Na zijn tuinbouwstudies in Gembloux richtte Romain Coutiez zijn eigen zaak op. De naam van zijn bedrijf, Arborom, is een samentrekking van boomverzorger (‘arboriste’ in het Frans) en Romain. Tien jaar later richt hij zich nog steeds vooral op snoeiwerk en heeft hij een duidelijke visie op hoe hij zijn bedrijf en investeringen wil managen. We gingen naar Bernissart om deze dertigjarige die goed weet waar het om draait te ontmoeten.
Romain heeft sinds zijn studie altijd een voorkeur gehad voor snoei- en bosbouwwerken. De aanleg of onderhoud van tuinen is minder aan hem besteed, alhoewel hij soms tuinen aanlegt om bepaalde klanten een plezier te doen. Romain vervolgt: ‘Toen ik begon, was ik vooral actief als onderaannemer in de bosbouwsector. Het voordeel van deze sector is dat er vaak contracten zijn van twee of drie weken, of zelfs meer, wat ideaal is wanneer je net begint als zelfstandige. Beetje bij beetje begon ik toen mijn eigen klantenkring op te bouwen. Na drie jaar vertegenwoordigde onderaanneming nog steeds de helft van mijn activiteit. Op dit moment werk ik 80% voor particulieren, 15% als onderaannemer en de resterende 5% voor beplanting of tuinaanleg. Dit is te verklaren door het feit dat ik graag een project van A tot Z uitvoer bij mijn klanten. Ik heb fors geïnvesteerd in machines om deze projecten aan te kunnen en klanten werken meestal liefst met één aannemer. Ik probeer zoveel mogelijk binnen een straal van vijftig kilometer rond Bernissart te blijven om niet te veel tijd te verspillen aan verplaatsingen. In grote lijnen ben ik dus actief tot in Waals-Brabant, tot Ronse, Moeskroen, Erquelinnes … Voor meer specifieke bosbouwwerkzaamheden ga ik echter soms verder, maar het hangt natuurlijk af van de grootte van de werf. Verre verplaatsingen om uiteindelijk twee of drie uur te kunnen werken zijn voor ons niet interessant. Ook niet voor de opdrachtgever trouwens. Ik werk vooral voor particulieren, maar ook voor gemeenten en openbare diensten.’
Op dit moment werkt Romain vooral alleen. ‘Mijn zus Aurélie is drie jaar geleden in het bedrijf gekomen. Aanvankelijk had ze een totaal andere richting gekozen dan tuin & park, maar ze wilde haar carrière heroriënteren. Ze werkt twee of drie dagen per week op de werven en verzorgt ook het administratieve gedeelte. Daarnaast probeer ik regelmatig iemand op leercontract te hebben en voor sommige specifieke projecten doe ik beroep op andere zelfstandigen met wie ik regelmatig werk. Een paar jaar geleden had ik verschillende arbeiders in dienst, maar het is niet altijd gemakkelijk om hen te motiveren. Ik werk dus het liefst vooral alleen en doe dan beroep op mensen die ik vertrouw als dat nodig zou blijken.’
Om zijn werven tot een goed einde te kunnen brengen, heeft Romain dan ook stevig geïnvesteerd in gepaste machines. Hij vervolgt: ‘Ik verkoos om bij het begin van mijn carrière wat zwaarder te investeren om zo over alle benodigde machines te beschikken. Een bijkomend voordeel is dat ik nu efficiënt kan werken en de fysieke belasting van mijn werk kan verminderen. Als je jong bent, denk je vaak dat je alles aankan, maar ik wil niet over tien of vijftien jaar met fysieke problemen te kampen hebben, vooral niet als ik weet dat er een machine bestaat die je het leven gemakkelijker kan maken. Mijn machinepark bestaat uit twee Valtra-bosbouwtrekkers. De eerste is uitgerust met een bosbouwgrijper en lier, terwijl de tweede voornamelijk gebruikt wordt voor transport- en hakselwerkzaamheden. Deze tractoren stellen me ook in staat om reactief te zijn als ik machines moet verplaatsen. Ik heb er een tijdje over nagedacht om een vrachtwagen met containersysteem te kopen, maar omdat zo’n voertuig niet genoeg uren op jaarbasis draait, ging de voorkeur uiteindelijk toch naar een landbouwtractor. Een Volvo-kraan van 9,5 ton en een Avant 745-kniklader helpen om het handwerk te verminderen. Deze twee machines zijn zeer efficiënt en bijzonder geschikt voor mijn werven. Daarnaast heb ik drie versnipperaars en een breed scala aan kleinere machines.’
