In Vieux-Genappe (Waals-Brabant) is de Golf d’Hulencourt al jarenlang een van de referenties binnen de Belgische golfclubs. De club toont zich als een oase van rust te midden van grote percelen akkerland. Dit idyllische plekje ligt op een boogscheut van de Brusselse ring waardoor het makkelijk bereikbaar is voor de spelers die van heinde en verre komen. De laatste twee jaar werd het parcours grondig aangepakt en werden alle 18 holes heraangelegd. Hiermee wil de club tegemoetkomen aan de wensen van de spelers en beter gewapend zijn ten aanzien van de nieuwe eisen inzake zerofytogebruik. Marc Thiebaut is al zowat 20 jaar de hoofdgreenkeeper van dienst. We hebben hem begin oktober ontmoet.
De statige en prachtige hoevegebouwen zijn al vermeld in de jaren 700-800 en het domein is dus al heel lang bewoond. Het is een van de grotere boerderijen uit de wijde streek. De familie Solvay, de huidige eigenaar, besliste in 1988 om er een golfclub van te maken. De eerste driving range werd vrij snel aangevuld met een klein parcours en vervolgens een volwaardige 18-holes in 1990 en 1991. In 1999 vond een eerste grondige renovatie plaats, onder meer om de drainage aan te passen en vijvers aan te leggen.Een tweede grondige renovatie werd verleden jaar afgerond. Het parcours zelf strekt zich uit over circa 56 ha. Om het parcours te onderhouden wordt Marc Thiebaut bijgestaan door een adjunct- hoofdgreenkeeper, acht greenkeepers en een technieker. Tijdens de zomermaanden komen enkele jobstudenten de bestaande ploeg nog versterken. De machines zijn ondergebracht in een moderne loods naast het terrein zodat alle werkzaamheden efficiënt en in eigen beheer kunnen worden uitgevoerd.
Marc Thibaut onderstreept dat Hulencourt ondertussen al 4 jaar volgens het zerofytoprincipe werkt: ‘We moeten constant blijven anticiperen op mogelijke gevolgen en we moeten ook alerter zijn dan vroeger. Het is een volledig andere aanpak dan voordien met meer risico’s, maar ook meer voldoening als het resultaat er is. We gaan nog een tijdje moeten blijven leren en experimenteren en in mijn ogen, ook als Waalse voorzitter van de GAB (Greenkeepers Association of Belgium), is het soms te vergezocht en is het spijtig dat we geen ‘noodhulp’ mogen gebruiken op bepaalde tijdstippen, als de ziektedruk bijvoorbeeld te groot zou worden.’
‘Sinds 2014 onderhandel ik mee met de regering. Ik heb daar veel van geleerd. In Wallonië zitten we nu al een tijdje met het zerofytogebruik. Het is een probleem en een uitdaging tegelijk. De greens zien bijvoorbeeld vooral af tussen oktober en maart. We zijn nog steeds een evenwicht aan het zoeken, maar het is ook pas als het moeilijk wordt dat we als mens een aantal zaken zullen bereiken. Het is dan ook een van mijn taken om mijn personeel voortdurend te motiveren en te laten evolueren binnen eendergelijke nieuwe aanpak.’
In 2018 en 2019 werd het parcours volledig heraangelegd. Zoals Marc Thiebaut onderstreept, werden enkel de greens onveranderd gelaten. Hij vervolgt: ‘De bedoeling was om de lengte van de holes wat te vergroten, om beter te voldoen aan de nieuwe speleisen. Daarnaast hebben we de flora van de tees, de greenranden en de fairways aangepast met het oog op het zerofytogebruik. Om te zaaien gebruiken we wat wij de ‘Hulencourt-mix’ noemen, een op maat samengestelde mix zodat we optimaal kunnen inspelen op de grondsoort en een betere resistentie hebben tegen droogte. We gebruiken ook veel meer zand dan vroeger. Het gaat om kwaliteitszand, een soort die in de toekomst minder gemakkelijk te vinden zal zijn. We werken al een tijdje volgens de principes van het STRI-onderzoeksinstituut dat ons een globale visie geeft en voortdurend onderzoek naar onze sport doet. Het biedt ons advies op allerlei gebieden en geniet een belangrijke ervaring in golf. Afgelopen zomer hebben we daar de vruchten van kunnen plukken en heeft het parcours niet te veel afgezien van de warmte en de droogte. Tegelijk hebben we sterk ingezet op drainage. Eind september hebben we 210 mm neerslag gehad op amper 10 dagen tijd en ondanks deze massale neerslag hebben we het parcours amper twee dagen moeten sluiten.’
