We schreven in ons vorig nummer van GreenTechPower al over de CityZAS van Maaiers Verschueren. Deze werktuigdrager van Holder draagt een generator achter op de machine in combinatie met een voorzetstuk met elektroden dat onder hoogspanning onkruid verdelgt. In dit artikel peilen we bij Carlos Verschueren, ontwerper van deze combinatie, naar de achtergrond van deze machine.
De werking en de voor- en nadelen van deze van oorsprong Zwitserse machine hebben we destijds al uitgebreid opgesomd. Deze zomer en dit najaar zijn er tal van demo’s met de machine uitgevoerd. Ervaring en foto- en filmmateriaal genoeg dus om te evalueren. Naast de ervaring van twee aannemers – Alplant uit Vrasene en Baart uit Lommel – kon Carlos, zaakvoerder van Maaiers Verschueren, ons verder bijpraten over de opgedane ervaringen.
Bij vegen of onkruidborstelen zien we onmiddellijk resultaat, bij niet- chemische onkruidbestrijding met stoom of heet water zien we al iets minder direct resultaat, en bij onkruidbestrijding met de CityZAS moeten we nog iets meer geduld hebben om iets te kunnen waarnemen. Om die reden werden er achteraf foto’s genomen van verhardingen, halfverhardingen en open terrein, waar met hoogspanning onkruid werd beheerst. Op basis van dat fotomateriaal hebben we kunnen vaststellen dat de machine wel degelijk een verschil maakt.
We praatten met Carlos Verschueren, zaakvoerder-eigenaar van Maaiers Verschueren, over de eerste ervaringen met de CityZAS.
Hoe het allemaal begon
Carlos Verschueren: ‘We zijn enkele jaren geleden met CNH beginnen samenwerken met de Zasso op maaiarm om de Japanse duizendknoop te bestrijden. We hebben bij aannemer Alplant gezien dat gedurende drie jaar en ieder jaar vijf keer bestrijden met de Zasso de plant volledig weg is. De eerste machines waren uitgerust met drie rijen elektroden (plus, min en plus). Nu, drie jaar ervaring verder, hebben we gezien dat we hetzelfde effect halen met enkel een plus- en een min-elektrode. En dat de machine daardoor pakweg 60 centimeter korter kon worden gemaakt. Die kortere machine, en dan met 1,20 meter werkbreedte, heb ik op een werktuigdrager gemonteerd. Vroeger werd de generator aangedreven met de aftakas van de trekker, nu loopt de aandrijving hydraulisch. Deze Holder geeft 80 liter bij 210 bar om de generator aan te drijven.’
Carlos: ‘Nee hoor. Het onkruid op verhardingen woekert omzeggens nooit volledig over heel je werkbreedte van 1,20 meter. En zelden zal het ook metershoog staan. Dus dat maximale vermogen, dat moet je zelden aanspreken. Onkruid staat ook maar sporadisch, waardoor je dus nooit je volle motortoerental nodig hebt. Het systeem werkt tussen 50 en 70 hertz en daartussen zit je speling om te werken. Onder de 50 en boven de 70 hertz slaat de machine vanzelf uit. Hoe meer vegetatie, hoe meer energie de machine vraagt en dus ook verbruikt. Concreet: in licht onkruid kun je dus makkelijk bij 50 herz draaien en dus tegen een lager toerental. Hoe langer je plant is, hoe meer elektrische energie je nodig hebt en dus hoe hoger je toerental moet liggen.’
Carlos: ‘De enige slijtagepunten zijn de elektroden en de aardingspennen die over de grond slepen. Voor de rest heb je geen onderhoud aan deze machine. De aardingspen dient om het overtollige stroomverlies op te vangen. Verder heb je geen extra materialen zoals gas, water of wat dan ook nodig. Een groot voordeel is dat je met deze machine continu kunt doorwerken. Je moet bijvoorbeeld geen water bijvullen – en gaan zoeken – of je hebt geen extra gasflessen nodig en die dingen. Op zich kan één chauffeur een hele dag de weg op. Voor zover we het nu kunnen inschatten – en we hebben gemeten bij een aannemer die voornamelijk verhardingen onkruidvrij houdt – was er op 400 draaiuren een elektrodenslijtage van ongeveer 10 centimeter. Verrassend weinig dus.’
