Antoine Pottier uit Merchtem voelt aan wat klanten wensen

8 oktober 2020
Helena Menten
Helena Menten

Soms hebben mensen jaren nodig om te ontdekken in welke sector ze willen werken en vooral in wel beroep ze het beste van zichzelf kunnen geven. Maar bij Antoine Pottier uit het Vlaams-Brabantse Merchtem werd de passie al snel duidelijk. In het middelbaar besloot hij om tuinaanleg te gaan studeren met het oog op een eigen bedrijf in de toekomst. Ondertussen bestaat zijn bedrijf Gardibel al enkele jaren en komt er nog een andere activiteit bij: de vraag van de klanten naar de aanleg van zwembaden werd beantwoord met de oprichting van een tweede bedrijf. Snel inspelen op de vraag van de klanten, daar is Gardibel sterk in.

GreenTechPower: ‘Hoe ben je in de sector van de tuinbouw terechtgekomen?’

Antoine: ‘Dat is heel toevallig gebeurd. Studeren lukte mij niet in ASO-richtingen of toch niet in de puur theoretische richtingen. Ik heb hier snel de keuze gemaakt om naar een technische school te gaan. Al vlug viel op dat ik altijd buiten wou zijn, met mijn handen wou werken en iets wou ondernemen. De keuze is dan snel gevallen op tuinbouw. Je hebt natuurlijk wel theorie, maar er was voldoende afwisseling met de praktijk. Tijdens mijn studies is mijn moeder overleden. Mijn vader is tuinarchitect en had op dat moment weinig tot geen tijd voor mij. Ik wou toen zelf centen kunnen verdienen en dan kwam het idee om zelf na mijn schooluren tuintjes te gaan onderhouden. Ik heb nu nog steeds een klant van toen ik 15 jaar was, een bouwpromotor waar ik vroeger zijn wei ging bosmaaien en klepelmaaien. Ik heb voor hem nadien daar dan ook meerdere tuintjes mogen aanleggen. Ik ben daar wel echt heel trots op.’

GTP: ‘Heb je er nooit spijt van gehad dat je dan toch niet verder hebt gedaan met ASO?’

Antoine: ‘Soms heb ik er wel eens aan gedacht om de zaak van mijn vader over te nemen. Het is natuurlijk altijd tof als je een familiezaak kan overnemen. Maar ondertussen werken we één project op vijf samen. We volgen verder elkaars werven op dus uiteindelijk is dat in mijn ogen zo goed als samenwerken. Ieder zijn zaak geeft minder discussie en dat is achteraf gezien beter voor iedereen.’

GTP: ‘Is het zelfstandig statuut een bewuste keuze?’

Antoine: ‘Ik heb het altijd moeilijk gehad om voor iemand te werken. Tijdens mijn stage was hier natuurlijk weinig aan te doen maar ook daar greep ik met beide handen de uitdagingen aan. Als je zelf een ondernemend type bent dan haal je weinig energie uit het werken voor een baas. Je kan verantwoordelijkheid krijgen, maar het is natuurlijk leuker als je alles onder je eigen naam kan doen.’

GTP: ‘Van wie krijg je hulp en advies bij het leiden van je zaak?’

Antoine: ‘Bij de start kreeg ik tips en tricks van mijn vader. Maar na een tijd moet je het natuurlijk zelf doen. Voor de rest heb ik mezelf gepusht om mij te blijven informeren. Op dit moment heb ik iemand die mijn betalingen doet en verder gaat alles gesorteerd naar mijn boekhouder. Zo kan ik mij concentreren op hetgeen ik echt graag doe.’

GTP: ‘Als we kijken naar je projecten zien we dat de klanten zich vooral in het Brusselse bevinden. Is dit een bewuste keuze omdat je zelf landelijk woont?’

Antoine: ‘Nee, maar uiteindelijk lijkt mij dat wel logisch. De meeste mensen die ik vanuit de professionele sector ken, werken vanuit Brussel. Dus het is allemaal automatisch gegaan. Brussel is de hoofdstad en is één grote map met heel veel projecten in.’

GTP: ‘Heb je het gevoel dat je vaste klanten in de stad anders denken dan bijvoorbeeld op het platteland?’

Antoine: ‘Ik doe eerlijk gezegd niet veel particulieren. Je kan gewoon veel meer richtingen uit in een stad. Het werk bestaat in Brussel ook vooral uit grote en exclusieve projecten die voor mij echt wel tof zijn. Zo heb ik bijvoorbeeld de kans gekregen om de tuin van een mooie loft aan te leggen in hartje Brussel.’

GTP: ‘Merk je dat je door mond-tot-mondreclame extra projecten kan krijgen?’

Antoine: ‘Ja, dat wel. Brussel is op dat vlak klein en je kent snel iedereen. Als je werk kwaliteitsvol is, merk je wel dat mensen je echt gaan aanbevelen aan collega’s of andere klanten. Het lijkt een grote stad, maar eens je wat projecten gedaan hebt en gekend bent dan gaat alles wel snel.’

GTP: ‘Hoe heb je de afgelopen coronaperiode ervaren?’

Antoine: ‘Ik heb daar eerlijk gezegd niets van gemerkt. Mijn contracten werden al op voorhand getekend waardoor ik op maandbasis lang werk had dus ik ben gewoon blijven verder werken. Mijn offertes waren getekend en de dossiers lagen klaar. Omdat onze sector zo goed als altijd in open lucht werkt, mochten we altijd verderdoen mits het volgen van de opgelegde regels. Dat was eerlijk gezegd wel een opluchting, stilzitten is immers niets voor mij.’