‘Bij de heraanleg hebben we de beregeningsinstallatie ook volledig onder de loep genomen. We beschikken tegenwoordig over een dubbele beregeningsinstallatie, waardoor zowel de greens als de rand van de greens beregend worden. In totaal zijn er niet minder dan 950 sproeikoppen zodat we zoveel mogelijk plaatsspecifiek kunnen werken en op deze manier het waterverbruik binnen de perken houden. Het geheel is uitgerust met een weerstation en vochtigheidssensors. De installatie wordt bewust niet computergestuurd omdat we van mening zijn dat het ‘oog van de specialist’ nog altijd doorslaggevend is. Iedere ochtend doet een van de greenkeepers zijn ronde om een aantal testen uit te voeren. Op basis van de metingen wordt de beregening dan handmatig bijgestuurd. We proberen hemelwater zoveel mogelijk te stockeren, zodat we zelfvoorzienend zijn. Vrijetijdsactiviteiten, zoals golf bijvoorbeeld, zouden immers altijd zelfvoorzienend moeten zijn om de ecologische impact zoveel mogelijk te beperken. We mogen niet vergeten dat water waarschijnlijk het belangrijkste probleem wordt naar de toekomst toe.’
Voor Marc Thiebaut is een goede prijs-kwaliteitsverhouding niet meer weg te denken bij de aankoop van nieuwe machines. Ze moeten ook doeltreffend zijn en een goede levensduur bieden. Hij vervolgt: ‘De machines evolueren tegenwoordig razendsnel en de uitdaging blijft om alles zo goed mogelijk op te volgen. We voeren gesprekken met verschillende mechanisatiepartners om in de toekomst met één enkel merk in zee te gaan. We willen evolueren naar een goed werkend partnerschap waar wij praktijkinformatie doorspelen zodat de constructeur of de invoerder zijn machines verder kan perfectioneren en we dan in ruil ook over de nodige kennis beschikken om de machines zoveel mogelijk intern op te volgen. Het zou ons voordelen bieden, zowel op gebied van kwaliteit als onderhoudskosten, en het zou het ook mogelijk maken om potentiële problemen of storingen sneller op te lossen. Jaren aan een stuk was de trend om zoveel mogelijk uit te besteden, maar we merken ondertussen dat het in ons geval interessanter is om de zaken van zo dichtbij mogelijk op te volgen. Als golfclub bied je bepaalde diensten aan je leden en het is dus belangrijk om zelf te kunnen waken over de kwaliteit van de onderhoudswerkzaamheden. Ik ben van mening dat een dergelijke aanpak echt succesvol zal zijn.’
‘We hebben ook geïnvesteerd in een aantal maairobots om kleinere grasoppervlaktes altijd proper te houden. Ik kan mijn mensen beter inzetten voor andere en belangrijkere zaken rond het parcours. We verkiezen bijvoorbeeld om de greens met een simplex te maaien omdat de afwerking niet te evenaren is en onze leden daar ook echt aandacht aan schenken.’
Marc vervolgt: ‘Zoals ik reeds onderstreepte, werd het parcours zopas volledig opnieuw aangelegd en moeten we nu 3 tot 5 jaar wachten tot het terrein zijn volledige potentieel bereikt. Zoals ik regelmatig zeg, zijn de funderingen nu gelegd en op deze basis moeten we verder bouwen. Al zeg ik het zelf, het ziet er veelbelovend uit. We mogen echter niet vergeten dat we dagelijks met de natuur werken en dat we daar ook rekening mee moeten houden. Verder moeten we ook rekening houden met de steeds strengere wetgeving. Als teamverantwoordelijke moet ik niet enkel het parcours in de gaten houden, maar moet ik ook ons personeel verder motiveren om dagelijks het beste te geven en op deze manier het verschil te maken. De club heeft onlangs een beregeningsspecialist, een technieker en twee bijkomende greenkeepers in dienst genomen zodat we nog meer slagkracht hebben om alles te doen evolueren.’