De Finse constructeur Avant heeft met de 800-serie zijn eerste zware compactlader uitgebracht. De combinatie van starre knikbesturing, uitschuifbare arm en een leeggewicht van 2,5 ton maken hem tot een compactlader met een grote plus. Door zijn beperkte gewicht is hij (zonder tegengewicht van 275 kg) nog net te transporteren op een aanhanger met rijbewijs BE. We hebben de machine enkele dagen op test gehad. Om ermee aan de slag te gaan kozen we voor een palenheier en een grondbak uit de meer dan 200 stuks tellende catalogus.
Voor deze test waren de omstandigheden allesbehalve ideaal. Doornatte grond, dus geen voorbeeld om mooi werk te leveren, maar wel om de grenzen van de machine op te zoeken. Ons eerste gevoel is dat de 860i stevig op zijn poten staat. Dat mochten we ondervinden bij het opscheppen van grond uit een hoop. Met de bak in de hoop rijden tot de wielen zouden gaan doorslippen, daarna de bak verder in de grond duwen door de arm uit te schuiven en ondertussen een keer of twee de bak eventjes naar binnen kantelen om de opgeschepte grond naar achter in de bak te krijgen. Dé manier om de grondbak volledig vol te scheppen. Dat, gecombineerd met de opbreekkracht van 2.200 kg, maakt dat de 860i voor grond- en opbreekwerk de vergelijking met zwaardere laders met glans kan doorstaan.
Op de R-serie na staan bij Avant de cabines op het voorste deel van de machine. Dit concept, gecombineerd met de starre knikbesturing, geeft deze Finse wiellader zijn eigen rijkarakter en stabiliteit. Door de aandrijving met 4 onafhankelijke hydraulische wielmotoren wordt de aandrijfkracht over de 4 wielen verdeeld in functie van de belasting. Met een lengte van 3,4 meter (zonder hulpstuk) en net geen 1,5 meter breedte is de 860i wezenlijk groter dan de andere Avants. Met ballastgewichten eraan weegt de machine 2.850 kg en dat geeft een stevig gevoel van contact met de ondergrond.
De Kohler-driecilindermotor geeft 57 pk en met dieselpartikelfilter en elektronische sturing voldoet die aan de Euro 5-norm. Voor de cabine kan de klant kiezen uit twee mogelijkheden: een ROPS/FOPS met enkel een dakje en een plexi ruit voor en achter (de versie waar wij mee reden) of een gesloten GT-cabine. De opstap naar de cabine is robuust en veilig uitgevoerd: een must bij een machine voor dit soort werk. In België wordt 15% van de verkochte machines (afhankelijk van het model) met een cabine geleverd. De andere zijn voorzien van de ROPS/FOPS (veiligheidsframe/dak) open veiligheidscabine. Wie voor een geslotencabine met airco en (zetel)verwarming wil gaan, kiest voor de GT-cabine die op het chassis staat gemonteerd met silent blocs.
Alle bediening staat binnen handbereik op de rechterconsole en dat bevalt goed. De rugleuning van de zetel mocht voor ons iets hoger zijn. Alle controlelampjes en schakelaars om de pompen te schakelen, differentieelsper, licht, parkeerrem en rijtrapschakeling zitten logisch gegroepeerd. Op het display kunnen talrijke functies van motor en hydrauliek snel opgeroepen worden. Het display staat in het gezichtsveld achter de joystickbediening en dat beperkt het zicht erop.
Wie voor het eerst met een Avant rijdt, moet eraan gewennen hoe de achterkant reageert, hoe men met handgas rijdt en wat het betekent om voor de knikbesturing te zitten. De knikbesturing zelf is star gebouwd wat het risico op overhellen sterk vermindert. Met de Avant 860i kan er ook met zware lasten aan de arm goed en veilig gemanoeuvreerd worden. Met een overvol geladen bak blijft de machine stabiel, zelfs in licht geknikte positie tijdens het rijden. De testmachine stond op 380/55-17 tractiebanden wat de trekkracht en ook het veercomfort ten goede kwam. Het nadeel van een starre knikbesturing is dat een wiel dat slecht bodemcontact heeft, zal doordraaien. Tenzij men de differentieelblokkering inschakelt. Avant gebruikt in ieder wiel een Poclain-hydromotor. Het Opti-Drive systeem kan de aandrijfkracht over de 4 wielen verdelen en dat zorgt voor een verminderde bandenslijtage op harde ondergrond of minder bodemschade op bijvoorbeeld gras. De twee rijtrappen kunnen met een tuimelschakelaar veranderd worden tijdens het rijden. De maximale rijsnelheid bedraagt 30 km/u. Wat wel wat gewenning vroeg, zijn de twee afzonderlijke pedalen om voor- en achteruit te rijden. Ze laten zich echter wel goed doseren.
