Vincent Acar, de huidige zaakvoerder, is al de derde generatie aan het hoofd van dit dealerbedrijf. Zijn grootvader Guy begon op dezelfde locatie als Massey Ferguson-verdeler. Door de jaren heen werden de landbouwmachines stilaan vervangen door tuin & park machines en sinds 1990 worden enkel nog tuinmachines verkocht. We gingen Vincent en zijn vader Alain opzoeken en hadden een boeiend gesprek over de evolutie over de laatste dertig jaar, maar ook over de kansen en bedreigingen voor de sector, en meer bepaald de verdelers van tuin & park machines.
Alain Acar begon in 1965 met zijn vader Guy in de reparatie en verkoop van landbouwmachines. In de jaren ‘70 werden de eerste maaiers verkocht. Hij vervolgt: ‘Het was ook in deze periode dat er volop gebouwd werd in ons dorp en de nabije omgeving. We zitten vlak naast Bergen en de stad breidde stilaan uit. Al deze tuinen moesten onderhouden worden en beetje bij beetje verschoof de aandacht naar tuin & park. Onze gebouwen waren eigenlijk te klein om grote landbouwmachines te kunnen onderhouden en heel wat kleinere boeren waren ondertussen gestopt of hadden hun bedrijf overgelaten. Zoveel jaren later heb ik zeker geen spijt dat we voor de tuin & park sector gekozen hebben.’ Vincent vult aan: ‘Onze klanten zijn voornamelijk particulieren, met daarnaast ook een geselecteerd aantal tuinaanleggers en openbare besturen. We hebben niet de ambitie om voor iedereen te werken, maar willen de nadruk leggen op goede betalers die we dan in ruil een degelijke service kunnen aanbieden. We hebben klanten tot aan de Franse grens, en verkopen ook heel wat in de buurt van Dour, La Louvière, Écaussinnes …’
Tegenwoordig biedt dealerbedrijf Acar werk aan een achttal mensen.Vincent vervolgt:‘Naast een administratieve werkkracht, een verkoper en mezelf hebben we vijf techniekers in dienst. Het zijn stuk voor stuk mensen die al ruime tijd voor ons bedrijf werken. En gelukkig maar, want nieuwe werkkrachten vinden is bijna onbegonnen werk in onze sector. Omdat maairobots een aparte aanpak vragen, hebben we een technieker voltijds op de baan met een mobiele werkplaats in zijn bestelwagen, eentje voltijds op de zaak voor de robots, terwijl een derde veelzijdig is en zich zowel met robots als gangbare machines kan bezighouden. We hebben op deze locatie wel geen ruimte om uit te breiden. Omdat we op een perfecte zichtlocatie zitten – op de hoek van een drukke steenweg – willen we ook niet verhuizen. Onze belangrijkste klanten zijn immers particulieren.
We zitten hier al sinds de jaren ‘50 en als mensen hier in de buurt de weg vragen, worden ze dikwijls geholpen met ‘aan het kruispunt met Acar’.
In de jaren ’90 ging Alain Acar eerst in zee met de Waalse invoerder 3 Fontaines. ‘Daar voerden ze toen merken als Toro, Wheel Horse of Mametora in. Wij verkochten dan hun volledige gamma. De samenwerking verliep zeer fijn, de producten waren in orde en we hadden bovendien maar één aanspreekpunt voor ons volledige gamma. In een volgende fase hebben we de maaiers van Kubota verkocht en vervolgens kregen we de gelegenheid om Honda te verdelen. Na een tijdje zijn we ook lid geworden van FEV (France Espaces Verts), een Franse aankoopcentrale voor tuin & park machines. Door de groepsaankopen konden we betere prijzen genieten. Tegenwoordig zijn deze voordelen omzeggens als sneeuw voor de zon gesmolten. We werken nu voornamelijk met de merken Honda, Husqvarna en Grin en onlangs zijn Echo en Cramer het aanbod komen vervolledigen. Voor de wisselstukken werken we met Kramp en Eurogarden. Sinds 2019 hebben we daarnaast ook een afdeling barbecue geopend. Het is een kleine diversificatie binnen het bestaande gamma en we zijn nog altijd verbaasd over wat het ons nog aan extra omzet en cliënteel oplevert.’
