Met trots en fierheid in het werkveld

18 september 2024
Helena Menten
Helena Menten en Tuinen Vander Maelen

Ondernemerschap zit in het bloed bij de familie Vander Maelen uit Everbeek bij Brakel. Vader Gerry startte de firma 34 jaar geleden op. Zoon Bram vervoegde kort na zijn middelbare studies zijn vader terwijl de andere zoon, Stijn, verder studeerde voor tuinarchitect om daarna mee in de zaak te komen.

Starten met niets

1990 was het jaar waarin Gerry Vander Maelen investeerde in een spade en een kruiwagen, en aan zijn eerste Frisomat in de tuin van zijn ouders stond. Door de jaren heen bouwden ze met drie een eigen en vooral sterk machinepark uit, en inmiddels hoeft er niets meer gehuurd te worden: het resultaat van de stevige basis die werd opgebouwd door het harde werk en doorzettingsvermogen van vader Gerry, die zijn bedrijf vanuit het niets gecreëerd heeft.

GreenTechPower: ‘Hebben jullie iets in de richting van tuinaannemerij gestudeerd?’

Stijn Vander Maelen: ‘Mijn vader studeerde tuinbouw aan de tuinbouwschool in Melle. Nadien deed hij stage bij een boomkwekerij om de stiel te leren kennen. Zo heeft hij zijn kennis stelselmatig kunnen opbouwen door tuinen te onderhouden en zich later toe te leggen op de aanleg ervan. Mijn broer en ikzelf hebben beiden Economie-Moderne Talen gestudeerd in Brakel. Bram ging na zijn middelbare school direct mee in het bedrijf omdat hij niet de intentie had om verder te studeren en direct aan de slag wilde gaan. Iets waar hij de dag van vandaag nog steeds geen spijt van heeft. Bepaalde zaken leer je ook beter in de praktijk of door andere bijscholingen omdat ze niet meer standaard in het leerpakket zitten.’

‘In mijn opleiding tot tuinarchitect leerde ik vooral het opmaken van tekenplannen en kon ik mijn plantenkennis uitbreiden. Al doende leert men en dat is zeker van toepassing in onze job. Je merkt dat er op een hogeschool toch minder kennis uit het werkveld aanwezig is en uiteindelijk worden echte kennis en vaardigheden verworven door actief bezig te zijn. Dit benadrukt nogmaals het belang van stages, praktijklessen en hands-onprojecten in scholen en universiteiten. Natuurlijk vraagt dit veel tijd en kan je niet alles van in het begin weten. Maar je bent nooit te oud om bij te leren. Je merkt ook meer en meer de digitalisering in de sector, onder meer het installeren van digitaal aangestuurde beregening.’

Fierheid op je werk

Stijn: ‘Je ziet minder en minder fierheid door de komst van grotere commerciële bedrijven waar cijfers primeren op kwaliteit. Als je voor jezelf werkt, doe je het altijd een tikkeltje beter. Want als je medevennoot bent, is het voor jezelf van groot belang dat de zaken goed gaan. Wanneer je ergens werkt, ga je daar misschien minder snel van wakker liggen.’

GTP: ‘Jullie krijgen alles rond met z’n drieën?’

Stijn: ‘Dat klopt. Toen ik zelf twee jaar in de zaak meedraaide, waren er nog twee vaste medewerkers in dienst. Toch ervaren we dat het makkelijker is om met ons drieën te werken. Je kan niet dezelfde hoeveelheid werkt verzetten als met vijf, maar je kan projecten beter naar je hand zetten. Over het hele jaar kan je een betere planning maken én alles beter managen. Je start en stopt een project zo goed als altijd samen. Vroeger was dat volledig anders omdat je ook altijd werk moest voorzien voor die vijf mensen. Nu is het project uitgetekend en klaar om in de planning te steken, die nu gebaseerd is op werk voor drie man.’

‘We zijn langzaam mee in de zaak gerold. We overleggen heel goed en benutten elkaars sterke kanten. Het idee dat ‘veel handen licht werk maken’ geldt niet alleen voor fysieke taken, maar ook voor mentale en creatieve processen. Uiteindelijk zullen we het in de toekomst met ons tweeën moeten verderzetten, dus geleidelijk aan leren we dat ook. Ons bedrijf draait op een zeer goede combinatie van frisse input en ervaring. Daardoor kom je op een idee dat door iedereen gedragen wordt: teamwork is essentieel voor het succes van onze projecten.’