Motor en hydrauliek zijn perfect op elkaar afgestemd. Ook bij een laag toerental kan werk met een hulpstuk dat veel olie vraagt snel en krachtig worden uitgevoerd. De werkhydrauliek beschikt over twee pompen. In het gewone traject wordt er bij volgas circa 39 liter gemaakt, genoeg voor een normale werking. Met een tuimelschakelaar kan er een tweede pomp worden ingeschakeld en kan het debiet naar 80 liter worden gebracht. De telescooparm kan dan bij een laag toerental in amper 3,7 seconden uit- en in 2,5 seconden inschuiven. De maximale hefkracht bedraagt 1.900 kg, ruim voldoende om een zware pallet bouwmaterialen op te tillen. Een akoestische overlastbeveiliging geeft aan wanneer de achterkant zich begint te lichten. Maar zelfs dan kan men nog verder rijden. Twee kipcilinders aan het uiteinde van de arm zorgen voor een losbreekkracht van 2.200 kg. De telescooparm schuift 82,5 cm uit en die functie wordt bediend vanaf de joystick. Met dezelfde joystick worden alle functies van de hef inclusief alle extra stuurventielen bediend.
Het gekende snelwisselsysteem van Avant is van afmetingen hetzelfde als bij de lichtere series, alleen is het geheel robuuster gebouwd. De hulpstukken van kleinere Avant- laders kunnen dus zonder aanpassing op de 800-serie worden aangekoppeld. Avant heeft als enige compactladerfabrikant van in het begin sterk ingezet op toebehoren. Het heeft meer dan 200 toebehoren in de catalogus staan en is daarmee een toonaangevende ontwerper-bedenker van deze dingen. Met de hydraulische snelwissel is het gewoon de rode veiligheidsschakelaar aanzetten en daarna de schakelaar van de snelwissel bedienen. De hydraulische cilinder in de aankoppelplaat zorgt daardoor voor het in- en uitgaan van de vergrendelingspinnen. Alle hydraulische aankoppelingen worden in één beweging geregeld met de Multi Connector: ook die is dezelfde als bij de kleinere Avant-machines.
We gebruikten de Avant 860i met een grondbak en een palenheier. Het ene om de kracht te ondervinden, het andere om de manoeuvreerbaarheid en stabiliteit van deze kniklader te ervaren. De machine heft tot 2,5 meter, gemeten op het scharnierpunt van de snelkoppeling. Met uitgeschoven arm komt dat op 3,49 meter. De maximale hefkracht bedraagt 1.900 kg. De arm heeft ook een self-levelling systeem, een parallellogramsysteem dat het hulpstuk of de bak hydraulisch parallel houdt aan de grond, ongeacht de positie van de laadarm. Dankzij de zweefstand op de arm kan er ook worden genivelleerd. De bak zal hierbij de oneffenheden van de bodem volgen en vrij over de grond gaan. Gecombineerd met een zweefstand en self-levelling functie kan de 860i ook voorzien worden van een ‘smooth drive’, een vering op de arm.
Palen heien
Palen heien vraagt enige precisie: je kunt spelen met het rijpedaal om de machine precies te rijden waar ze moet staan. Dan kan je nog bijwerken door het frame met de palenheier te klikken en vervolgens met het kniksturen. Een verdere stap naar verfijning is de arm in- of uitschuiven.
Opbreken
Voor de hoop rijden tot de wielen bijna doorslippen, de bak uitschuiven, klikken en opschudden zodat de opgeschepte grond of puin naar achter in de bak valt, en opnieuw scheppen door de arm nog wat verder uit te schuiven.