Er is weinig zo controversieel op de weg als de Gladiator van Jeep. Die ervaring hadden we toen we afgelopen zomer met deze blauwe pick-upversie van de Wrangler door het verkeer cruisten. In alle luxe en comfort, maar met een Bonnie & Clyde-gevoel de wegen afschuimen op zoek naar avontuur, daar had onze testweek met de Gladiator veel van weg. Iets doen wat niet past in het plaatje. En offroad waan je je echt een zwaardvechter.
De eerste pick-up van Jeep sinds geruime tijd heet Gladiator, een verwijzing naar een pick-upmodel van hetzelfde merk uit de jaren ’60. Doordat de Gladiator als pick-up is uitgevoerd kan hij ook als lichte vracht worden ingeschreven. Mooi meegenomen voor mensen die deze wagen beroepsmatig willen gebruiken.
De Gladiator is 5,59 meter lang, circa 30 cm langer dan eender welke andere courante 4×4. Deze lengte komt vooral de wielbasisten goede (3,49 meter), de wegligging en ook de beenruimte voor de mensen die achteraan zitten. Deze 5,59 meter is spijtig genoeg niet omgezet in nuttige lengte in de laadbak. Een lange wielbasis in combinatie met een verbeterde ophanging nodigt uit tot lange ritten. Deze lange wielbasis zorgt er tevens voor dat grote bestuurders makkelijk een goede rijhouding vinden en dat – bij een dubbele cabine – de passagiers achterin voldoende beenruimte hebben. Ook bij stevig afremmen blijft de wagen goed in het spoor.
Het interieur dat bij de vorige Wrangler nogal sterk op je afkwam, oogt nu ruimer en overzichtelijker. Het speelse dashboard komt stijlvol over en de uitrusting is vrij compleet, zelfs vanaf de basisversie. Daarin zit onder meer een handig infotainmentsysteem dat onder meer continu alle hoeken van het terrein rondom in beeld brengt. De wagen is voorzien van meer veiligheidsfeatures zonder het geheel te beïnvloeden. Het pick- upbakje is voorzien van een rolsluiting en de achterklep laat zich vrij licht dichtklappen.
Onder de motorkap krijgt de Jeep Gladiator Overland een V6- turbodiesel van VM Motori met een inhoud van 3 liter. Deze Italiaanse motor haalt hier 264 pk en een koppel van maar liefst 600 Nm. Deze motor wordt gekoppeld aan een ZF-achttrapsautomaat en de Selec-Trac vierwielaandrijving. Het verbruik lag rond de 10 liter, wat we mits zacht rijden naar 8,5 liter konden brengen. Bij deze aandrijving kan de chauffeur kiezen tussen achterwielaandrijving of 4×4 of voor een Auto-stand, die zelf de voortrein inschakelt wanneer het nodig is. Wie echt offroad wil gaan, kan kiezen voor een reductiebak met korte verhoudingen.
Op de weg valt op hoe soft deze pick-up rijdt. De ophanging annex wegligging is vrij soepel. Op dwarsnaden in de weg voel je wel trillingen door de structuur gaan, typisch voor een niet- zelfdragende carrosserie. De achterophanging is met schroefveren en dat geeft het gevoel dat de wagen niet zo snel uitbreekt in bochten.
Wie echt offroad wil gaan, kiest best voor de Gladiator Rubicon die een hele resem aan offroadfuncties heeft: een specialetussenbak voor offroad, aangepaste alleterreinbanden, ‘rock sliders’ en beschermingsplaten onderaan, een offroadophanging, vergrendelbare differentiëlen op de voor- en achteras, ontkoppelbare sway bars voor en achter en dikkere spatborden. Deze Gladiator was niet voorzien van een trekhaak, dus hoe hij zich gedraagt met de toegelaten 2.721 kg in zijn kielzog konden we niet aan den lijve ondervinden.