GTP: ‘Jullie doen enkel aanleg?’

Stijn: ‘Een combinatie. We doen het tuinonderhoud van onze eerste klanten en we nemen het onderhoud van onze nieuwe projecten er ook bij. Onze eerste klanten zijn de mensen die ervoor zorgden dat we alles konden opbouwen tot wat we nu hebben. Je start vaak met niets en stapsgewijs kan je opbouwen omdat het aanleggen van tuinen veel duurdere machines vraagt dan de machines die je nodig hebt om onderhoud uit te voeren.’

‘Vaak zie je dat veel startende ondernemers zware investeringen doen die niet bijdragen tot de omzet. Neem bijvoorbeeld de afstand van thuis naar de klant: die kan je evengoed afleggen met een goed onderhouden camionette van enkele jaren oud. Onze camionetten hebben tussen de 160.000 en 180.000 kilometer en zo lang die rijden, gaan we ze houden. Een graafmachine, vrachtwagen of andere zaken, daarin durven we wel investeren. Zo hebben we bijvoorbeeld ook besloten om uit kostenoverwegingen en planningsproblemen geen medewerkers meer aan te nemen, maar zoals eerder vermeld het werk met ons drieën aan te pakken.’

‘Hard werken, met veel goesting en passie voor de stiel.’

Dicht bij huis

Stijn: ‘We zitten onder de kerktoren van Everbeek. De verst gelegen werf die we ooit hebben aangenomen was van een klant die hier zijn tuin door ons had laten aanleggen en dat opnieuw wilde laten doen na zijn verhuis. Je weigert dat ook niet he, als dat een hele goeie klant was.’

‘Mijn kettingzagen en haagscharen zijn van Stihl, de motoculteur van Bertolini en sinds kort is er ook een Volkswagen-camionette. Het kleinere materieel is van Metabo en de grasmaaier van Honda. Ten slotte hebben we nog een verticuteer- en doorzaaimachine van Eliet waar ik veel uren mee draai omdat er weinigen in de buurt dat doen.’

GTP: ‘Hoe loopt bij jullie de stap van aanvraag tot afwerking?’

Stijn: ‘De klant komt bij ons en legt uit wat hij precies wil en hoe. Nadien nemen we foto’s ter plaatse en/of meten we alles op met de laser. Ik begin dan met een ontwerp te schetsen dat ik aan de klant voorstel. Verder neem ik ook een prijsofferte mee waardoor de mensen tot in detail weten wat de kostprijs zal zijn. Soms heb je ook klanten die in fases willen aanleggen. Alles is mogelijk. Stel dat klanten dan bepaalde zaken willen aanpassen, dan doe ik dat ook. Soms hebben we ook klanten die een plan hebben en op basis daarvan maken we dan een offerte voor alles wat nodig is om het te realiseren.’

‘Als je al een lange tijd tuinarchitect bent en nog weinig op werven komt dan mis je ook een bepaalde feeling met het werkveld. Ik merk zelf ook soms dat ik een plan heb uitgetekend, maar dat ik tijdens het aanleggen van de tuin op bepaalde pijnpunten bots. De lessen die ik zo leer, kan ik nadien weer meenemen in het uittekenen van mijn volgende plannen. Elke dag achter mijn bureau zitten zou ook niets voor mij zijn. Nu heb ik een combinatie van alle dingen die ik graag doe: tekenen, meewerken met mijn handen en aan de machines werken.’

Papieren schets

Stijn: ‘Het liefst van al schets ik nog zelf met de hand uit. Dat is niet voor elk project mogelijk, maar als klanten snel iets visueels nodig hebben dan is de oeroude schets de ideale oplossing. Het grafisch programma ‘Autocad’ is weliswaar gemakkelijk in gebruik, maar soms ben ik al klaar met schetsen terwijl het programma nog niet opgestart is. Ook hebben mensen vaak het idee dat digitaal sneller is, maar dat is niet altijd zo. Het zinnetje ‘Kan je dit snel eens doen?’ is sneller uitgesproken dan uitgevoerd. Daarnaast probeer ik mijn ontwerpen betaalbaar te houden. Uiteraard kan je die niet gratis geven want ook de tekenprogramma’s kosten geld.’

GTP: ‘Hoe is de passie ontstaan?’