Maar het vlaggenschip van Romains machinepark is de Pfanzelt Moritz Fr 75 robot op rupsen. ‘Het begon allemaal toen ik aan het nadenken was over een oplossing voor het versnipperen van takken. Ik miste een machine tussen mijn kleine versnipperaar en het grote model op de tractor. Daarnaast wilde ik ook stronken kunnen frezen. Tijdens mijn lange zoektocht besloot ik uiteindelijk dat het interessanter zou zijn om te investeren in een soort werktuigendrager, waarmee ik zowel met een versnipperaar als met een stronkenfrees zou kunnen werken. Van het een kwam het ander en ik geraakte zo in contact met de Pfanzelt-rupsrobot. Ik kocht uiteindelijk het model met 75pk- motor. Het voordeel van een werktuigendrager is dat er maar één motor en één stel rupsen onderhoud vergen. Daarnaast werkt de robot dan meer uren op jaarbasis, waardoor hij eenvoudiger af te schrijven is. Dit Pfanzelt-model valt op door zijn kracht en veelzijdigheid. De verstelbare rupsen passen binnen smallere doorgangen en de machine kan werken op hellingen tot 45 graden, wat meer dan genoeg is voor onze werven. Een ander groot voordeel is de aftakas, die enerzijds de verliezen tijdens de aandrijving beperkt en anderzijds het benodigd vermogen afvlakt ten opzichte van een hydrostatische aandrijving. Op dit moment is mijn robot uitgerust met een Vandaele 18-23 houtversnipperaar, een Greentec 660-stronkenfrees of een bosbouwfrees met vaste hamers en een werkbreedte van 1,2 meter. Het enige probleem is de prijs als je met dit soort machines op pad gaat, maar het is aan ons om klanten uit te leggen dat het werk sneller en efficiënter uitgevoerd wordt.’
Romain wijst erop dat het beroep evolueert en binnen zijn sector merkt hij een aantal evoluties sinds de gezondheidscrisis. ‘We hebben altijd veel vraag, maar ik merk dat er meer concurrentie is en daarom is het meer dan ooit nodig om over de juiste machines te beschikken en steeds een lengte voorsprong te hebben op de collega’s. Sinds de gezondheidscrisis merk ik dat klanten vaker andere prioriteiten hebben dan hun tuin. In mijn geval merk ik dat snoeiwerken prioriteit hebben als een boom dreigt te vallen of er een conflict is met de buren. In andere gevallen wordt het meer als een vorm van luxe beschouwd. Voor 2020 was er minder discussie over futiliteiten op de werven. Hetzelfde geldt trouwens voor de offertes. Ik maak meer offertes dan vroeger, maar het gebeurt regelmatig dat we zelfs geen antwoord krijgen … of dat het werk uitgesteld wordt naar een latere datum. Ik denk echter niet dat ik te klagen heb. Mijn agenda zit voor de komende zes maanden vol en we hebben dus niets te vrezen.’
Romain besluit: ‘We zijn goed uitgerust om onze projecten efficiënt uit te voeren en het doel is nu om op deze manier verder te kunnen werken om onze machines efficiënt te blijven afschrijven en na te denken over andere innovatieve oplossingen. Natuurlijk blijft kwaliteitswerk centraal staan en dit is ook wat het imago van Arborom heeft gemaakt!’§