GTP: ‘We hebben opgevangen dat je gaat uitbreiden?’

Antoine: ‘Ja, dat klopt. De naam Gardibel is meer tuingericht voor particulieren. Ondertussen zijn we echter uitgebreid naar grotere aannemingswerken, grond- en bestratingswerken. In die evolutie is Gardibel een naam die er niet echt meer bijpast. Ik zal hem altijd blijven gebruiken omdat hij het begin is van alles. Maar we gaan er ‘Pottier’ bijmaken.’

GTP: ‘Waarom is de uitbreiding er dan precies gekomen?’

Antoine: ‘Ik wil voor mezelf en anderen een onderscheid kunnen maken en vooral uitgroeien naar aannemingswerken. Ik werk veel voor aannemers, syndici en bouwpromotoren. Dit zijn ook vaak dezelfde. Ik heb een breed netwerk van professionele klanten, maar bij syndici heb je één bron met daaraan gekoppeld verschillende netwerken. Bij een particulier doe je je werk en het is voor die klant afgelopen. Als je via een syndicus één groot werk tot volle tevredenheid hebt afgerond, krijg je er snel andere projecten bij. Een bouwpromotor heeft immers meerdere gebouwen die vragen om een tuin.’

GTP: ‘Wil je dan ook meer werken in eigen beheer kunnen aanbieden aan je klanten?’

Antoine: ‘Ja, de vrachtwagen die ik recent kocht, was een investering voor mezelf. De kosten voor afvoer en grondwerken werden zo hoog dat ik mijn berekening heb gemaakt en tot de som kwam dat het veel goedkoper ging uitkomen voor de klant en mezelf. Het werkt trouwens ook veel efficiënter. Je moet steeds rekenen op externe transportfirma’s of leveranciers die uiteraard ook andere klanten te bedienen hadden. Als ik dan dringend vervoer nodig had en die vrachtwagen was elders aan het rijden, dan moest ik à la minute een andere oplossing zoeken. Dat werkt niet prettig. Het beste is om je materieel zelf ter beschikking te hebben.’

GTP: ‘Geef je de voorkeur aan huren of aankopen?’

Antoine: ‘Huren is op het eerste zicht niet slecht. Als je effectief gaat investeren in specifieke machines dan moet je een berekening maken of het wel voordelig is. Sommige projecten vragen een grote graafmachine, andere hebben voldoende aan een kleiner model. In Brussel zelf een grotere graafmachine vervoeren is niet altijd even gemakkelijk. Bij het huren kan je de kraan op je werf laten afzetten en komen ze die ook weer ophalen. Als een machine heel weinig uren draait, dan ben je onnodige kosten aan het maken. Een machine moet zich wel op termijn terugbetalen natuurlijk. Eens mijn bedrijf meer op niveau is, zal er meer ruimte komen om te investeren. Op dit moment geniet huren de voorkeur.’

GTP: ‘Heb je zelf een technische achtergrond om je machines zelf te maken?’

Antoine: ‘Meestal weet ik wel wat te doen als er iets hapert aan mijn machines. Zelf ga ik er geen energie in steken om ze te herstellen. Ik heb daarvoor geen tijd door al mijn projecten. Ik geef dat uit en voor mijn niveau van bedrijf is het wel efficiënt. Ik zet ze af bij de hersteller met mijn opmerkingen erbij.
Hierdoor kunnen deze mensen ook sneller schakelen en heb ik mijn machines sneller terug. Als ik voldoende tijd had, zou ik het misschien wel meer zelf doen.’

GTP: ‘Je werkt met mensen in onderaanneming. Is dat een bewuste keuze?’

Antoine: ‘Ja, Ik wil niet met de verantwoordelijkheid én de kosten voor vast personeel zitten. Ik heb dat eenmaal gedaan en ik ben hier snel van teruggekomen. Ik vind ook dat iedereen er iets moet aan verdienen en dat lukt het beste als je werkt met mensen in onderaanneming. Vaak werk ik met vaste freelancers waardoor je wel een soort van teamgevoel hebt. Als er iets harder moet worden gewerkt of een project moet tijdig klaar, dan is het aangewezen om met mensen te werken die even hard werken als jij en die op jou afgestemd zijn.’

GTP: ‘Hoe zie jij de toekomst tegemoet?’

Antoine: ‘Ik wil heel graag groeien, maar op een organische manier. Ik werk nu dagen van kwart voor 5 tot soms middernacht en als het nijpt zelfs nachtje door. Je moet ook aan jezelf en vooral je gezondheid denken. Tegen mijn 40 jaar wil ik dan wel met personeel werken. Nu ligt de focus op naamsbekendheid en wil ik zelf nog heel hard werken zodat het personeel in de toekomst constant zijn werk gaat hebben. Tenslotte is het voor mij belangrijk dat alles wat ik doe iets is waar de mensen rondom mij en ikzelf trots op kunnen zijn. Ik ben heel jong in de tuinaannemerij gestapt en deze sector heeft mij ook geholpen om het plotse overlijden van mijn moeder te verwerken. Die gedachte stimuleert mij om werk af te leveren waarop zij ook fier zou zijn geweest.’

Ook interessant voor jou