Stijn: ‘Als je opgroeit met in de tuin een resem aan verschillende machines dan rol je daar ongetwijfeld in. Voor mij als kind was dat één grote speeltuin. Ik was ongeveer elf jaar toen ik al rondreed met de heftruck. Zomerkampen of andere dingen waren niks voor mij. Het begon met een zitmaaier, zonder maaibalk, en daarachter een aanhangwagen. Ik wilde liever met de machines rondrijden of eraan werken. Ik wilde met planten bezig zijn en was ook trots op mijn vader die ik bezig zag. Je begint met een halve dag mee te gaan in de vakantie, dan heel de vakantie en op een gegeven moment is de logische stap dat je meewerkt om het bedrijf uit te bouwen.’

GTP: ‘Jullie kozen niet voor een middelbare opleiding in het groen?’

Stijn: ‘Omdat onze ouders ons de kans wilden geven om ons verder te ontwikkelen, los van de tuinbouwwereld, hebben we eerst Economie-Moderne Talen gestudeerd. Stel: je wil ermee stoppen of je kan het fysiek niet meer aan, dan heb je altijd nog een stevige basis achter de hand. Ik heb die studie altijd wel graag gedaan omdat economie immers het bedrijfsleven reflecteert. Die drie jaar waren voor mij echt gericht op studeren en focussen op het werk zodat ik zo snel mogelijk van start kon gaan. In de opleiding trok ik al gauw gelijkgestemde mensen aan en dat maakte dat de jaren voorbij zijn gevlogen.

Onderhoud verlengt de levensduur van de machine.’

GTP: ‘Hoe zit de taakverdeling binnen het bedrijf?’

Stijn: ‘Ik teken het ontwerp, maak de prijsofferte op en ga bij de klanten langs met stalen en andere benodigde zaken. De uitvoering op de werf doen we met drie en het financiële gedeelte doe ik samen met mijn vader. Mijn broer beheert de werkmappen en brengt ze in. We verdelen het werk volgens noodzaak en proberen allemaal van alles op de hoogte te zijn zodat de zaak altijd kan blijven doordraaien mocht er iemand wegvallen.’

GTP: ‘Met welke machines werken jullie?’

Stijn: ‘Onze tractoren zijn van New Holland en komen van Christiaens-Volcke. De vier graafmachines zijn van Kobelco: een 14-tons, een 7- tons, een 8-tons en twee jaar geleden kwam er ook nog een 4-tons bij voor de werven waar je amper plaats hebt. Een compactere kraan kan dat probleem goed opvangen. Het gepaste materieel is écht belangrijk om werkongevallen of andere schade te vermijden. Ons wagenpark is van Mercedes, zowel onze vrachtwagen als onze camionettes: dat is kwaliteitsmaterieel.’

‘Voor de snoei- en onderhoudswerkzaamheden gebruiken we machines van Stihl. We hechten veel belang aan een goede klantenrelatie met onze dealers. Een goede service zet een dealer op de kaart of net niet. Als je in panne staat of er is iets dan moet je ergens terechtkunnen. Alles kan defect geraken, maar het is de manier waarop je ermeAe omgaat die alles bepaalt. Zo is de verkoper van Kobelco altijd dezelfde gebleven en dat bepaalt mee dat we voor dit merk blijven kiezen.’

GTP: ‘Besteden jullie het onderhoud van de machines uit?’

Stijn: ‘De graafmachines zitten op onderhoudscontract bij Kobelco De Bruycker-Kemp. We vertrouwen ze hier toe aan professionele vakmensen die beschikken over het nodige gereedschap. Messen slijpen, dingen repareren of olie aflaten, dat doe ik zelf met heel veel plezier. Want ik ben gepassioneerd door machines.’

Investeren

Stijn: ‘In een bedrijf moet je altijd blijven investeren, dat is cruciaal voor de groei en het succes ervan. Momenteel zitten we goed wat betreft de grotere machines zoals rupsdumper, tractoren, vrachtwagen en graafmachines. In kleinere machines zoals heggenscharen, doorslijpers, betonmolens of dergelijke moet je jaarlijks investeren, maar dan spreek je over andere bedragen. Jammer genoeg gaan de dag van vandaag de machines niet meer zo lang mee als vroeger.’