Alain en Vincent Acar merken op dat de accutechnologie nog niet voor iedereen weggelegd is. Vincent vervolgt: ‘Voor een kleinere trimmer of een gazonmaaier voor een beperkte oppervlakte bij een particulier zal het meestal een goede oplossing zijn, maar iemand die bijvoorbeeld tien are moet maaien met een gazonmaaier op accu’s zal waarschijnlijk niet genoeg hebben met één batterij en zal dus een tweede moeten kopen om zijn gazon af te krijgen. Op zich is het geen probleem om de accu’s even vlug te wisselen, maar het vraagt wel een bijkomende investering en de klant moet er vooral ook een gewoonte van maken om de batterijen telkens op tijd op te laden en zo. Sommigen kiezen er dan bewust voor om terug een model met benzinemotor aan te schaffen.’
‘Het is trouwens hetzelfde verhaal bij de robotmaaiers. We verkochten de eerste exemplaren in 1999 en ondertussen vertegenwoordigen deze een niet te verwaarlozen omzet. Klanten zijn dikwijls verleid geweest door de gedachte van ‘we moeten ons niets meer aantrekken van het maaien’, maar zo eenvoudig is het helaas niet. De installatie moet eerst tot in de puntjes voorbereid en uitgewerkt worden, en daarnaast vergeten veel mensen dat zo’n robot meestal vijf dagen per week continu maait tijdens het groeiseizoen. Op het einde van het jaar staan er heel wat uren en kilometers op de teller. Geen wonder dus dat bepaalde slijtstukken, zoals rollagers of messen bijvoorbeeld, regelmatig vervangen moeten worden. Voor een gangbare tuin zal een robotoplossing meestal niet goedkoper uitkomen dan een gewone gazonmaaier als je alles telt. Comfort heeft nu eenmaal een prijs. Naar de toekomst toe moeten we met zijn allen de consumenten beter en correcter informeren zodat ze over de juiste kennis beschikken vooraleer ze een van deze oplossingen kiezen.’
Vincent en Alain merken ook dat de naverkoopdienst voor zware uitdagingen staat: ‘Het is bijna onmogelijk om een technieker te vinden. Tot nu toe mogen we niet klagen, maar het blijft wel een uitdaging voor de toekomst. Daarnaast merken we ook dat het beroep snel evolueert en dat de mogelijke opleidingen niet altijd aangepast zijn aan deze nieuwe noden. Een tweetaktmotor onderhouden of herstellen is heel wat anders dan de herstelling van of het opsporen van storingen op een robotmaaier of een accumachine. Voor het onderhoud van particuliere machines werken we meestal met een forfait zodat de klant duidelijk weet wat het hem gaat kosten. Om er aan uit te kunnen moeten we dus ook kunnen rekenen op techniekers die efficiënt werken. Dat is dikwijls een bijkomend probleem bij het zoeken van extra werkkrachten.’
Vincent besluit: ‘De jongste maanden zien we dat mensen voorzichtiger zijn bij de aankoop van een machine. Ik heb nog altijd volop vertrouwen in de sector, maar we zien dat loopmaaiers van bijvoorbeeld meer dan 1.000 euro niet meer zo gemakkelijk verkopen als twee of drie jaar geleden. Tijdens de covidperiode hebben we als dealers allemaal op een roze wolk gezeten. De mensen hadden hun tuin herontdekt, gingen meer investeren in een eigen oase groot of klein … Deze periode ligt achter de rug. De hoge energieprijzen, de inflatie enzovoort maken dat mensen voorzichtiger zijn. Daarnaast hebben we verleden jaar serieuze leveringsproblemen gekend, met de nodige frustratie als gevolg bij bepaalde klanten. Sommige fabrikanten hebben van bij het begin duidelijke taal gesproken, andere hebben ons – en dus ook onze klanten – aan het lijntje gehouden. Dat laat ook sporen na. Naar de toekomst toe moeten we als dealer een uitmuntende service blijven bieden en verder moeten we creatief inspelen op de verwachtingen, maar ook op het budget van onze klanten. Zeker als het om particulieren gaat.’ §