De Drop-pit maakt al enkele jaren deel uit van de driving range bij tientallen vooraanstaande golfclubs in binnen- en buitenland. De installatie is een 100% Belgische uitvinding van VDB Technics uit Genk, dat een kleine 10 jaar geleden met de eerste ontwerpen begon. Ondertussen is het concept verder geëvolueerd tot een volledige automatisering van de driving range: ballen verzamelen, wassen en ze netjes naar de dispenser brengen.
Het was in 2013 dat Yves Van Den Bosch van VDB Technics uit Genk zijn eerste ‘Drop-pit’ installeerde op de Flanders Nippon Golf in Hasselt. In combinatie met de ballenraper van Belrobotics zorgde hij ervoor dat op de driving range van de golfclub alle balletjes werden opgeraapt, gewassen en opnieuw in de verdeler gebracht zodat de spelers continu konden blijven verder spelen zonder verder ‘menselijk’ ingrijpen.
Het systeem is ondertussen geëvolueerd en werkt geniaal eenvoudig. De Belrobotics-ballenraper met 13 verzamelschijven rijdt het terrein rond, pikt de golfballetjes op en verzamelt ze in zijn verzamelbak waarin tot 300 balletjes kunnen zitten. De plekken waar de ballenpicker moet rapen (bijvoorbeeld dat stuk van het terrein waar de meeste balletjes bijeen liggen) kunnen worden ingegeven. Eens de verzamelbak is gevuld, rijdt hij naar de Drop-pit en lost de verzamelde balletjes via een rooster in een gegalvaniseerde bak. De balletjes worden daar gewassen en gaan via een ondergrondse aanzuigleiding naar de dropbox die boven op de verdeelautomaat staat. Vanuit de dropbox vallen de balletjes in de automaat zodat deze steeds op niveau wordt gehouden. Ze zijn dan klaar voor de volgende afslag.
Drop-pit: van maatwerk tot module
Lode Moies en Yves Van Den Bosch van VDB Technics leggen het systeem uit aan de hand van een installatiepakket dat begin dit jaar naar Zwitserland werd verscheept.
Lode Moies: ‘Vooraleer we de Drop-pit installeren, gaan we het terrein verkennen. Als de situatie dat vereist, kan de klant kiezen voor een ballpicker in combinatie met een robotmaaier en wasinstallatie. Wij bieden als robotmaaier de Belrobotics aan, die gewoon kan blijven doormaaien terwijl de ballenraper zijn werk doet. Daarnaast laten we de klant – als die liever zelf zijn balletjes opraapt – de mogelijkheid om enkel onze Drop-pit ballenwasser-verzamelaar te installeren. Zonder de maaier en de ballpicker dus.’
Yves Van Den Bosch: ‘Het concept is lichtjes gewijzigd tegenover de eerste ontwerpen. Destijds werden de balletjes gewassen en met de waterstroom mee naar de verzamelbak gebracht. Nu worden de balletjes in de Drop-pit gelost, gewassen en door een vacuümsysteem naar de dispenser gezogen. Door met onderdruk te werken kunnen de balletjes over langere afstanden en zelfs met stevige niveauverschillen worden getransporteerd.’
GreenTechPower: ‘Jullie werken met de ballenpicker en robotmaaier van Belrobotics. Is daar een reden voor?’
Yves: ‘Tot dusver is Belrobotics het enige merk dat een ballenverzamelaar heeft. De keuze voor een robotmaaier van hetzelfde merk is ingegeven door het feit dat die maaier ook voorzien is van deflectoren op de maaischijven waardoor de balletjes niet beschadigd worden door de maaimesjes. Hoe egaler het gras gemaaid wordt, hoe efficiënter de ballenpicker ook zijn werk zal doen. De rest van de installatie bouwen we volledig zelf in eigen huis. We werkten aanvankelijk met de PLC-sturingen van Siemens, maar ondertussen hebben we zelf onze eigen programmatie ontwikkeld. Daardoor zijn we flexibel en kunnen we de installatie volledig aanpassen op maat en naar wens van de klant. We kunnen nu bijvoorbeeld detecteren wanneer de balletjes in de Drop-pit gelost worden. Vanaf dat moment gaat de ballenwasser in werking en komen de gewassen balletjes in het transportgootje waar ze geteld worden. Die aantallen moeten overeenkomen met wat er in de dispenser toekomt. In de goot zit een kalibratiesysteem dat enkel de diameter van de golfballetjes doorlaat. Met dit kalibratiesysteem vermijden we dat er andere ‘voorwerpen’ mee in de transportbuis zouden kunnen gaan. Mocht die verstoppen dan krijgt de greenkeeper een melding op zijn smartphone en kan hij ingrijpen. Het is ooit gebeurd dat er in de herfst bij een klant kleine appeltjes werden opgeraapt door de ballpicker. Zo leren we uit iedere situatie dingen die we kunnen verwerken in onze verdere producten.’