‘Qua rendement leert de ervaring dat we op een egale ondergrond tussen 3 en 4 km/u kunnen rijden. Op bijvoorbeeld holle kasseiwegen halen we tussen 0,7 en 1 km/u. We hebben plekken waar we dit jaar (met heel groeizaam weer) pas na twee maanden konden terugkomen omdat het gedode onkruid zich nog niet had herpakt. De tweede en eventueel volgende behandelingen kun je dan tegen hogere snelheid afwerken als de ondergrond het toelaat.’
Carlos: ‘Omwille van zijn kwaliteit, draagvermogen en ook omdat hij 80 liter olie geeft. Het geheel weegt nu minder dan 3,5 ton. De Holder is niet de goedkoopste als je hem voluit zou aankleden, maar in zijn basisuitvoering valt dat nog best mee. Voor een gemeente bijvoorbeeld is een Holder een goede zaak: Je kunt er naast de Zasso nog een borstel aanhangen, een zoutstrooier enzovoort. Bovendien is een werktuigdrager voor dit soort werk handiger dan een standaard tractor: veel compacter en korter. Op een half uur heb je alles afgebouwd en kan de Holder voor iets anders worden ingezet. In de praktijk komt elke Holder die voor de Zasso wordt gebruikt vanuit eender welk land naar hier, en wij bouwen alles op: contactschakelaars op de deur, de hef, de camera, de hydraulische PTO-aandrijving …’
Carlos: ‘De elektroden slepen over de vegetatie. De werkbreedte is zoals gezegd 1,20 meter met aan beide kanten een sideshift van 50 centimeter. Je kunt blijven rijden met één chauffeur, dag en nacht. Alleen bij regenweer mag je niet rijden. We hebben er ook een 360° camera op gezet die een signaal activeert als er een mens in de zone van drie meter rond de machine komt. Als die dichter dan één meter komt, schakelt de machine zichzelf uit. Als de plant de plus raakt en dan de min, dan maakt hij een curve en zo ga je in de wortel en springt het zaadcelletje. De elektroden zijn pakweg 3 à 4 centimeter breed en staan pal naast elkaar zodat je alles goed meehebt. De voorste en de achterste zitten ongeveer 10 centimeter uit elkaar. Ze kunnen onmogelijk tegen elkaar komen omdat er ook een rubber tussen zit. Je moet zorgen dat je machine altijd mooi plat staat, zo kun je slijtage van de elektroden een stuk opvangen. Als ze meer versleten zijn en er is bijvoorbeeld 25 centimeter afstand tussen de plus-as en de min-as, dan blijft de werking nog even goed. De voorste elektroden slijten iets meer dan de achterste omdat die ook het meeste werk moeten doen. In principe zou het nuttig kunnen zijn om tijdens de levensduur van de elektroden de plus- en min-as te wisselen. Zoals bij de banden van je auto.’
‘Mijn ervaring zegt dat hoe langer of hoe meer je de plant raakt – dus met plat(ter) liggende elektroden – hoe groter het effect zal zijn. Als ik zelf moet rijden, dan laat ik de module zo laag mogelijk zakken. Het enige dat kan gebeuren, is dat je lekstroom hebt en dat wil zeggen kortsluiting tussen je plus en je min. En dan schakelt de machine zich gewoon uit. Ideaal om te rijden is dauw: dauw werkt op de planten en nauwelijks of niet op de ondergrond. Als je de plant dan elektrocuteert dan is de geleiding optimaal. Dus als de aardingspennen nat aanvoelen en je zit op dezelfde ondergrond met je voorzetstuk, dan werkt het ook niet, want dan ontstaat er lekstroom. Maar wees nu eerlijk: als het regent ga je ook geen onkruid bestrijden, noch branden.’
Carlos: ‘Dat is om te beginnen veel zwaarder. 18 kW met 6 transformatoren en voor de Japanse duizendknoop op een maaiarm zijn er dan 12 transformatoren: 36 kW.’