Totaalprojecten

Stijn: ‘Omdat we met drie werken en op elkaar ingespeeld zijn, durven we grotendeels totaalprojecten aannemen: nieuwbouw, omheiningen, zwemvijvers, automatische beregening, verharding … Kortom, letterlijk alles, tot zelfs het aansluiten van lampjes in de tuin. Het is een extra factor voor mensen om voor ons te kiezen. Want hoe meer je zelf in de hand hebt, hoe beter je alles kan managen. Maar hoe meer partijen, hoe meer je rekening moet houden met de belangen en standpunten van alle betrokkenen. Alles in eigen beheer houden zorgt ervoor dat we voortdurend onze kennis up-to-date moeten houden en weten waar onze grenzen liggen. Zwembaden aanleggen is het enige dat we uitbesteden. Je hebt immers een waaier aan opties en veel zwembadbouwers hebben hun eigen specialiteit. Op dat vlak werken we samen met iemand die we persoonlijk kennen en van wie we weten dat hij correct is op alle vlakken.’

Veranderde maatschappij

Stijn: ‘Op je strepen staan is iets wat je altijd moet doen als tuinaannemer. Je krijgt te maken met oneerlijke concurrentie of soms bizarre prijsoffertes van concullega’s. Je biedt normaal garantie en een juiste prijszetting moet zorgen dat je die ook kan waarmaken. Voor klanten is het soms moeilijk te begrijpen vanwaar bepaalde prijzen komen of waarom bepaalde zaken duurder uitvallen. Jammer dat er niet ergens een soort van kwaliteitslabel is zodat klanten beschermd zijn.’

GTP: ‘Hoe werken jullie aan de merkbekendheid?’

Stijn: ‘Met een website die we zelf updaten. Maar mond-tot-mondreclame blijft het allerbeste. Ik probeer nu wel geregeld foto’s te maken tijdens de werken. Die kan je dan later aan potentiële klanten laten zien om hen op weg te zetten met hun keuze. In de winter ben je soms bomen aan het knotten, daarover maak ik wel eens een verhaaltje voor op sociale media. Soms krijg je dan wel de vraag: ‘Kan je dit bij mij ook doen?’ Op vlak van communicatie zitten we met twee generaties in het bedrijf en dat leert ons een evenwicht te houden tussen digitaal en offline.’

GTP: ‘Hoe zien jullie de toekomst?’

Stijn: ‘We gaan vooral blijven doen wat we doen en groeien zoals we al bezig waren. We hebben op dit moment heel wat projecten die op de planning staan en naar de uitvoeringsfases doorgeschoven worden. Het is goed om vooruit te kunnen kijken en onze klanten te bedanken voor onze toekomst. De technieken veranderen en we kunnen ons intussen meer onderscheiden van andere tuinaannemers. Corona was een onstabiele periode, maar ook een makkelijke omdat we met ons drieën een bubbel waren. De prijzen van materialen gingen door het dak. Je kon toen te veel investeringen doen in materiaal doordat je panikeerde, maar gelukkig hebben we dat niet gedaan. Mensen zitten met overstock en de aanvragen dalen iets, maar de ervaring van onze vader gaf direct aan van: oké dit doet zich nu voor, maar het kan en zal niet blijven duren.’

GTP: ‘Hoe zie je de toekomst in de sector zelf nog veranderen?’

Stijn: ‘De tuinaanleg is een aangename sector om in te werken, dat zie je trouwens aan het aantal opkomende bedrijven. Jezelf erin onderscheiden is heel belangrijk. Volledig vanaf nul starten vraagt veel tegenover vroeger. We zien meer papierwerk, meer regels, hogere prijzen voor het aankopen van materialen en machines … Door de elektrische transitie komen we ook in een andere manier van werken terecht. Elektrisch heeft zijn voor- en nadelen. Ik ben niet tegen, maar ook niet voor omdat het voorlopig nog niet aan de brandstofaangedreven machines kan tippen.’

‘Je kan voorlopig al werken met synthetische brandstoffen zonder radicaal over te stappen en jezelf in zware kosten te duwen. Ik doe hetzelfde met mijn dagelijkse wagen: een Toyota Landcruiser van 23 jaar oud, met 385.000 kilometer op de teller, maar steeds perfect onderhouden. Een wagen langer houden: dat is pas echt duurzaam werken. Daarnaast is het een deel van mijn passie voor mechanica die ik momenteel niet zou kunnen missen. Die duurzaamheid nemen we dan ook mee in het ontwerp en de aanleg van onze tuinen. Want deze kwaliteit staat nu eenmaal voorop in ons bedrijf.’ §

Ook interessant voor jou