Nieuws Agribex

11 maart 2021

Zoals bij veel zaken in deze onzekere tijden het geval is, stelt Fedagrim als organisator zich ook de vraag of Agribex in december dit jaar zal kunnen doorgaan. Ondernemen betekent immers risico’s inschatten, ze nemen en erop inspelen. Daarom stelt Fedagrim, bij monde van Alain van der Cruys, ook alles in het werk om de organisatie op poten te zetten.

We hadden een kort gesprek met Alain over de eerste aanzet.

GreenTechPower: ‘Hoe is de stemming bij de deelnemers- exposanten?’

Alain van der Cruys: ‘We hebben onze inschrijvingsdatum verlengd tot einde april 2021. Dat maakt dat we nog geen duidelijk zicht op het aantal deelnemers hebben. Het is tweezijdig: op een bepaald moment moeten we de knoop doorhakken en onze engagementen aangaan voor de huur van de Heizel en alle logistiek die bij een indoor beurs komt kijken. Vervolgens neem je dan die beslissing en dan weet je nog niet wat de situatie begin december gaat zijn. Als er dan wat negativiteit in het nieuws komt, kan het zijn dat bezoekers afhaken. En daar sta je dan met heel je organisatie. Het blijft moeilijk te voorspellen.’

GTP: ‘Hebben jullie aanpassingen gedaan tegenover de vorige edities?’

Alain: ‘Er zijn voorstellen lopende. Het thema-eiland gaan we dit jaar niet meer voeren en de tijd en ruimte die we daardoor vrij krijgen, kan naar andere zaken gaan. Zo blijkt er interesse te zijn om de beurs uit te breiden met een sector wijnbouw. Nu er meer en meer oppervlakte naar die teelt gaat, zijn verdelers van dergelijke machines vragende partij.’

De organisatie heeft ook een vertegenwoordiger gecontracteerd die bedrijven in de landbouw en tuin & park en aanverwante diensten gaat contacteren. Dat is Hans Huylebroeck. Op deze manier wil Fedagrim bijvoorbeeld voor de groenafdeling een onestopshop maken, zodat de bezoeker een ruim aanbod van aan de tuin verwante producten kan vinden. Het is de bedoeling om daar firma’s met afsluitingen, bestrating, meststoffen enzovoort voor aan te trekken.

Alain: ‘Verder wensen we de openbare besturen aan te trekken op de professionele dag. Daar kunnen ze de exposanten ontmoeten en zich persoonlijk in alle rust informeren over de machines.’

Een interessante piste zijn ook de firma’s met de heftrucks. Daar kunnen de landbouw en de groensector samen hun voordeel mee doen.

Fedagrim steekt zijn hand in het vuur

Alain: ‘Bovendien, en dat is voor de exposant heel belangrijk, wil Fedagrim alles in het werk stellen om het financiële risico voor de exposant zoveel mogelijk te beperken. De organisatie engageert zich om alle door Fedagrim gefactureerde bedragen terug te storten indien de beurs vóór 01 november 2021 toch zou moeten worden geannuleerd. Meer info kan je verder vinden in art. V.A. en V.D. van het algemeen reglement.’

Fedagrim hield op 29 oktober 2020 zijn Algemene Vergadering

Hoe gaat het platteland er in de toekomst uitzien?

Op de Algemene Vergadering was gastspreker Joachim Declerck uitgenodigd, Professor Stadsproject & Transities aan de UGent. Deze man focust zich in tegenstelling tot de meeste toekomstdenkers niet alleen op de toekomst van de stad, maar op hoe het platteland eruit gaat zien en hoe stad en platteland met elkaar zullen omgaan.

Joachim Declerck begint zijn betoog met de vaststelling dat België en Nederland samen de grootste landbouwexporteur ter wereld zijn. Bovendien leven we hier dan nog eens in een dichtbevolkt gebied en moeten we beseffen dat we onze bodem en waterhuishouding beter gaan moeten beschermen en niet onuitputtelijk kunnen aanspreken.

Platteland en stad hebben elkaar nodig

Er zijn (overal ter wereld trouwens) verschillende nationale en lokale projecten van groepen en mensen die op verschillende vlakken experimenteren met nieuwe samenwerkings- en samenlevingsvormen van de toekomst. Daarbij denken we aan experts, de industrie, de lokale landbouw, de beleidsmakers, kortom: iedereen die zich ervan bewust is dat we het roer moeten omgooien willen we onze planeet en omgeving een duurzame toekomst geven.

Dit staat er ons te doen

Het is de kunst om dit veelvoud van ideeën samen op één lijn te brengen in een werkbaar plan.

Op mondiaal niveau worden er grote plannen gemaakt, maar het is aan het werkveld om lokaal dingen concreet om te zetten. Grote dingen zullen in de toekomst uit een verzameling van kleintjes bestaan.

Als ieder zijn eigen stoep veegt … dan ligt het vuil op straat. En daar moeten we nu net vanaf. De maatschappij, de landbouw, de waterbeheerders, natuurbeheerders, de industrie, de stad, het platteland en de beleidsmakers moeten kijken waar ze elkaar in kunnen vinden en versterken. Allemaal richting de overheid kijken is tijdverlies. Het is te complex en te verweven opdat één partij de oplossing zou kunnen aandragen.

Het is belangrijk dat de landbouw niet in het defensief gedrongen wordt, maar een volwaardige rol krijgt toebedeeld. Daarbij hoort een beleid dat ervoor zorgt dat onze landbouwgrond voor landbouw beschikbaar blijft.

De verstedelijking en de landbouw moeten elkaar de hand reiken.

De ene heeft de andere nodig om voedsel te produceren, de andere de ene om voedsel af te nemen.

Al doende leren en zoeken naar de gemeenschappelijke belangen

Doordat iedere lokale situatie anders is, zullen ook de gezamenlijke oplossingen verschillen. Zo kan er bijvoorbeeld een bedrijf met veel loodsen zijn dat lokaal regenwater opvangt en buffert, waarna een naburig landbouwbedrijf het kan gebruiken in droogteperiodes. Dat landbouwbedrijf heeft bijvoorbeeld een biogasinstallatie die dan stroom maakt om het bedrijf van energie te voorzien, en de warmte die de installatie opwekt kan dan naar de boerderij en het bedrijf gaan.

De grote transformatie

Er bestaan al vergevorderde pilootprojecten met voedselparken in en aan de rand van de stad. Deze gebieden nemen een deel van de bevoorrading van de stad voor hun rekening en vormen ook de natuurlijke link met het landbouwachterland. Op deze manier wordt de landbouw geïntegreerd in de stad en komt er ook begrip en respect voor elkaars behoeften.

Ook interessant voor jou