa?’
Gunter: ‘Ja, maar dat is iets waar ik echt geen fan van ben. We worden bestookt met heel wat cursussen en verplichte certificaten. We hebben zelfs een licentie nodig om in openbare bossen te mogen werken. Soms kan je voor opdrachten enkel in aanmerking komen als je een bepaald label hebt. Alsof dat bewijst dat je de stiel kent of niet! Op een gegeven moment heb je een bepaalde EHBO-les al zoveel keer gevolgd dat je niet meer weet wat je moet kiezen.’
‘De eerste lessen kostten 30 à 40 euro terwijl het nu allemaal boven de 100 euro zit per les. Nu hebben ze dan ook de EC1, EC2 en ETW, beter bekend als European Tree Worker. Je zit soms zo ingepakt dat je zelfs de ruimte niet meer krijgt om je werk goed uit te voeren waardoor het net gevaarlijker wordt. Op de tijd dat ik mijn boom op de grond heb afgelegd zijn sommigen hun hele checklist nog aan het afgaan. Veiligheid moet er natuurlijk zijn, daar hecht ik belang aan gezien het ongeval van mijn vader.’
‘Ik geef toe dat iemand die volledig vanaf nul start en nog geen feeling of ervaring heeft veel kan hebben aan de cursussen. Maar als ik naar mezelf kijk en andere collega’s dan is gezond inzicht en ervaring veel meer waard. Let wel, ik zeg nooit dat je niets meer kan bijleren! Maar je leert veilig omgaan met zaken in het bos op het moment zelf en niet aan een tafeltje bij de zoveelste cursus. Het is en blijft een verdienmodel in mijn ogen en ik zal zeker niet de enige zijn met deze mening. In de transportsector moeten ze het vak ‘vakbekwaamheid’ volgen, maar die mannen kunnen wel goed genoeg rijden hoor. Ik noem het vaak extra jobs creëren op de zelfstandigen hun nek.’
Gunter: ‘Ik denk dat het nog hele harde tijden gaan worden. Ik ben echt oprecht blij met waar ik al sta en wat ik aan werkmaterieel heb. Als je dit tegen de prijzen van nu moet aankopen dan is dat voor een starter zelfs niet haalbaar. Ik werk naar klanten toe nog steeds met de oude prijzen, maar als de brandstof nog blijft stijgen dan zal ik de prijzen moeten aanpassen. Maar door de diepe wortels van de vorige generaties moet ik mij geen zorgen maken over voldoende werk want dat blijft vlot en goed lopen.’