Angelique Moonen: ‘Bij Krinkels is het altijd werken met veel variatie. De nadruk ligt wel op groenonderhoud voor mij. In bijberoep is dat ook vooral groenonderhoud. In de winter ga ik mee zout strooien. Soms werk ik voor Krinkels in onderaanneming en dan heb je natuurlijk andere jobs, zoals bijvoorbeeld het herstellen van beschadigingen aan de verharding van diverse Lidl-parkings.’
Angelique: ‘Ik had aanvankelijk gedacht om volledig op mezelf te starten, maar toch schrikt het mij ook af. Ik werk graag bij Krinkels Greencare en ik voel mij daar echt goed. Ik heb er de nodige vrijheid en dat doet natuurlijk wel veel. Maar daardoor heb ik dus niet het gevoel dat ik voor een firma werk. Ik ben elke dag op de baan en mag mijn dag zelf indelen. Zolang mijn planning tijdig in orde is en mijn klanten gedaan zijn, is er niemand die iets gaat komen zeggen. Dat is wel echt de reden waarom ik deze job wil blijven doen. Ik heb gekozen voor mijn bijberoep omdat er meer en meer mensen de vraag stelden of ik hun tuin wou onderhouden. Ik heb dan de stap gezet om een btw-nummer aan te vragen en afgewacht wat ervan zou komen. Maar tot op heden mag ik zeker niet klagen. Ik heb een mooi klantenbestand opgebouwd voor een job die ik enkel op zaterdag kan uitvoeren.’
Angelique: ‘Ik ben in eerste instantie graag buiten, binnen zitten zou echt niets voor mij zijn. Ik moet echt met het groen bezig kunnen zijn. Als ik planten kan zetten geniet ik echt. Met Krinkels hebben we een project in Leuven. Enkele van deze tuinen waren zwaar verwaarloosd en dan is hetresultaat achteraf leuk om te zien. De waardering van de mensen doet je wel echt goed. Verder is het ook fijn dat je iets nieuws mag doen dat je nog nooit hebt gedaan. Als dat dan lukt, dan word ik echt blij. Een tuin kan voor mensen echt een boost geven als die volledig in orde staat. Als je mensen terug in de tuin kan krijgen en zelf aan de slag ziet gaan na jaren, dan geeft dat je echt een boost.’
Angelique: ‘Met groenonderhoud ben je heel vaak buiten en dan moet je natuurlijk alles erbij nemen. Met in het bijzonder dan de weersomstandigheden. Er bestaat wel zoiets als weerverlet, maar als je dat hier in België altijd moet nemen dan kun je amper nog werken. Voor heel wat mensen zal dat een nadeel zijn, maar niet echt voor mij. Té warm of té koud, dat neem je erbij en dat weet je immers ook op voorhand. Als ik dan echt nog een minpuntje zou kunnen bedenken, is het dat het snoeiseizoen wel echt heftig kan zijn. Je start om 7 uur ‘s morgens en stopt pas rond 8 uur ’s avonds. En dat elke dag opnieuw zolang het seizoen loopt. Die periode is vrij veeleisend. Ik doe het echt wel graag, hoewel het af en toe eens op de tanden bijten is.’
Angelique: ‘Nee, eigenlijk niet. Ik denk niet dat ik dat zou gedurfd hebben. Het is puur door een samenloop van omstandigheden dat ik ervoor hadgekozen om in bijberoep te gaan. Ik wou natuurlijk altijd wel zelfstandig zijn, dus op dat vlak blijft het bijberoep natuurlijk een mooie tussenweg. Ik zou wel in dezelfde sector blijven. Als Krinkels na mijn sollicitatie nee zou hebben gezegd, dan was ik verder blijven solliciteren naar een job in het groen. Het was ook niet makkelijk om in deze mannenwereld binnen te geraken. Als ik met iemand zou kunnen samenwerken zou mij dat wel een soort van rust geven. Je bent met twee en je bent elkaars vangnet. Je vult elkaar dan ook aan in het werk dat je doet. Iedereen heeft zijn specialiteit en als dat in balans is en je kan van elkaar leren, lijkt mij dat een andere zaak. Ik ben daar nu ook niet mee bezig en het is ook geen optie omdat ik wel echt tevreden ben waar ik werk.’
Angelique: ‘‘Vroeger was dat vooral zelfstandig worden. Maar sinds mijn job bij Krinkels zijn de plannen wat veranderd. Nu ben ik hard aan het werken om de job van werfleider te krijgen. Mensen kunnen aansturen en planningen kunnen maken zou wel echt motiverend zijn. Grote contracten binnenhalen op termijn zou mij wel echt een boost geven.’
Angelique: ‘Ik moet zeggen dat ik vooral veel geluk heb gehad. Mijn werfleider en de directeur van Krinkels geloofden in mij en gaven mij ook het gevoel dat er meer in mij zat. Ik werd de eerste maanden echt goed begeleid en dat maakt wel dat je meer kan. Uit je comfortzone komen was voor mij een werkpunt. Alleen met een remorque voor de eerste keer in de stad Leuven was een uitdaging (lacht). Maar hierdoor is mijn zelfvertrouwen weer een beetje gegroeid. Het is ook heel hard werken, zowel in je studies als in je job. Ik studeerde in mijn middelbaar beroepsonderwijs en nadien was een studie aan de hogeschool echt wel een uitdaging. Ik ben wel trots dat het mij gelukt is. Het is tenslotte ook belangrijk dat je zelf initiatief neemt en toont dat je écht wilt. Je moet starten met kleine dingen, zoals bijvoorbeeld de planning nakijken. Op termijn groeit het vertrouwen zodat je wel de kans krijgt om meer verantwoordelijkheid te nemen.’