Doosan Bobcat, een van de grootste aanbieders van compacte machines voor de bouw, groenvoorziening, de agrarische sector, sloop & recycling, logistiek en material handling, heeft vandaag bekendgemaakt, dat er in Monterrey in Mexico een nieuwe fabriek gebouwd wordt. De productie van rups- en schrankladers start daar naar verwachting eind 2025/begin 2026. De bouw van de nieuwe fabriek vergt een investering van circa 280 miljoen euro en zal in de regio zo’n 600 tot 800 nieuwe banen opleveren.
“Als aanbieder van compacte machines met fabrieken, kantoren, dealers en klanten over de hele wereld, hebben we de vraag naar onze producten en ons portfolio de laatste jaren enorm zien toenemen”, zei Scott Park, CEO van Doosan Bobcat. “We moeten onze productie dus laten meegroeien, om aan de wereldwijde vraag naar Bobcat-oplossingen te kunnen voldoen.”
De verwachting is dat de fabriek, die een totale oppervlakte van 65.000 m2 krijgt, de productiecapaciteit van Bobcat’s compacte laders in Noord-Amerika met 20% uitbreidt. De fabriek krijgt niet alleen afdelingen voor laswerk, lakstraten en montage, maar ook een warehouse en kantoorruimte. Bobcat gaat voor de productie de modernste technologie inzetten om de kwaliteit, de nauwkeurigheid en de energiezuinigheid te optimaliseren. De locatie in Monterrey gaat compacte laders voor distributie in Noord-Amerika produceren. De productie voor andere regio’s vindt plaats in andere landen.
“Dankzij de nieuwe fabriek in Mexico kan Noord-Amerika voldoen aan de toenemende vraag van klanten en kan onze Europese Bobcat-productiefaciliteit in Dobříš (Tsjechië) zich helemaal richten op de productie van producten voor de EMEA-regio. Wereldwijd kan Bobcat zijn klanten daardoor beter van dienst zijn omdat de levertijden korter worden”, zei Gary Hornbacher, Doosan Bobcat President voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika (EMEA-regio).
Bobcat heeft overwogen om de bestaande Bobcat-locaties uit te breiden, maar heeft na uitgebreid onderzoek toch voor de nieuwe locatie in Mexico gekozen. Monterrey kreeg de voorkeur vanwege onder andere de kracht van de industriële sector in de regio, de aanwezigheid van technisch geschoolde arbeiders, de lage bedrijfskosten en de nabijheid van de Amerikaanse markt.