GTP: ‘De balletjes worden nu via een vacuümsysteem getransporteerd?’
Yves: ‘Ja, de gewassen balletjes worden afgezogen door een systeem dat tot 300 balletjes per keer kan verwerken. Er is dus geen vacuümstroom als er geen balletjes zijn. Dat zorgt voor minder stroomverbruik en omgevingslawaai. Simpel gezegd: zolang er 300 balletjes in roulatie zijn, zal heel het systeem in werking komen en blijven. Als nagenoeg alle balletjes zijn opgeraapt, dan stopt het systeem vanzelf. Bij een cyclus van 300 balletjes is het vacuümsysteem circa 3 tot 4 minuten in werking. Op dat moment zit de dispenser (balletjesverdeler) in principe vol met pakweg 10.000 balletjes. Bij de recentste installaties hebben we een sensor die – als er meer balletjes zijn dan de dispenser kan bevatten – aangeeft dat er tijdelijk niet meer geraapt moet worden. Zodra er terug meer balletjes afgeslagen worden en dus in omloop zijn, start de ballpicker terug op. Het is van belang dat de ballpicker in die gebieden van het terrein rijdt waar hij in de minste tijd de meeste balletjes kan verzamelen. Dan komt het systeem het best tot zijn recht.’
‘Bij onze allereerste installaties werden de balletjes met veel water gespoeld en zo al rollend via een buis naar de dispenser getransporteerd. Dat werkte op zich goed, maar had zijn beperkingen: je zit steeds met een niveauverschil omdat het water moet kunnen aflopen en je hebt veel water nodig. Waar de balletjes aankomen, zit je met een kuil van zowat 1,5 tot 2 meter diep, afhankelijk van de afstand tussen het station waar gelost wordt en de baldispenser. Op die plaats moet je dan een transportbandje maken om alles terug naar boven te krijgen. Met dit nieuwe systeem met vacuümbuis kunnen we tot 150 meter ver gaan.’
‘Wij blijven met vacuüm werken om de balletjes te verplaatsen: als je blaast, dan duw je tegen de laatste balletjes en duw je de rest allemaal door de buis. Als je zuigt, zuig je de eerste aan en volgt de rest: de balletjes wrijven zo veel minder en je hebt veel minder weerstand. Met onze vacuümzuiger kunnen we zeker tot 21 meter hoogteverschil nemen, dat hebben we hier al getest. Een complete installatie met robotmaaier, ballpicker en Drop-pit erin kost tussen 60.000 en 70.000 euro. Daarin zit tot 25 meter aanzuigleiding. Alles wat daar bijkomt, wordt extra aangerekend.’
De balletjes gaan nu door een PE-buis die VDB Technics speciaal op maat laat maken. De buis heeft een exacte wanddikte en structuur om zo min mogelijk weerstand te geven aan de ballenstroom. Ze vormt een ideale afweging tussen diameter en luchtstroom. Afhankelijk van de vervuiling van de balletjes ligt het waterverbruik tussen 5 en 9 liter per lading van 300 ballen. Je kunt een hoofd- en een voorwas doen. Afhankelijk van de staat van het terrein worden de balletjes dan intensiever gewassen of net niet.
GTP: ‘Vanaf wanneer is het rendabel om een Drop-pit te installeren?’
Lode: ‘Een rekensommetje leert dat greenkeepers op een driving range gemiddeld 3 uur per dag bezig zijn met ballen op te rapen en te wassen, en te maaien terwijl de driving range gesloten is. Een golfterrein is in principe 365 dagen per jaar open. Reken maar uit hoeveel tijd je nodig hebt. Ons systeem is volledig automatisch en vraagt af en toe een beetje onderhoud. We voorzien in de Drop-pit al een spuit waarmee je alles mooi kunt reinigen en we adviseren om de maaier en de ballpicker af en toe eens na te kijken. Dat is de manier om 24 uur per dag en 7 dagen op 7 genot van de Drop-pit te hebben. Onze installatie vraagt een kwartiertje per dag om alles wat proper te spuiten. De Drop-pit kan tot 90.000 ballen per 24 uur verwerken en de capaciteit van de ballpicker bedraagt 12.000 balletjes per 24 uur. Deze laatste bepaalt dus eigenlijk de opraapcapaciteit per dag. Door een tweede ballpicker te installeren verdubbelt je capaciteit.
