In tijden waarin producenten van aardolie aan verwerkers geld bieden om olie te mógen leveren, komt het volgende verhaal nog abstracter over. Om de Europese doelstelling van 10% hernieuwbare energie (biodiesel) tegen 2020 te kunnen halen, wordt sinds begin van dit jaar onze diesel voor transport aangelengd met 10% biodiesel. Dat dit niet zonder gevolgen is voor de techniek en werking van de motor is ondertussen duidelijk geworden.
De verplichte bijmenging van biodiesel leidt tot grote problemen in motorsystemen. Dit blijkt uit een onderzoek onder de leden van de Nederlandse loonwerkersorganisatie Cumela Nederland in hun vakblad Grondig. De biocomponenten kristalliseren en zorgen voor een verstopping van filters en slijtage aan het brandstofsysteem. Het enige alternatief is volgens specialisten het tanken van HVO-diesel. HVO, wat staat voor Hydrotreated Vegetable Oil, is een 100% biologische diesel die het milieu veel minder belast. Over deze ‘blauwe diesel’ schreven wij zowat twee jaar geleden als alternatief voor de gewone diesel. Deze is ondertussen ook op sommige plaatsen in België verkrijgbaar.
Blauwe diesel is een hernieuwbare diesel gemaakt van restafval waardoor deze minder zwaar doorweegt op ons milieu. Hij wordt een ‘biodiesel van de tweede generatie’ genoemd omdat hij wordt geproduceerd van verschillende reststromen van de voedingsindustrie en niet van voedingsgewassen zoals soja, palmolie of koolzaad. Het gaat om een synthetische brandstof (XTL) op basis van met waterstof behandelde oliën. Dit zijn hoofdzakelijk plantaardige en dierlijke afval- of frituuroliën. Maar het is ook mogelijk om HVO te produceren op basis van andere ingrediënten, zoals bijvoorbeeld stro of houtafval. Op vlak van impact op het klimaat scoort deze diesel merkelijk beter dan biodiesel uit voedingsgewassen.
HVO is ontstaan in 2009 en volgens Brafco, de federatie van de Belgische brandstoffenhandelaars, vermindert HVO-diesel in vergelijking met klassieke diesel de CO2-emissies met meer dan 60%, de fijne deeltjes met meer dan 85% én is er bovendien geen NOx-uitstoot meer. Er is ook geen stank. En bovenal is deze oplossing direct compatibel met de huidige en oudere dieselmotoren. Bovendien streeft de sector ernaar om afval en residuen te gebruiken in plaats van er landbouwgrond voor te moeten opofferen.
XTL-brandstoffen zijn toegelaten voor verkoop in België, net als in andere landen zoals Duitsland, Nederland en Zweden. Sommige gebruiken HVO of blauwe diesel als aanvulling op de klassieke diesel. De prijs van blauwe diesel moedigt ons echter niet aan om thuis de stap naar dit type brandstof te zetten. Hij wordt onderworpen aan dezelfde accijnzen als fossiele brandstoffen (waardoor hij natuurlijk zijn doel voorbijschiet), is duurder om te produceren, en hij kost dus ook meer aan de pomp.
De problemen ontstaan volgens de geraadpleegde specialisten door de verplichte bijmenging van biodiesel. Sinds vorig jaar geldt daarbij de regel dat maximaal 5 procent afkomstig mag zijn van grondstoffen die ook voor menselijke consumptie geschikt zijn, zoals koolzaadolie. Het overige deel moet komen van feitelijke afvalproducten zoals frituurvet. Deze producten worden opgewerkt tot de zogenaamde ‘tweede generatie’-biodiesel.
Sinds deze regel geldt en het aandeel biodiesel is verhoogd, zijn nieuwe problemen ontstaan. Deze uiten zich vooral in de winterperiode als het kouder is. Volgens Rini Romein van bureau Veritas, dat kwaliteitsonderzoek naar diesel uitvoert, is de oorzaak het neerslaan van uitgekristalliseerde glyceriden. ‘Deze zijn afkomstig van de zogenaamde FAME-toevoegingen, de tweede generatie biodiesel uit afvalstoffen.’
Deze uitgekristalliseerde vetten zijn eerst wit en kleuren na enige tijd zwart. Dat is volgens Romein de reden dat gebruikers naast wit residu ook zwart residu onderin de tank of in filters aantreffen. Het probleem voor bedrijven is dat de diesel wel aan de kwaliteitseisen voldoet, maar dat daarin geen rekening is gehouden met opslag onder koudere omstandigheden en reacties die dan in de diesel optreden.
Uit een in december uitgevoerde enquête onder leden van de Nederlandse loonwerkersfederatie blijkt dat vier op de vijf bedrijven weer te maken heeft met problemen met de diesel. Hoe groot het probleem is, blijkt ook wel uit de respons. Binnen een week na de rondvraag waren al meer dan 400 reacties binnen. Een groot deel van de bedrijven heeft verstopte filters op de tankinstallatie en verstopte filters op voertuigen. Daarnaast heeft een derde te maken met problemen met het brandstofsysteem. Dit kan leiden tot forse schade. Een bepaalde gebruiker stelde dat hij er alles aan doet om de diesel goed te houden: hij laat meerdere keren per week de tanks vullen, maar heeft toch verstopte filters en problemen in het brandstofregelsysteem. Dat kost, los van stilstand en oponthoud, al snel 1.000 euro per keer.
De oplossing is volgens specialisten zoals Hans de Kam van Diesel Büchli om alleen nog maar HVO als biocomponent te gebruiken: ‘Het bijmengen van FAME-producten* kent alleen maar nadelen. Hierdoor veroudert de brandstof sneller en dat heeft als gevolg dat chemische reacties tijdens de verbranding kunnen veranderen. Het is ook negatief voor uitlaatgasnabehandelingssystemen. HVO heeft die nadelen niet en is wel van een constante en hoge kwaliteit.’
HVO is, zoals we hierboven al schreven, een kunstmatige diesel, die in een raffinaderij wordt gemaakt uit biologische componenten. Door het proces is deze diesel helemaal zuiver en bevat hij geen vetachtige componenten. Als bedrijf kun je dan kiezen voor alleen HVO of een mengsel van gewone diesel met HVO. In dat geval voldoe je ook aan de bijmengverplichting.
De enige technische manier om deze problemen op te lossen, is overschakelen naar B0-diesel zonder toevoeging van biodiesel of het overschakelen op HVO, al dan niet puur of in een mengsel met gewone diesel.
*FAME staat voor ‘Fatty Acid Methyl Esters’. Dat zijn vetzuren die ontstaan door een chemisch proces van plantaardige en dierlijke oliën (door transesterificatie) om biodiesel te maken. Hiervoor kunnen gebruikte frituurolie (UCO, Used Cooking Oil) of dierlijke vetten (niet voor dierlijk of menselijk gebruik geschikt, ‘tallow’ of talg) als basisgrondstof worden gebruikt. Hoe hoger het FAME-gehalte, hoe ‘problematischer’.