Op één dag geïnstalleerd
Op basis van zijn ervaring en de situatie ter plaatse bouwt VDB Technics de Drop-pit op maat. Het basisstation in gegalvaniseerd metaal wordt gemiddeld ongeveer 60 tot 80 cm diep in de grond ingebouwd. Het deksel van de bak gaat elektrisch open zodat de greenkeeper er vlot bij kan voor onderhoud en reiniging. Er is een uitgang voor het vuil water of bezinkwater zodat de afvoer bijvoorbeeld op een bezinkput kan worden aangesloten. Een standaardunit heeft een uitgang voor het transport van de balletjes en een ingang voor de stroom- en de wateraansluiting. Het volstaat om een gat van 2 bij 2,5 meter en ongeveer 60 centimeter diep te graven. In de Drop-pit zit ook een rubberen deflector die de balletjes die met een hoge snelheid komen aangerold kan afremmen en die zo het geluid dempt.
Yves: ‘We zijn toch meer en meer aan het uitgaan naar een plug- and-playsysteem, waarbij de klant of zijn aannemer de Drop-pit zelf kan plaatsen. De watertoevoer en -afvoer en de stroomleiding aan de laadstations voorzien, is het enige wat de klant nog moet doen. De rest is allemaal uitgewerkt. We hebben een kabel laten maken waarin alle draden (genummerd) verwerkt zitten. Dus heel makkelijk voor de klant om aan te sluiten. De sturing werkt op 24 volt, de motoren op 380 volt. Je hebt dus 3 x 400V + N nodig om de installatie te laten werken, of 3 x 220V is ook een mogelijkheid.’
Stand van zaken en de toekomst
Eind 2021 waren er zowat 60 systemen in gebruik in België, en 15 in het buitenland (Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Zweden …).
Lode: ‘We gaan steeds ter plaatse om zeker te zijn dat de installatie volledig aan de wensen en situatie van de klant zal voldoen. Liever iets trager groeien in aantal, maar kwaliteit blijven bieden. Door onze technische kennis en ervaring met verschillende installaties en situaties gaan we de klant juist kunnen adviseren.’
Yves: ‘De Connected Line van Belrobotics is al voor een deel gelinkt aan onze Drop-pit en in de toekomst gaat die volledig geïntegreerd zijn. Dat zal dan volledig in één app worden gegoten.’
‘Maaien met rtk-signaal is al een feit. Sinds 25 april hebben wij een eerste robotmaaier op rtk-gps geïnstalleerd op de Lilse Golf. En die technologie hebben we ook op de ballpickers overgezet. Zo hebben we dit voorjaar de eerste rtk-ballpickers geïnstalleerd op de Winston Golf in Duitsland. Eenzelfde ballpicker draait al geruime tijd test bij Golf La Bawette.’
Gericht ballen gaan rapen met rtk-gps is de toekomst. De ballpicker rijdt tot op twee centimeter nauwkeuring en raapt de ballen op via een lijnstructuur. Zo kan je er bijvoorbeeld voor zorgen dat de ballen tegen de volgende ochtend opgeraapt zijn. Of je kunt makkelijk een zone of plaats definiëren waar de robot niet mag komen zonder extra perimeterdraad te leggen, bijvoorbeeld een tijdelijk natte zone waar de robot eventjes moet wegblijven.’
Onderhoud van de maairobots (en ballenrapers)
Sommige maairobots rijden tussen 7.000 en 12.000 km/jaar. Bij het jaarlijks onderhoud worden ze grotendeels uit elkaar gehaald. Nieuw vet aan de tandwieltjes voor de motoren, nieuwe maaimessen, nieuwe ophanging, eventueel een software-update voor zover die nog niet eerder online zou gebeurd zijn … Niets wordt aan het toeval overgelaten. Het groot onderhoud voor zo een maaier vraagt ongeveer 6 tot 7 uur werk, afhankelijk van hoe goed de klant alles zelf onderhouden heeft.
Voor de ballenraper wordt er een jaarlijks onderhoud aangeboden in functie van het aantal kilometers dat de machine gereden heeft. Alle ballpickers hebben een kilometerlogboek en op dit moment is men ervaringsgericht gaan evalueren wat wanneer nodig is op vlak van onderhoud. Op basis van die ervaringen zal dan een onderhoudsschema worden opgesteld.